Webinar Duurzaamheidsrapportage CSRD - ESG
U bent (mede) verantwoordelijk voor de duurzame koers van uw onderneming. Weet u welke verplichtingen dit concreet met zich meebrengt?
De sectie Aansprakelijkheid & Verzekering adviseert en procedeert met name voor verzekeringsmaatschappijen en bedrijven. In opdracht van aansprakelijkheidsverzekeraars verlenen wij ook diensten aan hun verzekerden, dat wil zeggen aan bedrijven, overheden en particulieren.
Heeft uw bedrijf of (non-profit) organisatie te maken met een claim waarvoor u niet verzekerd bent, of waarvoor u een te hoog risico hebt? Of wenst u advies bij de beoordeling van een verzekeringsportefeuille? Dan behartigen wij graag uw belangen. Ook werken wij mee aan legal audits in het kader van fusies en overnames en verstrekken wij adviezen over verzekeringsrechtelijke vraagstukken als risicobeheer.
Voor een optimaal resultaat koppelen wij onze deskundigheid aan een pragmatische aanpak. Daarbij hoort een goede bereikbaarheid van onze advocaten, maar ook een snelle terugkoppeling met de opdrachtgever. Wij handelen steeds in nauw overleg met de cliënt, geven vooraf een inschatting van de slaagkans en een kosten-batenanalyse. Procederen hoeft niet altijd de meest geschikte oplossing te zijn.
Voor zaken die ons vakgebied overstijgen, maken wij gebruik van de expertise van andere specialisten binnen Dirkzwager. Een grensoverschrijdende zaak? Ook in het buitenland kunnen wij u van dienst zijn. Dirkzwager is aangesloten bij TELFA, een Europees samenwerkingsverband van middelgrote, hoog gekwalificeerde kantoren. En dankzij de verbinding met het Amerikaanse netwerk USLAW hebben wij directe contacten met collega’s in de VS. In alle gevallen blijft uw contactpersoon bij Dirkzwager natuurlijk uw vaste, vertrouwde aanspreekpunt.
Wij houden onze specialistische vakkennis op peil. Met lidmaatschappen van (internationale) verenigingen, opleidingen en door vakliteratuur bij te houden. Op onze beurt dragen we onze kennis over aan derden. Onder meer met publicaties over ons vakgebied en cursussen voor cliënten. Zo kunt u delen in onze specialistische kennis en bent u – ook zonder tussenkomst van een advocaat – op de hoogte van bepaalde juridische zaken.
We zijn er trots op dat zowel onze sectie Aansprakelijkheid en Verzekering als onze advocaat-partner, Harry Kruitwagen zijn gerankt in de editie 2023 van Chambers Europe.
U bent (mede) verantwoordelijk voor de duurzame koers van uw onderneming. Weet u welke verplichtingen dit concreet met zich meebrengt?
Huurrechtspecialisten Rutger Fabritius en Kristel Verkleij praten u bij over de actualiteiten die zich in eind 2023 en begin 2024 hebben voorgedaan.
De Hoge Raad heeft in het arrest van 12 april 2024 geoordeeld over de vraag of bij de begroting van schade wegens verlies aan verdienvermogen rekening gehouden mag worden met inkomsten uit zwart werk die de benadeelde verrichtte voor de aansprakelijkheidvestigende gebeurtenis. Het antwoord luidt: "ja"', onder een aantal voorwaarden, die ik hierna uiteenzet.
De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft vandaag de jaarlijkse datalekkenrapportage gepubliceerd. Volgens de AP laten te veel organisatie die getroffen worden door een cyberaanval na om slachtoffers te informeren dat van een datalek sprake is geweest.
Onlangs heeft de NZa de nieuwe ‘Regeling transparantie zorginkoopproces’ vastgesteld. Deze regeling stelt nieuwe eisen aan zorgaanbieders en zorgverzekeraars om de transparantie van het zorginkoopproces te vergroten. Dit moet leiden tot een soepeler en sneller contracteerproces, zodat verzekerden bij de start van het overstapseizoen beter geïnformeerd zijn over het (gecontracteerde) zorgaanbod van de zorgverzekeraar. Vanaf 1 april 2024 treedt de aangepaste regeling inwerking. In dit blog lichten wij een aantal belangrijke voorschriften toe.
Aansprakelijkheid en schadevergoeding vanwege een inbreuk op de AVG blijft een heet hangijzer. Het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof) wees op 14 december 2023 opnieuw een arrest over dit onderwerp. Het Hof beantwoordt in zijn arrest onder andere de vraag of het enkele feit dat een datalek heeft plaatsgevonden als gevolg van een cyberaanval betekent dat de AVG is overtreden en dat een betrokkene recht heeft op schadevergoeding.
Soms bestaat er onduidelijkheid bij een hulpverlener over het moment waarop een geneeskundige behandelingsovereenkomst tot stand komt. In de praktijk ontstaat deze overeenkomst vrij gemakkelijk en soms ook eerder dan de hulpverlener vermoedt. Het is belangrijk dat een hulpverlener zich hiervan bewust is. Op het moment dat er sprake is van een behandelingsovereenkomst, dient hij zich namelijk te houden aan de verplichtingen uit de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst.
Op 16 februari 2024 heeft de Hoge Raad een belangrijke uitspraak gedaan voor het verzekeringsrecht. De Hoge Raad stapt hierin af van eerdere jurisprudentie over de toepassing van de redelijkheid en billijkheid bij verzekeringsovereenkomsten. Op basis van het Valschermzweeftoestel-arrest van de Hoge Raad uit 2006 gold jarenlang dat bij een polisbepaling die kwalificeert als een "primaire dekkingsomschrijving" de ruimte voor een beroep op de redelijkheid en billijkheid beperkt was. Voor een beroep op de redelijkheid en billijkheid kon namelijk geen grond zijn het ontbreken van verband tussen de gelding van de polisbepaling en de ingetreden schade. Dit was daarentegen wel het geval bij een andere type polisbepaling, de "preventieve garantie". De Hoge Raad heeft nu dit categorisch onderscheid afgeschaft. In plaats daarvan hangt de vraag of het ontbreken van verband tussen de gelding van de polisbepaling en de schade maakt dat het beroep op de polisbepaling afstuit op de redelijkheid en billijkheid, voortaan af van een open en inhoudelijke afweging op basis van diverse gezichtspunten die op voorhand geldt voor welke polisbepaling dan ook.
Op 12 januari 2024 heeft de Hoge Raad een interessant arrest (ECLI:NL:HR:2024:17) gewezen over de vraag in hoeverre zaakschade van derden door bouwwerkzaamheden een onrechtmatige daad van de aannemer kan opleveren indien de aannemer bij de bouw alle maatregelen heeft genomen die redelijkerwijs van hem konden worden gevergd.
Terwijl een autobus met een snelheid van ongeveer 70 km/uur rijdt, trekt een passagier vanaf de achterbank plotseling aan de handrem. Als gevolg daarvan blokkeerden de achterwielen en is de auto in een ongecontroleerde dwarsslip terechtgekomen en vervolgens tegen een betonnen pilaar naast de rijbaan gebotst. De persoon die op de bestuurdersstoel (hierna: ‘benadeelde/bestuurder’) zat ondervindt blijvende beperkingen als gevolg van hersenletsel en beoogt zijn schade te laten vergoeden door de WAM-verzekeraar van de autobus (‘NN’). Bij zowel de passagier als bij de benadeelde/bestuurder zijn verdovende middelen (alcohol/cocaïne) in het bloed aangetroffen.
De Hoge Raad heeft op 12 januari 2024 twee belangwekkende arresten gewezen over het aanvangsmoment van de korte verjaringstermijn van artikel 3:310 lid 1 BW. Deze termijn begint te lopen op het moment dat de benadeelde zowel met i. de schade – nadeel geleden als gevolg van tekortschietend of foutief handelen – als ii. de daarvoor aansprakelijke persoon bekend is geworden. In de arresten bestendigt de Hoge Raad de lijn uit het Belastingadvies Maltaroute-arrest, waarin het begrip ‘bekendheid’ subjectief wordt uitgelegd: gebrek aan kennis en inzicht bij de benadeelde om de deugdelijkheid van de geleverde prestatie te beoordelen, kan aan de aanvang van de verjaringstermijn in de weg staan.
Op 15 december 2023 is een vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 19 juli 2023 gepubliceerd (ECLI:NL:RBNHO:2023:6718), waarin de rechtbank oordeelt dat er na een eenzijdig auto-ongeval geen dekking is op basis van de cascoverzekering. Redengevend is dat verzekerde de ongevalslocatie heeft verlaten en het ongeval pas bij de politie (en verzekeraar) heeft gemeld nadat niet langer onderzoek kon worden gedaan naar eventueel alcohol- of drugsgebruik. De kantonrechter oordeelt dat verzekerde daarmee heeft gehandeld in strijd met de mededelingsplicht die volgt uit de polisvoorwaarden en uit de wet (art. 7:941 BW).
Mag een verzekeraar nog terugkomen op een erkenning van aansprakelijkheid? En mag na de (voorbehoudsloze) erkenning van aansprakelijkheid nog een eigen schuldverweer worden gevoerd? Dit zijn vragen waarover rechters al eerder hebben moeten oordelen. Op 25 mei 2023 heeft de rechtbank Den Haag (ECLI:NL:RBDHA:2023:9773) geoordeeld over een kwestie die een nadere verdieping aanbrengt binnen deze thematiek. Bovendien blijkt uit die beoordeling te meer hoe deze vragen wetssystematisch moeten worden benaderd.
Het inkoopbeleid van zorgkantoren vormt met regelmaat het onderwerp van juridische geschillen tussen zorgaanbieders en -inkopers. In wezen draaien deze geschillen veelal om de vrees van zorgaanbieders dat de (aangekondigde) vergoedingssystematiek niet adequaat rekening houdt met hun belangen en/of dat zij geen reële tarieven zullen ontvangen. Afgelopen maanden liet de rechter zich meermaals uit over de (on)rechtmatigheid van het inkoopbeleid van diverse zorgkantoren. In deze blogreeks nemen wij drie relevante uitspraken onder de loep. Onderstaande blog ziet op de (begrenzing van de) beleidsvrijheid van zorgkantoren. Het aangekondigde Wlz-inkoopbeleid van Zorgkantoor CZ staat daarbij centraal.