Een groot aantal deskundige advocaten en notarissen hebben zich gespecialiseerd in bouwrecht. Dit omvat zowel het civiele als het publieke bouwrecht. Dankzij deze specialisatie kunnen wij u juridische dienstverlening op kwalitatief hoogstaand niveau garanderen.
Met onze specifieke kennis staan wij al jarenlang uiteenlopende cliënten bij, waaronder multinationals, institutionele beleggers en (semi-)overheden, maar ook aannemers, architecten, constructeurs, projectontwikkelaars, woningcorporaties en instellingen in de gezondheidszorg.
Wij kunnen u onder meer adviseren en begeleiden op de volgende gebieden:
Dankzij ons deskundig advies beperkt u de kans op geschillen tot een minimum. Dat geldt ook voor het opstellen van bouwcontracten. Een duidelijk geformuleerd contract kan langdurige procedures in een later stadium voorkomen. Wij denken met u mee en wijzen u vanaf het eerste moment op eventuele valkuilen, risico’s en mogelijkheden.
Onze kennis is uw kennis
Bouwrecht is een complexe materie met veel veranderingen als gevolg van nieuwe regelgeving, bouwtechnieken of vastgoedrealisaties. In het belang van onze relaties volgen we al deze ontwikkelingen op de voet. Wij zijn altijd op de hoogte van de laatste wettelijke regelingen en meest recente jurisprudentie op dit gebied.
Kennis bundelen
Voor zaken die buiten ons eigen vakgebied liggen, maken wij gebruik van de expertise van advocaten, notarissen en fiscalisten van andere secties binnen ons kantoor. Zo bundelen wij alle benodigde (juridische) kennis die aansluit op uw vraag. In alle gevallen blijft uw eigen contactpersoon natuurlijk uw vertrouwde aanspreekpunt.
Tijdens dit seminar vertellen wij u alles over intellectuele eigendomsrechten in de bouw. We geven eerst een korte introductie over intellectuele eigendomsrechten en kijken vervolgens met u hoe deze rechten een rol spelen in de bouw, van aanbesteding tot oplevering. Verder geven wij praktische tips over ie-rechtelijke bepalingen in bouwcontracten.
Eind vorig jaar heeft de rechtbank Rotterdam een interessante uitspraak gewezen over verwijdering van ondergrondse kabels. Een grondeigenaar vordert verwijdering van een kabel gesitueerd in zijn perceel. Het telecombedrijf aan wie de kabel toebehoort voert verweer. De rechtbank moet een oordeel vellen over de vraag of de grondeigenaar een gedoogplicht heeft op grond van de telecommunicatiewet (Tw), alsmede over de vraag of de vordering tot opheffing van de onrechtmatige toestand al dan niet is verjaard.
Twentse gemeenten mochten met een beroep op quasi-inbesteding zonder voorafgaande aanbestedingsprocedure een overeenkomst tot het bewerken en verwerken van huishoudelijk restafval aan Twence Bioconversie B.V. en AVI Twente B.V. gunnen. Interessant is dat bij berekening van het zogenaamde “activiteitencriterium” ook de omzet van een derde mocht worden meegenomen omdat met die derde (de Stadt Münster) een zogenaamde ‘publiek-publieke samenwerking’ was aangegaan. Verder overweegt de rechter dat voor de berekening omzet niet als hoofdegel geldt, maar dat vrijelijk gekozen kan worden voor een andere geschikte berekening, zoals in dit geval de afgenomen tonnages afval.
Uit de praktijk blijkt dat steeds meer verhuurders van woonruimte de waarborgsommen zien als een verdienmodel. In het aangenomen amendement van het lid Van Baarle bij het Wetsvoorstel Goed Verhuurderschap wordt een wettelijk maximum gesteld op de waarborgsom. Met het amendement wordt beoogd huurders bescherming te bieden tegen het verdienmodel van de verhuurder.
Op 27 februari 2023 heeft minister De Jonge het Wetsvoorstel Betaalbare Huur gepubliceerd. Hieruit blijkt het voornemen om het middenhuursegment te reguleren. Deze blog bevat een korte uiteenzetting van de belangrijkste onderdelen van het wetsvoorstel.
Een inschrijver mag bij een meervoudig onderhandse aanbesteding inschrijven met een prijs die hoger is dan het toepasselijke drempelbedrag voor Europees aanbesteden. Zo’n inschrijving is geldig, ook al heeft de aanbestedende dienst op basis van een lagere raming gekozen voor een meervoudig onderhandse aanbestedingsprocedure. Dat is alleen anders als de raming of het drempelbedrag in de aanbestedingsstukken ondubbelzinnig als prijsplafond zijn verwoord.
Op 6 december 2022 heeft het Hof Den Haag een arrest gewezen waarbij het hof zich moest buigen over de vraag of een makelaar als bemiddelaar wanprestatie had gepleegd. De vraag of een bemiddelaar tekortschiet in zijn bemiddelingsopdracht wordt regelmatig voorgelegd aan de rechter. Dit arrest betreft een voorbeeld waarin de rechter oordeelt dat inderdaad sprake is van een tekortkoming in de bemiddelings- en beheersopdracht.
Een aannemer kan verplicht zijn om tweemaal te waarschuwen voor hetzelfde risico. Dat blijkt uit een zaak waarbij een parketvloerenlegger wel bij het aangaan van de overeenkomst waarschuwde voor het risico van muurvocht, maar niet meer voor de start van de uitvoering van de overeenkomst. Laat de aannemer na om óók voor de start van de uitvoering nog een keer te waarschuwen, dan is hij aansprakelijk voor (een deel) van de ontstane schade.
Mag de Gemeente Nijmegen zonder openbare selectieprocedure grond aan de GGD Gelderland-Zuid verkopen? Niet op basis van de gehanteerde selectiecriteria, zo oordeelt de rechtbank Gelderland. Als de gemeente alsnog objectieve, toetsbare en redelijke criteria hanteert, is onderhandse verkoop wellicht alsnog mogelijk en kan een selectieprocedure achterwege blijven.
Het is toegestaan om opdrachten voor sociale diensten (waaronder maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp) alleen te gunnen aan organisaties die geen winstoogmerk hebben, aldus het Europese Hof van Justitie. Dit oordeel biedt in het bijzonder gemeenten de kans om in het sociaal domein paal en perk te stellen aan winsten die door (zorg)aanbieders worden gemaakt.
De gemeente Amsterdam heeft de geschiktheidseis gesteld dat er ervaring moet zijn met één werk van tenminste € 1.000.000,-. Een aannemer legt als referentie over een RAW-raamovereenkomst op grond waarvan diverse vergelijkbare deelopdrachten zijn uitgevoerd waarvan de waarde in totaliteit (wél) het bedrag van € 1.000.000,- overstijgt. De gemeente meent dat daardoor niet aan de geschiktheidseis wordt voldaan en legt de inschrijving terzijde. Aan de Amsterdamse voorzieningenrechter ligt vervolgens de vraag voor of aan de eis van ‘één werk’ kan worden voldaan met (diverse deelopdrachten onder) een RAW-raamovereenkomst.
In een recente uitspraak geeft het Europese Hof van Justitie duidelijkheid over de wijze waarop een vennootschap onder firma (‘vof’) moet inschrijven op een aanbestedingsprocedure. De vof die de opdracht met eigen personeel en bedrijfsmiddelen uitvoert, dient één (eigen) Uniform Europees Aanbestedingsdocument (‘UEA’) in. De vof die voor de uitvoering (personeel en middelen van) haar vennoten inzet, moet daarnaast ook UEA’s van de betreffende vennoten indienen.
De voorzieningenrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelde in een recent vonnis dat de inschrijving van een inschrijver, die vergat een UEA in te dienen, terecht door de aanbestedende dienst als ongeldig terzijde is gelegd. Het gegeven dat de inschrijver aan de hand van metadata kon bewijzen dat het UEA voor inschrijving rechtsgeldig was ondertekend en ingescand maakte het oordeel niet anders.
Deze website plaatst functionele en analytische cookies, waarmee we onze site gebruiksvriendelijker maken. U blijft anoniem. Cookies van derden plaatsen we niet zonder uw toestemming. Klik op 'voorkeuren instellen' om uw voorkeuren aan te geven.