1. Home
  2. Franchise

Franchise

De franchiseovereenkomst

De Wet Franchise definieert de franchiseovereenkomst als een “overeenkomst waarbij de franchisegever aan een franchisenemer tegen vergoeding het recht verleent en de verplichting oplegt om een franchiseformule op de door de franchisegever aangewezen wijze te exploiteren voor de productie of verkoop van goederen dan wel het verrichten van diensten.” Supermarkten, fastfoodrestaurants en kledingwinkels zijn vaak onderdeel van franchiseformules. Ook bij dienstverleners zoals uitvaartondernemingen of hypotheekadviseurs is franchising een gangbare contractsvorm.

Bij het aangaan van een franchiserelatie komt veel meer kijken dan alleen het opstellen van een franchiseovereenkomst. Zo spelen vaak huurrechtelijke aspecten een rol bij het vinden van een locatie, is het intellectueel eigendomsrecht van belang bij het exploiteren van de franchiseformule en kan het mededingingsrecht in de weg staan aan bepaalde franchiseafspraken die de concurrentie merkbaar beperken.

De Wet Franchise

Met de introductie van de Wet Franchise op 1 januari 2021 is de franchiseovereenkomst een zogenaamde ‘benoemde overeenkomst’ geworden. Dat betekent dat de wet (artikel 7:911 BW e.v.) op een aantal onderdelen invulling geeft aan de inhoud van de franchiseovereenkomst.

Volgens de Wet Franchise bestaat de franchiseformule uit twee kernelementen:

  • een handelsmerk, naam of huisstijl, en
  • knowhow, die vaak praktische kennis betreft over verkoop, inrichting en bedrijfsvoering die kenmerkend is voor de onderneming van de franchisegever.

De Wet Franchise regelt op dwingende wijze de volgende onderwerpen in de franchiseovereenkomst:

  • informatieverplichtingen;
  • goodwill;
  • non-concurrentiebedingen;
  • wijziging van de franchiseformule.

Precontractuele (informatie)verplichtingen

Zowel op de potentiële franchisenemer als de franchisegever rusten precontractuele (informatie)verplichtingen. Zo dient de potentiële franchisenemer aan de franchisegever tijdig informatie te verstrekken over zijn financiële positie. De franchisegever is op zijn beurt verplicht tijdig aan de potentiële franchisenemer te verstrekken:

  • het ontwerp van de franchiseovereenkomst, inclusief bijlagen;
  • een overzicht van de betalingsverplichtingen die op de franchisenemer komen te liggen zoals vergoedingen, opslagen of andere bijdragen aan de franchisegever
  • een overzicht van de van de franchisenemer verlangde investeringen;
  • informatie over de wijze waarop en de frequentie waarmee het overleg tussen de franchisegever en de
  • franchisenemer plaatsvindt en de contactgegevens van het franchisenemersvertegenwoordigingsorgaan (indien aanwezig);
  • informatie over de mate waarin en de wijze waarop de franchisegever in concurrentie kan treden met de franchisenemer, al dan niet via een afgeleide formule;
  • informatie over de mate waarin en de wijze waarop de franchisenemer kennis kan nemen van omzetgerelateerde gegevens die de franchisenemer betreffen of voor zijn bedrijfsvoering van belang zijn;
    alle overige informatie waarvan de franchisegever weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat deze van belang is voor de uitvoering van de franchiseovereenkomst. 

Indien beschikbaar en relevant, is de franchisegever bovendien gehouden informatie te verstrekken over zijn financiële positie en historische financiële gegevens van de beoogde locatie van de franchiseonderneming. Indien deze historische informatie niet beschikbaar is, dient de franchisegever de financiële informatie te verstrekken van een door hem vergelijkbaar geachte franchiseonderneming of eigen filiaal.

Standstill-periode

De franchisegever is verplicht om een standstill-periode in te lassen van ten minste vier weken tussen het moment van informatievoorziening en sluiting van de franchiseovereenkomst. Dat betekent dat de franchiseovereenkomst gedurende deze periode niet mag worden gesloten. Verder is het de franchisegever tijdens deze periode niet toegestaan de verstrekte informatie ten nadele van de potentiële franchisenemer te wijzigen. Ook mag de franchisegever de potentiële franchisenemer niet aanzetten tot het doen van betalingen of investeringen die direct of indirect samenhangen met de nog te sluiten franchiseovereenkomst. De enige uitzondering hierop is het sluiten van geheimhoudingsovereenkomsten, omdat de franchisegever vaak verplicht is om de vertrouwelijke informatie vóór het ingaan van de standstill-periode aan de potentiële franchisenemer te verstrekken.

Informatieverplichtingen gedurende looptijd franchiseovereenkomst

Ook gedurende de looptijd van de franchiseovereenkomst rusten er op de franchisegever bepaalde verplichtingen, zoals het verstrekken van:

  • informatie over voorgenomen wijzigingen van de franchiseovereenkomst;
  • informatie over door de franchisegever van de franchisenemer verlangde investeringen;
  • een kennisgeving van een besluit tot gebruik van een afgeleide formule, en
  • overige informatie waarvan de franchisegever weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat deze van belang is voor de uitvoering van de franchiseovereenkomst.

Goodwillregeling

Bij beëindiging van de franchiserelatie kan de franchisegever een vergoeding verschuldigd zijn voor de overname van goodwill die de franchisenemer heeft opgebouwd. De franchisegever is (dus) enkel gehouden tot betaling van een vergoeding in het geval hij de franchiseonderneming overneemt. Uit de wet volgt dat de franchiseovereenkomst dient te bepalen op welke wijze wordt vastgesteld:

  • of er goodwill aanwezig is in de franchiseonderneming;
  • welke omvang deze goodwill heeft (bijvoorbeeld door het opnemen van een berekeningswijze of een procedure voor de aanwijzing van een deskundige); en
  • in welke mate deze goodwill aan de franchisegever is toe te rekenen.

Non-concurrentie

Een franchiseovereenkomst kan een non-concurrentiebeding bevatten, dat de franchisenemer verbiedt om tijdens of na de franchiseovereenkomst een overeenkomst aan te gaan met concurrenten van de franchisegever. Aan een dergelijk non-concurrentiebeding stelt de wet grenzen met betrekking tot de duur, het toepasselijke territorium en de aard van de producten en/of diensten waarop het betrekking heeft.

Toestemming wijziging franchiseformule

De Wet Franchise vereist instemming van de franchisenemer voor een wijziging in de franchiseformule of het introduceren van een afgeleide formule indien deze daadwerkelijke financiële gevolgen heeft voor een franchisenemer (bijvoorbeeld doordat investeringen of bijdragen verlangd worden). Het instemmingsrecht geldt niet indien de financiële gevolgen onder een tevoren in de franchiseovereenkomst overeengekomen drempelwaarde blijven. Dat drempelbedrag mag niet dusdanig hoog zijn dat feitelijke instemming nooit vereist is.

Slot

De franchiseovereenkomst is een benoemde overeenkomst. Dat wil zeggen dat de Wet Franchise op een aantal onderdelen regelt hoe de franchiseovereenkomst eruit hoort te zien. Onze franchiseadvocaten zijn gespecialiseerd in juridische vraagstukken rondom franchise. Zij kunnen u bij ieder conflict, probleem of vraagstuk met betrekking tot een franchiseovereenkomst van passend en oplossingsgericht advies voorzien.

Voor meer informatie of een kennismaking kunt u vrijblijvend contact opnemen met een van onze specialisten.