Wijzigingen Wet langdurige zorg aanstaande
Vorige week sloot de consultatieronde naar de wijziging van de Wet langdurige zorg. In deze blog leggen wij kort uit welke wijzigingen de wetgever voornemens is om door te voeren.
Vorige week sloot de consultatieronde naar de wijziging van de Wet langdurige zorg. In deze blog leggen wij kort uit welke wijzigingen de wetgever voornemens is om door te voeren.
Het intrekken en terugvorderen van persoonsgebonden budgetten op grond van de Wmo blijkt niet eenvoudig voor gemeenten. De lat daarvoor lijkt gelet op het vereiste van dubbele opzet hoog te liggen. Dit leggen wij in onderstaande blog uit aan de hand van een recente uitspraak.
Gemeenten worden in toenemende mate actiever bij het controleren van zorgaanbieders in het sociaal domein en het terugvorderen van onrechtmatig gedeclareerde zorggelden. Toch lopen gemeenten hierbij soms tegen de grenzen van hun juridische mogelijkheden aan. Wij bespreken twee recente uitspraken die dit illustreren.
In dit derde en laatste deel over fraude in de Wmo een blog waarin het aansprakelijk stellen van de bestuurder van de zorgaanbieder centraal staat.
In dit tweede deel over fraude onder de Wmo behandelen wij een civiele uitspraak van de rechtbank Gelderland waarin terugbetaling van zorggelden wordt gevorderd op basis van ongerechtvaardigde verrijking.
Uit de rechtspraak blijkt dat gemeenten steeds meer ruimte nemen en krijgen op fraude met declaraties aan te pakken. Wij spreken drie recente uitspraken die in dit kader aandacht verdienen.
Het Gerechtshof Den Haag bevestigt in hoger beroep het oordeel van de voorzieningenrechter dat tien gemeenten in de regio Den Haag geen reële kostprijzen boden bij de inkoop van jeugdzorg. In deze blog leggen wij kort uit waar deze uitspraak over gaat en de betekenis ervan voor de vaststelling van reële kostprijzen binnen de jeugdzorg.
Het besluit van 22 december 2018 voor de vrijstelling in de vennootschapsbelasting in de zorg is op 13 december 2019 aangevuld met beleid voor de jeugdzorg. Bovendien zijn enkele wijzigingen en versoepelingen aangebracht in de governance-vereisten bij Zorg-BV's als (klein)dochtermaatschappijen van zorgorganisaties. In dit artikel wordt ingegaan op deze aanvullingen.
Met ingang van 1 april 2019 wijzigt de Wet BIG. BIG-geregistreerde beroepsbeoefenaren zijn dan verplicht hun BIG-nummer publiekelijk te vermelden. Naar aanleiding van forse bezwaren vanuit het veld tegen de snelle invoering en de brede reikwijdte van de verplichting, gaat de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) voorlopig niet handhavend optreden wanneer het BIG-nummer niet zichtbaar is vermeld.
Recent is een wetswijziging ingediend waardoor de orthopedagoog-generalist zal worden toegevoegd aan het BIG-register. Dat betekent dat straks ook orthopedagoog-generalisten onderworpen zijn aan het medisch tuchtrecht. Waarschijnlijk treedt deze wijziging in werking samen met de Wet zorg en dwang (Wzd) en de Wet verplichte ggz in 2020.
Het besluit, dat gaat over de toepassing van de subjectieve vrijstelling voor de vennootschapsbelasting van zorgorganisaties, bevat naast een actualisering, een aantal nieuwe beleidsstandpunten en een overgangsmaatregel. Hiermee wordt getracht beter aan te sluiten bij de ontwikkelingen in de zorgsector.
Dit jaar hanteren bijna alle zorgverzekeraars een cessieverbod en een verbod op directe betaling op rekening van de zorgaanbieder. Dit leidt niet alleen tot verspilling van duizenden euro’s aan zorggeld, maar ook tot grote problemen voor zorgaanbieders en patiënten. Het ministerie van VWS lijkt totaal geen zicht te hebben op de gevolgen die het cessieverbod heeft voor de marktverhoudingen.