Voor ervaringseis “bouwteamverband” is geen bouwteamovereenkomst nodig
De Provincie Utrecht had voor een niet-openbare aanbesteding voor onderhoud wegvakken als selectiecriterium ervaring in “bouwteamverband” gevraagd.
De Provincie Utrecht had voor een niet-openbare aanbesteding voor onderhoud wegvakken als selectiecriterium ervaring in “bouwteamverband” gevraagd.
In een kort geding procedure voor de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland was de vraag aan de orde of ProRail bedrijfsgeheimen van ASE openbaar heeft gemaakt in aanbestedingsstukken. De Voorzieningenrechter heeft in zijn vonnis van 18 december 2019 geoordeeld dat hiervan geen sprake is en heeft de vorderingen van ASE afgewezen.
In een kort geding over de jeugdhulpinkoop door tien gemeenten uit de regio Haaglanden, haalt de rechter een streep door de gehanteerde tarieven. Die zijn te laag en niet gebaseerd op een kostprijsberekening die met alle omstandigheden voldoende rekening houdt. Daarmee zijn de tarieven niet “reëel” en “proportioneel”. De gemeenten worden veroordeeld om nieuwe tarieven vast te stellen.
De Bossche kort gedingrechter heeft op 16 oktober 2019 geoordeeld dat een ‘broker-aanbesteding’ voor inhuur personeel niet in strijd is met het aanbestedingsrecht. De aanbesteding betreft een raamovereenkomst met één partij (een ‘Managed Service Provider’) met een totale waarde van € 125 miljoen. Volgens de rechter stelt een marktpartij ten onrechte dat aldus op onrechtmatige wijze het grootste deel van de opdracht feitelijk niet zou worden aanbesteed dan wel de criteria onvoldoende transparant zouden zijn.
Op 27 september 2019 heeft de Almelose kortgedingrechter geoordeeld dat de aanbestedende dienst de raamovereenkomst mag ontbinden, omdat de inschrijver tijdens de aanbestedingsprocedure valse informatie heeft verstrekt.
Ook bij een niet-relatieve beoordeling mogen andere inschrijvingen worden betrokken. Bij past performance en ernstige beroepsfout is de gebeurtenis zelf bepalend en niet de datum van een vonnis om binnen de termijn van drie jaar tot uitsluiting over te mogen gaan.
Het Hof Arnhem heeft op 18 juni bevestigd dat een aanbestedende dienst na een winnend kort geding gewoon tot definitieve gunning mag overgaan. In hoger beroep kan deze gunning in slechts uitzonderlijke gevallen nog worden aangetast. Verder bevestigt het Hof dat indien de gunning meerdere aanbestedende diensten als opdrachtgever betreft, ook al deze aanbestedende diensten in kort geding moeten worden gedagvaard (en niet alleen de penvoerder).
Een opdrachtnemer wiens overeenkomst is ontbonden wegens ernstige tekortkomingen mag worden uitgesloten voor een nieuwe aanbesteding. Het Europese Hof van Justitie oordeelt dat de omstandigheid dat de opdrachtnemer de ontbinding in rechte aanvecht, geen beletsel is voor een aanbestedende dienst om gewoon tot uitsluiting over te gaan.
Een recente uitspraak van de Raad van Arbitrage maakt weer eens duidelijk dat de bepalingen in een contract en de toepasselijke UAV niet allesbepalend zijn. Het gaat erom wat partijen hebben bedoeld maar ook hoe partijen feitelijk uitvoering aan het contract hebben gegeven. Opdrachtgevers moeten zich ervan bewust zijn dat een flexibele houding ten aanzien van planning en het ongebruikelijk veel in eigen beheer uitvoeren en coördineren tot gevolg kan hebben dat niet meer conform UAV een beroep kan worden gedaan op een harde opleverdatum en meerwerkclaims niet kunnen worden afgehouden vanwege het ontbreken van een schriftelijke opdracht dan wel prijswaarschuwing.
Binnen de beperkte ruimte die een aanbestedende dienst heeft om een inschrijver herstel te bieden is het toegestaan om een te laat ingediend bewijsstuk alsnog te accepteren als dat bewijsstuk dateert van vóór de uiterste indieningstermijn. Als het bewijsstuk dateert van na die datum is herstel niet toegestaan, zo oordeelde de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Nederland onlangs.
Procespartijen in het bestuursrecht kunnen slechts opkomen tegen normschendingen die hun eigen belang raken. Dat is de kern van het relativiteitsvereiste uit artikel 8:69a Awb. Dat betekent dat een partij bijvoorbeeld niet met succes kan opkomen tegen de komst van een bedrijf met het betoog dat het bedrijf voorgeschreven afstanden tot woningen van derden niet in acht neemt. Dat kunnen namelijk alleen die derden.