Ter beschikking gestelde leaseauto is geen onvoorwaardelijke arbeidsvoorwaarde
Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch oordeelde in een recent arrest dat een aan een werknemer ter beschikking gestelde leaseauto geen onvoorwaardelijke arbeidsvoorwaarde is.
Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch oordeelde in een recent arrest dat een aan een werknemer ter beschikking gestelde leaseauto geen onvoorwaardelijke arbeidsvoorwaarde is.
Uiterlijk 1 augustus 2022 moet de Europese Richtlijn betreffende transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden in de Europese Unie in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd zijn. Deze richtlijn brengt ingrijpende gevolgen met zich mee. In dit artikel wordt stilgestaan bij de verplichtingen en gevolgen van de richtlijn met betrekking tot (verplichte) scholing.
Op 23 juli 2021 heeft de Europese Commissie een verruiming van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV) gepubliceerd. Lidstaten zijn hierdoor niet langer verplicht staatssteun aan de Commissie te melden wanneer die steun valt onder het toepassingsgebied van Europese investeringsprogramma’s en/of bedoeld is voor verduurzaming en digitalisering.
Vrijdag 17 september heeft de Hoge Raad een tweetal arresten gewezen over het begrip ‘materiële onderneming’ bij de exploitatie van onroerende zaken door een Vastgoed-BV. In de arresten ging het om de zogenoemde toepassing van de geruisloze terugkeerfaciliteit en bedrijfsopvolgingsfaciliteit. De Hoge Raad oordeelde dat een Vastgoed-BV met een omvangrijke vastgoedportefeuille geen onderneming dreef. In deze blog gaan wij in op de arresten en de impact op de andere belastingheffingen, zoals bij de belastingheffing bij vastgoedexploitanten in privé ten aanzien van de kwalificatie box 1 (onderneming / werkzaamheid) en box 3 (belegging).
In een uitspraak van 14 juli 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:1507) heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) bepaald dat overheden voortaan inspraak moeten bieden voordat zij beslissen op een aanvraag voor een natuurvergunning.
Een paar dagen geleden is de gewijzigde Handreiking integriteit van politieke ambtsdragers bij gemeenten, provincies en waterschappen uitgegeven.
De afgelopen periode zijn er verschillende ontwikkelingen geweest met betrekking tot de heffingsvermindering verhuurderheffing. In deze blog gaan wij in op de vennootschapsbelastingaspecten van de heffingsvermindering verhuurderheffing naar aanleiding van de conclusie van Advocaat-Generaal Wattel. Voor een algemene uitleg over de heffingsvermindering verhuurderheffing en de verlenging van de aanvraagtermijn voor definitieve investeringsverklaringen wijzen wij naar onze andere blog.
De afgelopen periode zijn er verschillende ontwikkelingen geweest met betrekking tot de heffingsvermindering verhuurderheffing. In deze blog gaan wij eerst in op de algemene aspecten van de heffingsvermindering verhuurderheffing om vervolgens in te gaan op de verlenging van de aanvraagtermijn voor definitieve investeringsverklaringen. In een afzonderlijke blog gaan wij in op de vennootschapsbelastingaspecten van de heffingsvermindering verhuurderheffing naar aanleiding van de conclusie van Advocaat-Generaal Wattel.
In een uitspraak van 4 mei 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:953) heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) de toegang tot de bestuursrechter in omgevingsrechtelijke zaken (nog) verder verruimd. Dit volgt uit een tweede richtinggevende uitspraak van de Afdeling naar aanleiding van het “Varkens in Nood”-arrest.
Minister Ollongren informeert periodiek de Eerste en Tweede Kamer over de meest recente ontwikkelingen rondom de implementatie van de Omgevingswet. De wet- en regelgeving is inhoudelijk afgerond en het ontwerp van het KB over de inwerkingtredingsdatum van de Omgevingswet is in behandeling bij de Eerste Kamer. Daarmee lijkt 1 januari 2022 nog steeds een haalbare datum.
Op 29 maart 2021 is het consultatiedocument gepubliceerd door het ministerie van Financiën over de aanpassing van het fiscale regime voor de Commanditaire Vennootschap (CV), het Fonds voor Gemene rekening (FGR) en andere vergelijkbare buitenlandse vennootschappen. Hierin wordt voorgesteld om het toestemmingsvereiste voor de CV en het FGR af te schaffen, het open FGR te herdefiniëren in de wet en een aanvullende methode op te nemen voor de fiscale kwalificatie van buitenlandse vennootschappen. De wijzigingen zouden met ingang van 1 januari 2022 in werking moeten treden. Een dergelijke aanpassing zou grote fiscale gevolgen voor de praktijk met zich kunnen meebrengen. In deze blog signaleren wij alvast enkele belangrijke fiscale aspecten van het consultatiedocument voor de praktijk.