Dirkzwager deelt actief kennis met iedereen die juridische of fiscale informatie nodig heeft. Waarom? Om het niveau van onze dienstverlening te verhogen en ons netwerk te vergroten. Kennis delen is kracht. Het geeft de cliënt inzicht en maakt samenwerking en advisering doelgerichter. Kennis delen vormt de basis van alles wat we doen.
7 filter(s) actief
Expertise
Selecteer de gewenste filteritems
U heeft geselecteerd:
Combineren met:
Combinatie niet mogelijk met:
Sector
Selecteer de gewenste filteritems
Thema
Selecteer de gewenste filteritems
U heeft geselecteerd:
Combineren met:
Combinatie niet mogelijk met:
Auteur
Selecteer de gewenste filteritems
Combinatie niet mogelijk met:
Zoekopdracht delen:
Filterprofielen bewaren
Log in of meld u aan
Log in of meld u aan om filterprofielen te kunnen opslaan.
Op 1 september 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:1960) heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een uitspraak gewezen die van belang is voor de bestemmingsplanpraktijk, omdat daarin de mogelijkheden om de natuurgevolgen van het nieuwe plan (bijvoorbeeld stikstof) intern te salderen met het aan het plan voorafgaande gebruik zijn verruimd.
Een aanvraag om nadeelcompensatie wordt op grondslag van de aanvraag beoordeeld; een te late aanvulling of wijziging van betekenis hoeft niet te worden behandeld. De schade wordt beoordeeld op basis van de vergunde aantallen dieren en niet op de hogere aantallen dieren die in strijd met de vergunning worden gehouden.
De Afdeling oordeelt in deze uitspraak over nadeelcompensatie en over schade vanwege onrechtmatige besluiten. In beide gevallen: geen nadeel, geen causaal verband, dus geen vergoeding…
Voor het berekenen van stikstofdepositie gaat een vaste afstandsgrens van 25 kilometer gelden. Voor woningbouw, landbouw en industrie/energie gelden nu geen afstandsgrenzen. Voor infrastructurele projecten wordt rekening gehouden met de stikstofdepositie tot 5 kilometer van de weg. Een vaste afstandsgrens voor alle emissiebronnen leidt tot meer duidelijkheid en een gelijkwaardige behandeling van vergunningaanvragen.
Vorige week dinsdag 2 februari jl. werd Omgevingswet in de Tweede Kamer controversieel verklaard. Het voorstel om het Ontwerpbesluit tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de Omgevingswet controversieel te verklaren was aangenomen. Het leek te gaan om een “foutje”, omdat het uitgerekend D66 was die (als partij van (demissionair) minister Ollongren voorstander was van een inwerkingtreding op 1 januari 2022) toch vóór het controversieel verklaren had gestemd.
Op 18 december 2020 is de 20ste tranche van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (BuChw) in werking getreden. Deze tranche voorziet in wijzigingen van en aanvullingen op het BuChw en in een wijziging van het Besluit milieueffectrapportage (Besluit mer). Met name de wijziging van het Besluit mer is het signaleren waard.
De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit moet de locatiegegevens in tien zogenoemde PAS-meldingen openbaar maken. Dit heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (‘de Afdeling’) geoordeeld in een uitspraak van 27 januari 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:153).
Op 20 januari 2021 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (‘de Afdeling’) uitspraak gedaan in een handhavingszaak tussen het college van b&w van Utrecht (‘het college’) en een pandeigenaar (ECLI:NL:RVS:2021:101).
Planschade wordt niet vergoed als het risico daarop is aanvaard. Er is sprake van passieve risicoaanvaarding als de nadelige ontwikkeling bekend was op grond van een openbaar gemaakt concreet beleidsvoornemen. Daarvan kan ook sprake zijn in het geval van een mededeling in een gemeentelijke folder.
Een belangrijk onderdeel van de Omgevingswet is de invoeringswet- en -regelgeving. De Invoeringswet en het Invoeringsbesluit regelen de belangrijkste onderdelen van het overgangsrecht van de bestaande naar de nieuwe wetgeving. Ook vullen deze de Omgevingswet op een aantal onderdelen aan en zorgen deze ervoor dat bepaalde regelingen worden gewijzigd of ingetrokken. De Invoeringsregeling die daar onder hangt regelt op deze onderwerpen de op hetzelfde niveau hangende Omgevingsregeling en bevat een aantal specifieke thema’s. De Invoeringswet en het besluit zijn al gereed. Nu is ook de Invoeringsregeling klaar.
Sinds de inwerkintreding van de Crisis- en herstelwet in 2010 wordt ook in het omgevingsrecht het relativiteitsvereiste toegepast. Sinds 2016 is ook aangenomen dat hierop een correctie mogelijk is. Door de jaren heen is in veel uitspraken het relativiteitsvereiste aan de orde gekomen. Tijd voor de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State om voor de rechtspraktijk eens een duidelijk overzicht te maken van het beschermingsbereik van uiteenlopende algemene en omgevingsrechtelijke normen.
Het Invoeringsbesluit hangt onder de Invoeringswet. Het besluit bevat, naast diverse aanvullingen en intrekking van bestaande besluiten zoals het Besluit ruimtelijke ordening, een nadere uitwerking van het overgangsrecht. De overgangsrechtelijke regelingen zijn van belang op het moment dat de Omgevingswet (Omgevingswet) in werking treedt. Bij het overgangsrecht hoort onder meer de bruidsschat. Dit is een set regels die betrekking heeft op onderwerpen die nu in het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling staan en die straks bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet in het omgevingsplan moeten worden geregeld. Verder vult het Invoeringsbesluit de 4 amvb's van de Omgevingswet aan; het Omgevingsbesluit (Ob), het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl), het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) en het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl).
Deze website plaatst functionele en analytische cookies, waarmee we onze site gebruiksvriendelijker maken. U blijft anoniem. Cookies van derden plaatsen we niet zonder uw toestemming. Klik op 'voorkeuren instellen' om uw voorkeuren aan te geven.