Rechters geven gemeenten meer ruimte voor aanpak fraude onder de Wmo (III)
In dit derde en laatste deel over fraude in de Wmo een blog waarin het aansprakelijk stellen van de bestuurder van de zorgaanbieder centraal staat.
In dit derde en laatste deel over fraude in de Wmo een blog waarin het aansprakelijk stellen van de bestuurder van de zorgaanbieder centraal staat.
Uit de rechtspraak blijkt dat gemeenten steeds meer ruimte nemen en krijgen op fraude met declaraties aan te pakken. Wij spreken drie recente uitspraken die in dit kader aandacht verdienen.
De voorwaarde dat een belanghebbende alleen toegang heeft tot de rechter wanneer hij in het kader van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 Awb ook zienswijzen heeft ingediend, is in strijd met het Verdrag van Aarhus. Dat is de conclusie van A-G Bobek aan het Hof van Justitie in een Nederlandse milieuzaak.
Het KB voor het nieuwe sportpark in Badhoevedorp bevestigt dat een beroep op zelfrealisatie kritisch wordt beoordeeld. Daarbij zijn grondpositie, de doelmatigheid van integrale aanleg en beheer, en de (maatschappelijke) aard van de te realiseren functie, en niet op de laatste plaats de indiening van een concreet plan voor zelfrealisatie van belang.
De eigenaar van een woning werd 43 jaar na zijn aankoop geconfronteerd met een inpassingsplan van de provincie Limburg dat ervoor zorgt dat er op slechts 40 meter afstand van zijn woning een snelweg en een geluidswal mogen worden aangelegd. De rechtbank vond dat bij zo'n tijdsverloop geen sprake meer kan zijn van voorzienbaarheid. De Afdeling oordeelt dat de planschade voorzienbaar was en dat de eigenaar geen aanspraak heeft op een tegemoetkoming.
In de beschikking van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden gaat het hof uitgebreid in op het beoordelingskader van een verzoek om vernietiging van een gedoogplichtbeschikking en de relevantie van minder bezwaarlijke alternatieven.
De inwerkingtreding van de Omgevingswet wordt uitgesteld tot na 1 januari 2021. Dat schrijft de minister voor Wonen en Milieu in haar brief van 1 april 2020 aan de Tweede Kamer.
De inwerkingtreding van de Omgevingswet is uitgesteld tot na 1 januari 2021. Toekomstige onteigeningsverzoeken zullen hierdoor voorlopig nog onder de huidige Onteigeningswet worden afgehandeld.
In dit KB komt de problematiek van de niet aangeschreven huurder aan de orde. Bij verweven vennootschappen wordt de omissie van het niet toezenden van een kennisgeving gepasseerd. De Kroon bevestigt verder dat de noodzaak tot onteigening blijft bestaan totdat gronden in eigendom zijn overgedragen. Verzoeker hoeft tot slot geen genoegen te nemen met betredingstoestemming.
Art. 7j lid 1 van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (hierna: Uitvoeringsbesluit) wijst enkele gemeenten aan die - bij wijze van experiment - voor een periode van 15 jaar vergunningsvrij zonnevelden mogelijk kunnen maken. De gemeenten die aan dit experiment meedoen zijn de gemeenten Heerhugowaard, Hoorn, Koggenland, Leeuwarden, Ooststellingwerf, Weststellingwerf en Peel en Maas. Op initiatief van deze gemeenten is het experiment ontstaan, aangezien de invulling van bedrijventerreinen in deze gemeenten achterbleef bij de verwachtingen. Op deze manier kunnen gemeentelijke verliezen beperkt worden en kan een bijdrage aan duurzaamheid worden geleverd door de gronden tijdelijk voor zonnepanelen te gebruiken.
In de planschadeuitspraak Amsterdam oordeelt de Afdeling dat sinds lange tijd gevoerd ligplaatsenbeleid voor woonboten in aanmerking moet worden genomen bij de maximale invulling van de bestemming.
In de uitspraak Oegstgeest zet de Afdeling de vereisten voor compensatie in natura van planschade op een rij. De uitspraak bevestigt de lijn dat de gemeente bij compensatie in natura mag kiezen voor een wijze van compensatie die niet de voorkeur heeft van de aanvrager.