Bouwvrijstelling onverbindend. Wat betekent dat voor mijn project?
De Raad van State heeft op 2 november jl. geoordeeld dat de bouwvrijstelling (artikel 2.9a Wnb) in strijd is met de Habitatrichtlijn. Wat betekent dit voor uw project?
De Raad van State heeft op 2 november jl. geoordeeld dat de bouwvrijstelling (artikel 2.9a Wnb) in strijd is met de Habitatrichtlijn. Wat betekent dit voor uw project?
De Afdeling heeft op 2 november 2022 uitspraak gedaan in het zogenaamde Porthos-project en geoordeeld dat de bouwvrijstelling (artikel 2.9a Wnb) in strijd is met de Habitatrichtlijn.
Op 1 september 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:1960) heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een uitspraak gewezen die van belang is voor de bestemmingsplanpraktijk, omdat daarin de mogelijkheden om de natuurgevolgen van het nieuwe plan (bijvoorbeeld stikstof) intern te salderen met het aan het plan voorafgaande gebruik zijn verruimd.
Voor het berekenen van stikstofdepositie gaat een vaste afstandsgrens van 25 kilometer gelden. Voor woningbouw, landbouw en industrie/energie gelden nu geen afstandsgrenzen. Voor infrastructurele projecten wordt rekening gehouden met de stikstofdepositie tot 5 kilometer van de weg. Een vaste afstandsgrens voor alle emissiebronnen leidt tot meer duidelijkheid en een gelijkwaardige behandeling van vergunningaanvragen.
Op 18 december 2020 is de 20ste tranche van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (BuChw) in werking getreden. Deze tranche voorziet in wijzigingen van en aanvullingen op het BuChw en in een wijziging van het Besluit milieueffectrapportage (Besluit mer). Met name de wijziging van het Besluit mer is het signaleren waard.
Art. 7j lid 1 van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (hierna: Uitvoeringsbesluit) wijst enkele gemeenten aan die - bij wijze van experiment - voor een periode van 15 jaar vergunningsvrij zonnevelden mogelijk kunnen maken. De gemeenten die aan dit experiment meedoen zijn de gemeenten Heerhugowaard, Hoorn, Koggenland, Leeuwarden, Ooststellingwerf, Weststellingwerf en Peel en Maas. Op initiatief van deze gemeenten is het experiment ontstaan, aangezien de invulling van bedrijventerreinen in deze gemeenten achterbleef bij de verwachtingen. Op deze manier kunnen gemeentelijke verliezen beperkt worden en kan een bijdrage aan duurzaamheid worden geleverd door de gronden tijdelijk voor zonnepanelen te gebruiken.
De Afdelingsbestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) heeft het inpassingsplan “Maritieme Servicehaven Noordelijk Flevoland” van de provincie Flevoland vernietigd. De provincie mag op dit moment dus niet de voorziene buitendijkse haven bij Urk aanleggen. De reden daarvoor is dat de passende beoordeling (lees; de ecologische onderbouwing van het plan) niet voldoet aan de eisen die hieraan gesteld zijn in de uitspraken van de ABRvS van 29 mei 2019 over het Programma Aanpak Stikstof (PAS).
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft op verzoek van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit vandaag voorlichting gegeven over de instelling van een drempelwaarde voor geringe stikstofdeposities. Daarnaast heeft de Afdeling ook advies uitgebracht over het wetsvoorstel Spoedwet aanpak stikstof. Ook is geadviseerd over het initiatiefwetsvoorstel van de Kamerleden Kops, Graus en Van Aalst (PVV) voor een Tijdelijke noodwet stikstof.
Ministers Schouten, van Nieuwenhuizen en van Veldhoven hebben de Tweede Kamer bij brief van 13 november 2019 geïnformeerd over de maatregelen voor de aanpak van de stikstofproblematiek in de woningbouw- en infrastructuursector. Het kabinet voelt grote urgentie rond de bouw- en infrastructuursector en zet met een pakket stevige (bron)maatregelen nieuwe stappen om deze problematiek vlot te trekken.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de bestemmingsplannen en omgevingsvergunningen voor twee zonneparken in de gemeente Borger-Odoorn “goedgekeurd”.
BIJ12 meldt als uitvoeringsorganisatie voor de twaalf provincies dat Aerius vandaag tijdelijk niet beschikbaar is.
De (woning)bouwsector wordt als gevolg van de stikstofproblematiek op dit moment geconfronteerd met een sterk toegenomen onderzoekslast en met het feit dat aan veel (woning)bouwprojecten uiteindelijk als gevolg van de (zeer beperkte) stikstofdepositie geen medewerking wordt verleend door het bevoegd gezag. De woningbouw stagneert daardoor in ernstige mate met alle negatieve gevolgen van dien.