Dirkzwager deelt actief kennis met iedereen die juridische of fiscale informatie nodig heeft. Waarom? Om het niveau van onze dienstverlening te verhogen en ons netwerk te vergroten. Kennis delen is kracht. Het geeft de cliënt inzicht en maakt samenwerking en advisering doelgerichter. Kennis delen vormt de basis van alles wat we doen.
6 filter(s) actief
Expertise
Selecteer de gewenste filteritems
U heeft geselecteerd:
Combineren met:
Combinatie niet mogelijk met:
Sector
Selecteer de gewenste filteritems
Thema
Selecteer de gewenste filteritems
U heeft geselecteerd:
Combineren met:
Combinatie niet mogelijk met:
Auteur
Selecteer de gewenste filteritems
Combinatie niet mogelijk met:
Zoekopdracht delen:
Filterprofielen bewaren
Log in of meld u aan
Log in of meld u aan om filterprofielen te kunnen opslaan.
Een dringende verdenking van zwartwerk en een schending van de wet op de terbeschikkingstelling van werknemers (Arbeitnehmerentsendegesetz) geeft de opdrachtgever het recht om de bouwovereenkomst wegens belangrijke redenen te beëindigen.
Op 25 september 2019 heeft minister Ollongron het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 naar de Tweede Kamer gezonden. De wijziging beoogt onder meer een vereenvoudiging van de goedkeuringsprocedure voor het uitvoeren van niet-DAEB-werkzaamheden door toegelaten instellingen.
Eerder besprak ik in dit tijdschrift een Bibob-uitspraak van 6 februari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:350, «JM» 2019/45, waarin het college van gedeputeerde staten van Groningen de mist inging door aan een grotendeels vergunde inrichting een revisievergunning met beperkte geldigheidsduur te verlenen. Volgens de Afdeling was dat besluit in strijd met het evenredigheidsbeginsel uit artikel 3 lid 5 Wet Bibob. In de interessante tussenuitspraak van 3 juli 2019 gaat het mis voor het college van burgemeester en wethouders van Breda (‘het college’). Het college heeft geweigerd om de appellant een omgevingsvergunning te verlenen voor de realisatie van woningen en winkelruimten op een perceel in Breda. Op het moment van de aanvraag was niet de appellant, maar ‘belanghebbende’ eigenaar van de panden waarin de woningen en winkels zijn voorzien. Om die reden heeft het college deze belanghebbende aangemerkt als betrokkene in de zin van artikel 2.20 lid 1 Wabo.
Een verzoeker om planschade moet voldoende concrete pogingen ondernemen om bestaande bebouwingsmogelijkheden alsnog te benutten. Zo’n concrete poging houdt ook in dat een eigenaar in het geval van een uit te werken bestemming een aanvraag indient tot het vaststellen van een uitwerkingsplan.
In een nog bij de Hoge Raad lopende procedure bevestigt Advocaat-Generaal Ettema, dat bij transformaties van kantoren naar woningen het lage (2%) tarief in de overdrachtsbelasting van toepassing is.
Op 4 februari 2019 is het Wetsvoorstel Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet (hierna: de Aanvullingswet grondeigendom) bij de Tweede Kamer ingediend. Het Wetsvoorstel bevat onder andere de door de regering beoogde regeling van voorkeursrechten op onroerende zaken in de Omgevingswet.
Een recente uitspraak van de Raad van Arbitrage maakt weer eens duidelijk dat de bepalingen in een contract en de toepasselijke UAV niet allesbepalend zijn. Het gaat erom wat partijen hebben bedoeld maar ook hoe partijen feitelijk uitvoering aan het contract hebben gegeven. Opdrachtgevers moeten zich ervan bewust zijn dat een flexibele houding ten aanzien van planning en het ongebruikelijk veel in eigen beheer uitvoeren en coördineren tot gevolg kan hebben dat niet meer conform UAV een beroep kan worden gedaan op een harde opleverdatum en meerwerkclaims niet kunnen worden afgehouden vanwege het ontbreken van een schriftelijke opdracht dan wel prijswaarschuwing.
Kopers kopen een woonhuis. Zowel op Funda als in de verkoopbrochure stond er bij de desbetreffende woning een woonoppervlakte ad ca. 150 m2 vermeld. Na aankoop van de woning blijkt dat de woonoppervlakte slechts 124 m2 bedraagt. De makelaar is aansprakelijk voor de door kopers geleden schade. Een vaak terugkerend discussiepunt komt tot aan de Hoge Raad: hoe dient de omvang van de schade te worden begroot?
Van een perceeleigenaar kan worden verlangd dat hij binnen zeven maanden na de terinzagelegging van een voorontwerp voor een nadelige planwijziging een passend bouwplan indient.
Op 12 februari 2019 heeft de Raad van Arbitrage voor de Bouw (“Raad”) geoordeeld over de vraag hoeveel geluid geïnstalleerde warmtepompen in (nieuwbouw)woningen mogen maken. Het op het geschil toepasselijke Bouwbesluit 2003 bood in dit kader geen uitsluitsel. De arbiter past een norm van 30 dB toe. Dit sluit niet alleen aan bij de NEN normen, maar ook bij het Bouwbesluit 2012.
Binnen de beperkte ruimte die een aanbestedende dienst heeft om een inschrijver herstel te bieden is het toegestaan om een te laat ingediend bewijsstuk alsnog te accepteren als dat bewijsstuk dateert van vóór de uiterste indieningstermijn. Als het bewijsstuk dateert van na die datum is herstel niet toegestaan, zo oordeelde de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Nederland onlangs.
In de Omgevingswet is nu een hoofdstuk opgenomen over Grondexploitatie. Dat hoofdstuk is achterhaald met het wetsvoorstel Aanvullingswet grondeigendom. In de plaats van grondexploitatie krijgen we alleen nog te maken met het instrument van kostenverhaal. Wat betekent dat voor u?
Deze website plaatst functionele en analytische cookies, waarmee we onze site gebruiksvriendelijker maken. U blijft anoniem. Cookies van derden plaatsen we niet zonder uw toestemming. Klik op 'voorkeuren instellen' om uw voorkeuren aan te geven.