Hoe vordert de implementatie van de Wet open overheid? Stand op 8 juli 2022
Per 1 mei 2022 is de Wet openbaarheid van bestuur (‘Wob’) ingetrokken en is de Wet open overheid (‘Woo’), de opvolger, van kracht.
Per 1 mei 2022 is de Wet openbaarheid van bestuur (‘Wob’) ingetrokken en is de Wet open overheid (‘Woo’), de opvolger, van kracht.
Per 1 mei 2022 is de Wet openbaarheid van bestuur (‘Wob’) ingetrokken en is de Wet open overheid (‘Woo’), de opvolger, van kracht. De Woo geeft nieuwe en afwijkende spelregels voor actieve en passieve openbaarmaking, zowel inhoudelijk als procedureel. Belangrijke veranderingen voor de bestuurlijke praktijk dus. In dit blog zet ik puntsgewijs enkele aandachtspunten op een rij.
In een uitspraak van 20 april 2022 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State inzichtelijk gemaakt wat de eventuele gevolgen zijn van het Didam-arrest in het kader van de uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan.
Het komt steeds vaker voor: een online-supermarkt waarbij de boodschappen in een mum van tijd thuis worden bezorgd. Deze “flitsbezorging” (ook wel darkstores genoemd) brengt nieuwe bestuurs- en huurrechtelijke vraagstukken met zich mee. In een recente uitspraak oordeelt de rechtbank Den Haag dat een beoogd gebruik voor flitsbezorging niet kwalificeert als detailhandel zoals omschreven in de planregels. Hierdoor gebruikt de flitsbezorgingsdienst het pand in strijd met het geldende bestemmingsplan en mag de gemeente handhavend optreden.
Een tendens van de afgelopen jaren is dat steeds meer gemeenten beleid hebben vastgesteld voor de beoordeling van initiatieven om zonneparken te realiseren. Dat beleid kan grote consequenties hebben voor op dat moment al lopende aanvragen. Ook heeft dit beleid in de praktijk vaak tot gevolg dat meerdere initiatieven met elkaar moeten concurreren. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 16 februari 2022 twee uitspraken gedaan over het fair play beginsel en de procedure voor vergunningverlening van zonneparken in de gemeente Drimmelen. De Afdeling is van oordeel dat niet alle aanvragen objectief en op een gelijke wijze zijn beoordeeld.
De kersverse Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Hugo de Jonge heeft laten weten dat de invoeringsdatum van de Omgevingswet op 1 juli 2022 niet verantwoord is. Opnieuw wordt de inwerkingtreding van de wet uitgesteld; vooralsnog tot 1 oktober 2022 of 1 januari 2023.
Afgelopen vrijdag oordeelde de Hoge Raad dat overheidslichamen op grond van het gelijkheidsbeginsel gehouden zijn om bij gronduitgifte mededingingsruimte te bieden als er meerdere (potentiële) gegadigden zijn. Het arrest is zonder meer verstrekkend, maar roept vooral ook veel vragen op.
Op 1 september 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:1960) heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een uitspraak gewezen die van belang is voor de bestemmingsplanpraktijk, omdat daarin de mogelijkheden om de natuurgevolgen van het nieuwe plan (bijvoorbeeld stikstof) intern te salderen met het aan het plan voorafgaande gebruik zijn verruimd.
Een aanvraag om nadeelcompensatie wordt op grondslag van de aanvraag beoordeeld; een te late aanvulling of wijziging van betekenis hoeft niet te worden behandeld. De schade wordt beoordeeld op basis van de vergunde aantallen dieren en niet op de hogere aantallen dieren die in strijd met de vergunning worden gehouden.
De Afdeling oordeelt in deze uitspraak over nadeelcompensatie en over schade vanwege onrechtmatige besluiten. In beide gevallen: geen nadeel, geen causaal verband, dus geen vergoeding…
Voor het berekenen van stikstofdepositie gaat een vaste afstandsgrens van 25 kilometer gelden. Voor woningbouw, landbouw en industrie/energie gelden nu geen afstandsgrenzen. Voor infrastructurele projecten wordt rekening gehouden met de stikstofdepositie tot 5 kilometer van de weg. Een vaste afstandsgrens voor alle emissiebronnen leidt tot meer duidelijkheid en een gelijkwaardige behandeling van vergunningaanvragen.
Vorige week dinsdag 2 februari jl. werd Omgevingswet in de Tweede Kamer controversieel verklaard. Het voorstel om het Ontwerpbesluit tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de Omgevingswet controversieel te verklaren was aangenomen. Het leek te gaan om een “foutje”, omdat het uitgerekend D66 was die (als partij van (demissionair) minister Ollongren voorstander was van een inwerkingtreding op 1 januari 2022) toch vóór het controversieel verklaren had gestemd.