Eerste (tussen)vonnis in bodemprocedure over Eurogrit-affaire
Weer een loot aan de stam van de uitleg van de exoneratie in de algemene voorwaarden van Eurogrit, door de eerste beslissing van een bodemrechter inzake de Eurogrit-affaire
Weer een loot aan de stam van de uitleg van de exoneratie in de algemene voorwaarden van Eurogrit, door de eerste beslissing van een bodemrechter inzake de Eurogrit-affaire
Toepassing van de leer van de redelijke toerekening: aannemer niet ongebreideld aansprakelijk voor gevolgen waterlekkage
Vandalisme of kwaadwilligheid bij de verontreiniging van het voedingswater van een teeltbedrijf is niet komen vast te staan, waardoor er geen dekking is onder de gewassenverzekering.
Momenteel lopen voor Nederlandse rechtbanken en gerechtshoven diverse kartelschadeprocedures. In (vrijwel) al deze zaken stellen de (vermeend) karteldeelnemers dat de schadeclaims van hun benadeelde (indirecte) afnemers zijn verjaard. De aanvangsdatum van de verjaringstermijn van vijf jaar is dan een belangrijk geschilpunt.
In een recente uitspraak overwoog de Haagse voorzieningenrechter dat de opdrachtgever een aanbestede overeenkomst buitengerechtelijk heeft mogen ontbinden omdat het toelaten of gedogen van een tekortkoming anders zou leiden tot een wezenlijke wijziging van de aanbestede opdracht. Het antwoord op de vraag of die tekortkoming ontbinding rechtvaardigt, is daarmee gegeven.
Mag je als kredietaanbieder vertrouwen op de gegevens die via een tussenpersoon verstrekt worden, of moet je deze gegevens ten aanzien van overkreditering controleren? Over de zorgplicht ten aanzien van overkreditering bij hypothecair krediet is recentelijk een interessante conclusie door de P-G van de Hoge Raad genomen.
'Battle of forms' en het uitdrukkelijk van de hand wijzen van algemene voorwaarden. Aan de hand van twee arresten bespreek ik hoe het criterium uitdrukkelijk van de hand wijzen is toegepast door het hof Amsterdam en recentelijk door het hof Arnhem-Leeuwarden.
Op 17 juli 2018 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden arrest gewezen in een procedure tussen Varkenshandel Dijk, hierna: “Varkenshandel”, en een eigenaar van een zeugfokbedrijf en varkenshouderij, hierna: “Boer X”. Partijen hebben langere tijd zaken met elkaar gedaan en hebben daarbij afspraken gemaakt over het financieren van een zeugenstapel voor het zeugfokbedrijf. Tussen partijen is discussie ontstaan over de te betalen prijs voor geleverde biggen, een eigendomsvoorbehoud en in het verlengde daarvan de rechtmatigheid van een gelegd beslag.
Rondom de fosfaatrechten heeft een voorzieningenrechter geoordeeld dat door een onvoorziene situatie een inschaarder een aanzienlijk voordeel heeft genoten, terwijl het houderschap van de dieren slechts 12 weken heeft geduurd. Bovendien dat een herverdeling van de fosfaatrechten op grond van de Meststoffenwet tot de mogelijkheden behoorde. De voorzieningenrechter komt aldus tot het voorlopig oordeel dat een redelijke toepassing van de in-/uitscharingsovereenkomst met zich meebrengt dat de fosfaatrechten conform de perioden van houderschap in diezelfde verhouding tussen partijen dienen te worden verdeeld.
Een aannemer die in strijd met een besteksverplichting zijn CAR-verzekeraar niet heeft verzocht de schade-uitkering rechtstreeks aan zijn opdrachtgever te doen, is veroordeeld tot doorbetaling van de reeds uitgekeerde schadepenningen en tot het alsnog doen van dat verzoek aan zijn CAR-verzekeraar.
De herziening van de Verordening 261/2004 is niet overbodig en zal de uniforme, effectieve en eerlijke uitleg tegen goede komen.
Staking door de luchtverkeersleiding kan worden aangemerkt als buitengewone omstandigheid.