Bouwvrijstelling gesneuveld
De Afdeling heeft op 2 november 2022 uitspraak gedaan in het zogenaamde Porthos-project en geoordeeld dat de bouwvrijstelling (artikel 2.9a Wnb) in strijd is met de Habitatrichtlijn.
De Afdeling heeft op 2 november 2022 uitspraak gedaan in het zogenaamde Porthos-project en geoordeeld dat de bouwvrijstelling (artikel 2.9a Wnb) in strijd is met de Habitatrichtlijn.
Op 1 november 2022 treedt het Nederlandse UBO-register voor trusts en soortgelijke juridische constructies (hierna te noemen: het “Trustregister”) in werking. In het Trustregister worden bepaalde persoonlijke gegevens opgenomen van de uiteindelijke belanghebbenden (UBO(s)) van de trusts en soortgelijke juridische constructies, waaronder Nederlandse open en besloten fondsen voor gemene rekening (FGRs). In deze blog zal kort stil worden gestaan bij de belangrijkste gevolgen van de inwerkingtreding van het Trustregister voor de praktijk.
Voor een zorgvuldige invoering van de Omgevingswet zou meer tijd nodig zijn om te oefenen, te testen en te zorgen voor extra ondersteuning bij bevoegde gezagen. Daarom kiest minister De Jonge voor een beperkt uitstel van de ingangsdatum. Dat wordt 1 juli 2023 in plaats van 1 januari 2023.
Een enorme arbeidsmarktkrapte. Bedrijven die staan te springen om helpende handjes. En daar is Nora, 40 jaar oud. Jarenlang in loondienst gewerkt. Hunkerend naar vrijheid, blijheid en een veel aantrekkelijker uurtarief. Ze waagt de sprong in het diepe. Ze kiest voor een zelfstandigenbestaan.
Dat hangt vooralsnog af van het net… Recent heeft de rechtbank Rotterdam het oordeel van de Autoriteit Consument & Markt (‘ACM’) bevestigd dat drinkwaterbedrijven geen ondernemingen zijn de zin van de Mededingingswet (‘Mw’). Het misbruikverbod (artikel 24 Mw) en het kartelverbod (artikel 6 Mw) zijn niet op hen van toepassing. De ACM beschouwt beheerders van regionale elektriciteitsnetten (in zeer voorzichtig geformuleerde bewoordingen) momenteel mogelijk als ondernemingen waarop deze verboden van toepassing zijn.
Veel gemeenten hebben in hun beleid de uitgangspunten en criteria beschreven die zij hanteren voor de locatiekeuze voor grondgebonden zonneparken. Aan de hand daarvan kan beoordeeld worden of een zonnepark op die locatie ruimtelijk aanvaardbaar is. Een variant daarop is dat zonneparken in het gemeentelijk beleid uitdrukkelijk worden toegestaan of juist worden uitgesloten op bepaalde locaties. Zo ook in de gemeente Schagen.
Een dragend beginsel van de Nederlandse rechtstaat is dat de overheid geen eigen belangen heeft. De functie van overheidslichamen is primair faciliterend ten opzichte van de burgers en bedrijven. Van essentieel belang is daarbij dat de overheid naar de individuele burger en bedrijf luistert, kijkt naar wat zij nodig heeft en zich daarbij dienend en responsief opstelt. Veel gemeenten willen graag een responsieve en eerlijke overheid zijn. In de praktijk gaat dit niet altijd goed. Dat kan leiden tot strijd met het beginsel van fair play. De bestuursrechter lijkt daar in toenemende mate ook strenger op toe te zien.
Schending van de onderzoeksplicht kan onder omstandigheden leiden tot aansprakelijkheid van de verkopende aandeelhouder-bestuurder. Benieuwd hoe dat in de praktijk werkt?
Bijzonder aan de WHOA is dat het het akkoord, na homologatie door de rechtbank, ook schuldeisers kan binden die niet met de inhoud van het akkoord hebben ingestemd. In een recente zaak kwam de vraag aan de orde of een WHOA-akkoord ook gehomologeerd kan worden wanneer alle stemgerechtigden met het akkoord hebben ingestemd, en er dus geen tegenstemmers of niet-stemmers zijn.
Het kwam nogal eens voor dat werknemers bij een doorstart na faillissement voor hun werkzaamheden na de faillissementsdatum betaald kregen van zowel UWV (namens de curator) als de doorstarter. In een recente uitspraak maakt de Hoge Raad daar een einde aan.
Wanneer een schuldeiser het faillissement van zijn debiteur wil aanvragen, zal hij moeten laten zien dat die debiteur ook ten minste één andere schuld heeft. Veel faillissementsaanvragen lopen daarop stuk. Een recente uitspraak van de Rechtbank Rotterdam zou soelaas kunnen bieden.
Het lijkt erop dat het Nederlandse bedrijfsleven de afgelopen jaren de coronapandemie goed heeft doorstaan, ondanks de lock downs en de gevolgen daarvan. Dat zal deels te danken zijn aan de steunpakketten van de Nederlandse overheid, maar ook aan de lage rentestanden. De steunmaatregelen zijn evenwel geëindigd, de belastingschulden waarvoor betalingsuitstel was gegeven zullen betaald moeten worden en de centrale banken verhogen inmiddels de rente weer. Mede als gevolg van de verhoogde energieprijzen worden we geconfronteerd met een behoorlijke inflatie en dat treft het bedrijfsleven.