Aankoop van onroerend goed door een vertegenwoordiger zonder volmacht: welk moment is relevant bij de kennisneming van gebreken?
Volgens de Duitse is voor een koopcontract voor onroerend goed een notariële akte vereist om rechtsgeldig te zijn.
Volgens de Duitse is voor een koopcontract voor onroerend goed een notariële akte vereist om rechtsgeldig te zijn.
Op 13 juli 2022 heeft het Gerecht van de EU een belangrijke uitspraak gedaan over staatssteun bij grondtransacties. De Europese Commissie heeft naar het oordeel van het Gerecht niet aannemelijk gemaakt dat de uitgifte van grond in erfpacht tegen niet-marktconforme voorwaarden had plaatsgevonden. Het Gerecht van de EU geeft in zijn uitspraak onder meer bruikbare handvatten om de marktwaarde van de bij een transactie betrokken grond vast te stellen, althans voldoende aannemelijk te maken. Daarmee is de uitspraak ook van belang voor de Nederlandse vastgoedpraktijk.
Er is weer een nieuwe uitspraak verschenen waarin het Didam-arrest wordt toegepast, en wederom een belangwekkende. Gemeente Zevenaar beëindigde een uitgifteprocedure van een aantal kavels, omdat deze de toets van het Didam-arrest niet zou doorstaan. Rechtbank Gelderland zag geen problemen met de eerste uitgifteprocedure en oordeelt dat de gemeente waarschijnlijk onrechtmatig heeft gehandeld door de procedure stop te zetten.
Als een opdrachtgever veranderingen of toevoegingen in het met een aannemer overeengekomen werk wenst, moet de aannemer de opdrachtgever wijzen op de noodzaak van de daaruit voortvloeiende prijsverhoging (artikel 7:755 BW). Alleen dan kan hij een verhoging van de prijs vorderen, “tenzij de opdrachtgever die noodzaak uit zichzelf had moeten begrijpen”. Recent liet de Hoge Raad zich uit over de vraag of voor de toepassing van deze tenzij-regel vereist is dat de opdrachtgever inzicht had in de omvang van de prijsverhoging dan wel de (concreet) te verwachten meerkosten.
Op 23 juni 2022 heeft de Duitse Bondsdag het wetsontwerp tot omzetting van de EU-richtlijn inzake transparante en voorspelbare arbeidsomstandigheden in de Europese Unie (EU) 2019/1152 aangenomen.
Een algemeen bekende term is het testament (ook wel: de "uiterste wilsbeschikking"), waarin door de testateur (ook wel: de "erflater") wordt vastgelegd aan wie een gedeelte van de nalatenschap toekomt en op welke wijze de nalatenschap dient te worden afgewikkeld (bijvoorbeeld door middel van het aanwijzen van een "executeur"). Een testament treedt pas in werking ná het overlijden van de testateur. Een andere term dat steeds bekender wordt is het levenstestament. Deze termen worden wel eens door elkaar gehaald. Hieronder kunt u lezen wat een levenstestament inhoudt en waarom deze van belang kan zijn voor u.
Een nieuwe beleidsregel geeft meer duidelijkheid over de (on)mogelijkheden voor aanbestedende diensten en speciale sectorbedrijven om een ontheffing aan te vragen van het verbod om met Russische partijen te contracteren of bestaande overeenkomsten na 9 oktober 2022 voort te zetten.
Het Wetsvoorstel nadere beloningsmaatregelen financiële ondernemingen (Wnbfo) doet per 1 januari 2023 zijn intrede. Hiermee komt er een aanscherping in de beloningsregels van financiële ondernemingen, welke zijn vastgelegd in de Wet op het financieel toezicht (Wft). Waar de regulering nu primair ziet op de variabele beloningen, komt met de aangescherpte regels meer aandacht voor de vaste beloningen.
Van 16 maart tot en met 30 april 2022 lag De verNieuwde Regeling 2022 (”DNR 2022”) ter consultatie. De DNR 2022 is een set algemene voorwaarden die de opvolger zou moeten worden van de DNR 2011 (De Nieuwe Regeling 2011) en regelt de rechtsverhouding tussen opdrachtgever enerzijds en architect, ingenieur of adviseur anderzijds.
Het Hof van Justitie heeft geoordeeld dat een quasi-inbestede opdracht moet worden aanbesteed zodra de verhoudingen tussen aanbestede en gecontroleerde rechtspersoon zodanig veranderen dat niet langer aan de vereisten voor quasi-inbesteding is voldaan.
In een recente uitspraak veroordeelt de Amsterdamse voorzieningenrechter vervoersbedrijf GVB ertoe een aanbestedingsprocedure opnieuw te doen, omdat het beoordelingsteam in afwijking van de stukken niet uit vier maar slechts uit drie leden bestond.
Connexxion heeft via het Europese Hof van Justitie en tot en met de Hoge Raad geprocedeerd over een aanbestedingsfout van het ministerie van VWS. Uiteindelijk met succes. Voor de jarenlange inspanningen wordt zij vooralsnog echter niet beloond: naar het oordeel van de rechtbank Den Haag is Connexxion er niet in geslaagd aan te tonen dat zij door die fout ook daadwerkelijk schade heeft geleden. De zaak toont maar weer eens aan dat het gelijk van de teleurgestelde inschrijver niet zonder meer tot schadevergoeding leidt.