Hoe vordert de implementatie van de Wet open overheid? Stand op 8 juli 2022
Per 1 mei 2022 is de Wet openbaarheid van bestuur (‘Wob’) ingetrokken en is de Wet open overheid (‘Woo’), de opvolger, van kracht.
Per 1 mei 2022 is de Wet openbaarheid van bestuur (‘Wob’) ingetrokken en is de Wet open overheid (‘Woo’), de opvolger, van kracht.
Op 8 juli jongstleden oordeelde de Brabantse voorzieningenrechter dat een voorgenomen onderhandse grondruil - tussen provincie Noord-Brabant en gemeente Bergeijk enerzijds, en een particulier anderzijds - is toegestaan vanwege uniciteit. In deze blog bespreek ik i) de toepasselijkheid van het Didam-arrest op grondruil en ii) uniciteit.
In mijn vorige blog schreef ik dat het voor inschrijvers lastig is om aan te tonen dat een gegunde partij zijn inschrijving niet waar kan maken. Ook JCDecaux lukte het in een kort geding niet om aan te tonen dat de winnende inschrijver niet voldeed aan de gestelde eisen. Definitieve gunning vond daarom plaats. Pas later, na definitieve gunning, lukte het JCDecaux om haar stelling hard maken. Zij kon de eenmaal gesloten overeenkomst niet meer aantasten maar JCDecaux vorderde schadevergoeding op grond van een onrechtmatige daad. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden oordeelde dat JCDecaux voldoende aannemelijk maakte dat de gunning aan de winnaar onrechtmatig was en dat JCDecaux daardoor schade heeft geleden.
“Koeien met gouden horens beloven”, inschrijvers betichten elkaar daar nog wel eens van. Het is vaak lastig voor een inschrijver om aan te tonen dat een gegunde partij zijn inschrijving niet waar kan maken. Zo ook in onderhavige zaak, daar stelt Philadelphia dat de gemeente haar zorgplicht op grond van de Wmo schendt omdat zij voornemens is te gunnen aan zorgaanbieders die volgens Philadelphia hun inschrijving niet waar kunnen maken. De voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam oordeelt anders en meent dat niet is gebleken van een onrealistische inschrijving.
In het tijdschrift Jurisprudentie Aanbestedingsrecht (JAAN 2022/104, afl. 5) is een noot van Mathijs Jonkers en Tony van Wijk over de vertrouwelijkheid van aanbestedingsstukken onder de Wob/Woo gepubliceerd.
In een recente uitspraak bevestigt de Afdeling bestuursrechtspraak dat de uitvoerbaarheid van een voorgenomen bestemmingsplan, en dus de geldigheid ervan, niet afhankelijk is van de vraag of de uitgifte van de betreffende grond in strijd is met het Didam-arrest.
Een aanbesteder die met een ‘ex-antebekendmaking’ ruchtbaarheid geeft aan zijn voornemen tot onderhandse gunning van een opdracht en vervolgens een standstill-termijn van twintig dagen in acht neemt, kan vervolgens een onaantastbare overeenkomst sluiten. Ook als achteraf zou blijken dat onverhoopt toch een aanbestedingsplicht geschonden is. In een recente uitspraak verduidelijkt de voorzieningenrechter te Leeuwarden dat die bescherming pas aan de orde is vanaf het moment dat ook daadwerkelijk is gecontracteerd én alleen indien de bekendmaking voldoende duidelijk de opdracht beschrijft.
De gunningsbeslissing is vaak het onderwerp van geschil in een aanbestedingskortgeding. Inschrijvers vinden achteraf de beoordelingscriteria onduidelijk of menen dat de beoordelingscommissie de beslissing onvoldoende onderbouwt dan wel de beoordelingscriteria niet goed toegepast. In een recent vonnis zet de voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland nog eens de maatstaf voor een goed onderbouwde selectie- en gunningsbeslissing uiteen.
Afgelopen dinsdag stemde De Eerste Kamer voor de motie Rietkerk. Dat heeft tot gevolg dat er voor dit moment vanuit moet worden gegaan dat de Omgevingswet over circa zes maanden in zal gaan.
Op 13 juli 2022 heeft het Gerecht van de EU een belangrijke uitspraak gedaan over staatssteun bij grondtransacties. De Europese Commissie heeft naar het oordeel van het Gerecht niet aannemelijk gemaakt dat de uitgifte van grond in erfpacht tegen niet-marktconforme voorwaarden had plaatsgevonden. Het Gerecht van de EU geeft in zijn uitspraak onder meer bruikbare handvatten om de marktwaarde van de bij een transactie betrokken grond vast te stellen, althans voldoende aannemelijk te maken. Daarmee is de uitspraak ook van belang voor de Nederlandse vastgoedpraktijk.
Er is weer een nieuwe uitspraak verschenen waarin het Didam-arrest wordt toegepast, en wederom een belangwekkende. Gemeente Zevenaar beëindigde een uitgifteprocedure van een aantal kavels, omdat deze de toets van het Didam-arrest niet zou doorstaan. Rechtbank Gelderland zag geen problemen met de eerste uitgifteprocedure en oordeelt dat de gemeente waarschijnlijk onrechtmatig heeft gehandeld door de procedure stop te zetten.
Als een opdrachtgever veranderingen of toevoegingen in het met een aannemer overeengekomen werk wenst, moet de aannemer de opdrachtgever wijzen op de noodzaak van de daaruit voortvloeiende prijsverhoging (artikel 7:755 BW). Alleen dan kan hij een verhoging van de prijs vorderen, “tenzij de opdrachtgever die noodzaak uit zichzelf had moeten begrijpen”. Recent liet de Hoge Raad zich uit over de vraag of voor de toepassing van deze tenzij-regel vereist is dat de opdrachtgever inzicht had in de omvang van de prijsverhoging dan wel de (concreet) te verwachten meerkosten.