Assurantieportefeuille niet vatbaar voor verpanding
Is een assurantieportefeuille vatbaar voor verpanding? In deze blog behandelen we een recente uitspraak van de Hoge Raad die antwoord geeft op deze vraag.
Is een assurantieportefeuille vatbaar voor verpanding? In deze blog behandelen we een recente uitspraak van de Hoge Raad die antwoord geeft op deze vraag.
Nadat de Hoge Raad eerder dit jaar genuanceerd geantwoord heeft op prejudiciële vragen die de rechtbank Amsterdam heeft gesteld over het beroep op dwaling bij rentederivaten, heeft zij nu in twee cassatiezaken arrest gewezen over hetzelfde onderwerp. Deze arresten zien op specifieke onderdelen die in veel rentederivatenzaken aan de orde zijn: marginverplichtingen en de adviesrelatie.
Op 29 mei 2019 zette de Afdeling in een tweetal uitspraken een streep door het PAS. Sindsdien zijn meerdere bestemmingsplannen en vergunningen door de Afdeling vernietigd. Dat niet alle bestemmingsplannen, waarbij gebruik is gemaakt van het PAS, hoeven te sneuvelen volgt uit een uitspraak van de Afdeling van 21 augustus 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:2835) over het bestemmingsplan Almere Poort West en Pampushout.
Ook bij een niet-relatieve beoordeling mogen andere inschrijvingen worden betrokken. Bij past performance en ernstige beroepsfout is de gebeurtenis zelf bepalend en niet de datum van een vonnis om binnen de termijn van drie jaar tot uitsluiting over te mogen gaan.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft vandaag bepaald dat het PAS niet als basis mag worden gebruikt voor toestemming voor activiteiten. Op basis van het PAS wordt vooruitlopend op toekomstige positieve gevolgen van maatregelen voor beschermde natuurgebieden, alvast toestemming gegeven voor activiteiten die mogelijk schadelijk zijn voor die gebieden. Een dergelijke toestemming op voorhand is niet (meer) toegestaan zo blijkt uit twee uitspraken van de Afdeling van 29 mei 2019.
In het verleden is er regelmatig geprocedeerd over de vraag of een belanghebbende een vergunning van rechtswege had verkregen, omdat het bestuursorgaan niet tijdig een beslissing had genomen op de aanvraag. Niet zelden kwam die discussie voort uit een aanvraag die verstopt was in een ander document bijvoorbeeld een bezwaarschrift gericht tegen een handhavingsbesluit.
Verlening tijdelijke omgevingsvergunning is in strijd met evenredigheidsbeginsel uit Wet Bibob
Eind 2017 meldde het Parool dat Prins Bernard jr. vanuit privé 349 panden in Amsterdam exploiteert. In de praktijk zien wij ook steeds vaker dat vastgoedexploitanten hun vastgoedportefeuille in privé exploiteren, waarbij men in de regel lijkt uit te gaan van belastingheffing in box 3. In dit kader speelt voor de heffing van inkomstenbelasting dus de vraag aan welke box de vastgoedexploitant zijn of haar vermogensbestanddelen en/of resultaten moet toerekenen. Het toerekenen aan de juiste box is van belang voor de bepaling van de verschuldigde inkomstenbelasting. De tarieven in de verschillende boxen lopen namelijk sterk uitéén. In deze blog gaan wij in op de relevante inkomstenbelastingaspecten van het exploiteren van vastgoed in privé.
Recent heeft een Advocaat-Generaal (A-G) een advies gegeven aan de Hoge Raad. Dit advies (een conclusie genoemd) hangt samen met vragen over dwaling bij renteswaps die Rechtbank Amsterdam heeft gesteld aan de Hoge Raad. Deze vragen zijn onder meer gesteld vanwege een zaak van Chantal van den Borne, advocaat bij Dirkzwager. Cassatieadvocaat en collega Tom van Malssen heeft haar bijgestaan.
Procespartijen in het bestuursrecht kunnen slechts opkomen tegen normschendingen die hun eigen belang raken. Dat is de kern van het relativiteitsvereiste uit artikel 8:69a Awb. Dat betekent dat een partij bijvoorbeeld niet met succes kan opkomen tegen de komst van een bedrijf met het betoog dat het bedrijf voorgeschreven afstanden tot woningen van derden niet in acht neemt. Dat kunnen namelijk alleen die derden.
Eerder dit jaar bleek dat een van de grootste bioscoopketens voor ruim 19 miljoen euro is opgelicht. Fraudeurs speelden in op Nederlandse top en deden zich via vervalste mailadressen voor als bestuurder van het Franse hoofdkantoor en vroegen om grote bedragen over te maken. Het klinkt in eerste instantie knullig en lijkt in strekking op de ongewenste e-mails van niet-bestaande exotische royalty die begin deze eeuw vaak de ronde deden. Toch komt zulke oplichterij vaker voor dan u denkt. Mogelijk kan er zelfs een beroep gemaakt worden op een juridische zorgplicht voor de bank als het op deze vormen van oplichting aankomt.
Het staat al sinds 2005 vast dat banken in bepaalde omstandigheden zich ook de belangen moeten aantrekken van partijen die geen klant bij hun zijn (derden). Hof Den Haag heeft nu (na terugverwijzing door de Hoge Raad) uitgemaakt dat die regel ook geldt in het geval de derden ‘professioneel’ zijn.