Onderzoeksplicht bij verkoop aandelen?
Schending van de onderzoeksplicht kan onder omstandigheden leiden tot aansprakelijkheid van de verkopende aandeelhouder-bestuurder. Benieuwd hoe dat in de praktijk werkt?
Schending van de onderzoeksplicht kan onder omstandigheden leiden tot aansprakelijkheid van de verkopende aandeelhouder-bestuurder. Benieuwd hoe dat in de praktijk werkt?
Bijzonder aan de WHOA is dat het het akkoord, na homologatie door de rechtbank, ook schuldeisers kan binden die niet met de inhoud van het akkoord hebben ingestemd. In een recente zaak kwam de vraag aan de orde of een WHOA-akkoord ook gehomologeerd kan worden wanneer alle stemgerechtigden met het akkoord hebben ingestemd, en er dus geen tegenstemmers of niet-stemmers zijn.
Op 1 juni 2022 is de nieuwe groepsvrijstellingverordening voor verticale overeenkomsten (met bijbehorende richtsnoeren) van de Europese Commissie in werking getreden. De groepsvrijstellingsverordening zondert bepaalde (distributie)overeenkomsten tussen ondernemingen in verschillende schakels van de keten uit van het Nederlandse en Europese kartelverbod, mits hun gezamenlijk marktaandeel kleiner is dan 30% en de overeenkomst geen hardcore beperking bevat.
Een merkhouder is jegens de consument aansprakelijk voor een gebrekkig product indien het product zijn merk draagt, zo overweegt het Hof van Justitie in een prejudiciële beslissing van 7 juli 2022.
Art. 2:248 lid 2 BW: Hoge Raad licht toe: De Hoge Raad wees in juli 2021 een arrest waaruit volgt dat de gedragingen van een oud-bestuurder van een failliete vennootschap, die op zichzelf gezien geen onbehoorlijk bestuur opleverden, kunnen worden gebruikt ter ontzenuwing van het bewijsvermoeden uit art. 2:248 lid 2 BW.
De Europese Commissie (‘Commissie’) herziet momenteel de mededingingsregels voor verticale overeenkomsten (zoals distributieovereenkomsten). Met de publicatie van de concepttekst van de herziene Groepsvrijstelling Verticale Overeenkomsten (‘GVO’) op 9 juli 2021 komen de contouren van een nieuwe GVO in zicht. De concepttekst ligt voor ter publieke consultatie tot 17 september 2021.
De WHOA bevat een aantal voorzieningen die het bereiken van het doel achter de regeling vergemakkelijken. In dit artikel bespreek ik er vier: (1) de afkoelingsperiode (2) het vragen van vroegtijdige beslissingen aan de rechtbank (3) het opzeggen van lopende overeenkomsten en (4) de maatwerkbepaling.
De WHOA voorziet in twee procedures waarbinnen een onderhands akkoord tot stand kan komen: i) een besloten akkoordprocedure buiten faillissement ii) een openbare akkoordprocedure buiten faillissement Wat is het verschil tussen deze twee procedures? Hoe zit het met de rechtsmacht en internationale erkenning van deze twee procedures? En wanneer dient de keuze voor een van deze procedures te worden gemaakt?
Met de WHOA worden twee nieuwe insolventiefunctionarissen geïntroduceerd: de herstructureringsdeskundige en de observator. Wanneer wordt een herstructureringsdeskundige benoemd? Wat is zijn/haar rol en positie? En wie betaalt de kosten?
Met de WHOA worden twee nieuwe insolventiefunctionarissen geïntroduceerd: de observator en de herstructureringsdeskundige. Wanneer wordt een observator benoemd? Wat is zijn/haar rol en positie? En wie betaalt de kosten van de observator?
Tijdens de WHOA-procedure kan de rechter op verzoek van de schuldenaar of de herstructureringsdeskundige een zogenaamde afkoelingsperiode afkondigen. Hoe gaat dit in zijn werk en wat houdt zo'n afkoelingsperiode in? Welke maatregelen kunnen er worden afgekondigd en hoelang duren deze?
Hoe verloopt de aanbieding van het WHOA-akkoord? Wie kan zo'n akkoord aanbieden en aan wie? Welke eisen gelden er ten aanzien van de inhoud van het akkoord? Wat houdt het uitstaprecht en de '20%-regel' in?