1. Home
  2. Kennis

Onze kennis Sterker door kennis

Dirkzwager deelt actief kennis met iedereen die juridische of fiscale informatie nodig heeft. Waarom? Om het niveau van onze dienstverlening te verhogen en ons netwerk te vergroten. Kennis delen is kracht. Het geeft de cliënt inzicht en maakt samenwerking en advisering doelgerichter. Kennis delen vormt de basis van alles wat we doen.
2 filter(s) actief

Expertise

Selecteer de gewenste filteritems

  • Combinatie niet mogelijk met:

Sector

Selecteer de gewenste filteritems

  • Combinatie niet mogelijk met:

Thema

Selecteer de gewenste filteritems

  • U heeft geselecteerd:
  • Combineren met:
  • Combinatie niet mogelijk met:

Auteur

Selecteer de gewenste filteritems

  • Combinatie niet mogelijk met:
Zoekopdracht delen:
Aantal resultaten: 63

Volksgezondsheidsaspecten bij vestiging of uitbreiding van veehouderijen

De afgelopen jaren is er de nodige jurisprudentie verschenen over de vraag of, en zo ja op welke wijze, volksgezondheidsaspecten een rol kunnen of mogen spelen bij de vestiging of uitbreiding van veehouderijen. Deze vraag speelt zowel in milieuvergunningprocedures als in planologische procedures.

Géén SDE-subsidie voor kruimelgevallenvergunningen

Een zonnepark kan vergund worden op basis van artikel 4, onderdeel 11, van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor). In dat geval wordt een vergunning verleend voor een tijdelijke afwijking van het bestemmingsplan voor een periode van 10 jaar. In een uitspraak van 4 april 2018 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) dit goed gekeurd. Op 19 september 2018 zijn de spelregels voor het verkrijgen van een Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE) aangepast, waardoor een zonnepark dat gerealiseerd wordt met een kruimelvergunning niet (langer) subsidiabel is.

Handhaving onevenredig ondanks grootschalig illegaal gebruik!

De Afdeling bestuursrechtspraak van Raad van State past over het algemeen een strakke lijn toe als het gaat om de beginselplicht tot handhaving. Een uitzondering hierop, omdat dit onevenredig zou zijn, komt in de praktijk niet vaak voor. Daarom is het zeer de moeite waard om stil te staan bij een uitspraak van de Afdeling van 25 juli 2018 (ECLI:LNL:RVS:2018:2525) waarin die evenredigheid wél wordt aangenomen op basis van specifieke omstandigheden met betrekking tot onder andere de ontruimingstitel, de ingrijpendheid van het besluit, de mate van concreetheid van de plannen en het belang van eenduidig beleid. De uitspraak bevat voor de handhavingspraktijk nog een andere belangrijke les. Onder omstandigheden kan een gemeente namelijk verplicht zijn om in het weigeringsbesluit kenbaar te maken wanneer wél tot handhaving zal worden overgegaan.

Pro rato toewijzing fosfaatrechten aan uitschaarder

Rondom de fosfaatrechten heeft een voorzieningenrechter geoordeeld dat door een onvoorziene situatie een inschaarder een aanzienlijk voordeel heeft genoten, terwijl het houderschap van de dieren slechts 12 weken heeft geduurd. Bovendien dat een herverdeling van de fosfaatrechten op grond van de Meststoffenwet tot de mogelijkheden behoorde. De voorzieningenrechter komt aldus tot het voorlopig oordeel dat een redelijke toepassing van de in-/uitscharingsovereenkomst met zich meebrengt dat de fosfaatrechten conform de perioden van houderschap in diezelfde verhouding tussen partijen dienen te worden verdeeld.

Donkere wolken boven het PAS (?)

Kortgezegd komt het advies erop neer dat een programma zoals het PAS “veelbelovende oplossingen bevat, maar dat er over het geheel genomen aanmerkelijke twijfel bestaat over het antwoord op de vraag of het voldoet aan de vereisten van artikel 6, leden 2 en 3 van de Habitatrichtlijn”.

Parapluplan voor zonne-energie en zonneparken

Zonneparken schieten met het oog op de energietransitie als paddenstoelen uit de grond. Dit soort projecten kunnen op verschillende manieren planologisch worden ingepast. In Leeuwarden wordt met een parapluplan voor het gehele gemeentelijke grondgebied in één keer beoogd om belemmeringen weg te nemen voor het realiseren van zonne-energie- en zonnewarmteprojecten. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) laat het plan in een uitspraak van 11 juli 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:2338), met uitzondering van een deelgebied, in stand.

Wijze van vergunningverlening in strijd met rechtszekerheid

Op 17 april 2018 heeft de rechtbank Oost-Brabant een uitspraak gedaan over een omgevingsvergunning voor de activiteiten “bouwen” en “milieu”. Deze vergunning was voor het veranderen van en het in werking hebben van een veehouderij (varkens- en pluimveehouderij) en het verbouwen van een varkensstal. Omdat de aanvraag meermalen is aangevuld, heeft tot een situatie geleid waarin voor vergunninghoudster niet duidelijk was waar zij zich aan moet houden. Door alle wijzigingen is niet duidelijk van welke gegevens GS is uitgegaan bij het verlenen van de Nbw-vergunning. De rechtbank kan niet afleiden wat de vergunde stikstofdepositie nu was. De vergunningverlening is daarom in strijd met de rechtszekerheid.

Planschadevergoeding in natura; let op de formulering van de planregels!

Het onderwerp “compensatie in natura” kan (in de rechtspraak) op de nodige aandacht rekenen. In mijn eerdere blog legde ik al uit wat er precies onder compensatie in natura dient te worden verstaan en wanneer de schade geldt als “voldoende anderszins verzekerd”. Ook in de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) van 4 april jl. (ECLI:NL:RVS:2018:1135) staat het onderwerp “compensatie in natura” centraal. Meer specifiek gaat de deze uitspraak over (de formulering van) de planregels en de daarin geboden termijn voor het benutten van de onder het oude bestemmingsplan geldende bouw- en gebruiksmogelijkheden.

Zonnepanelenpark op basis van tijdelijke kruimelgevallenvergunning is toegestaan!

Voor de kruimelgevallenvergunning voor een tijdelijke afwijking van het bestemmingsplan voor een periode van 10 jaar is uitsluitend vereist dat het feitelijk mogelijk en aannemelijk moet zijn dat de vergunde activiteit zonder onomkeerbare gevolgen kan worden beëindigd. Voor de vraag of op de grondslag van artikel 4, onderdeel 11, van bijlage II van het Bor een kruimelvergunning kon worden verleend is niet van belang of aannemelijk is dat de activiteiten en bouwwerken na 10 jaar ook daadwerkelijk respectievelijk zullen worden beëindigd en verwijderd. Dit uitgangspunt geldt ook voor de aanleg van grote zonneparken waarmee substantiële investeringen zijn gemoeid.

1 2 3 4 5 6