Optreden tegen namaakproducten
Namaakproducten zijn zeer schadelijk voor houders van intellectuele eigendomsrechten, waaronder merkhouders. Het is dan ook van belang om hier zo snel mogelijk tegen op te treden.
Namaakproducten zijn zeer schadelijk voor houders van intellectuele eigendomsrechten, waaronder merkhouders. Het is dan ook van belang om hier zo snel mogelijk tegen op te treden.
Onze aanbestedingsblogs zien doorgaans op problemen tijdens de aanbesteding. In deze zaak gaat het echter om problemen ná aanbesteding (specifiek: om de vraag of gemeente Arnhem haar aanbestede raamovereenkomst met een zorgaanbieder mag ontbinden). Het oordeel van rechtbank Gelderland is vooral interessant omdat het ingaat op de uitleg van aanbestede overeenkomsten en de (ir)relevantie van redelijkheid en billijkheid. Leest u vooral verder.
Door de coronapandemie was werkend Nederland genoodzaakt om waar mogelijk thuis te werken. Inmiddels is thuiswerken voor veel werknemers ‘part of the job’ geworden, maar niet iedere onderneming of functie leent zich voor thuiswerken. In hoeverre ben je als werkgever verplicht aan (een) thuiswerkdag(en) mee te werken?
De Hoge Raad heeft op 15 juli jl. twee hoven teruggefloten naar aanleiding van de afwijzing van een verzoek om een voorlopig getuigenverhoor. De twee hoven (te Den Bosch resp. Amsterdam) hebben volgens de Hoge Raad om uiteenlopende redenen te hoge eisen gesteld aan toewijzing van het verzoek. De Hoge Raad brengt hiermee de (in abstracto schijnbaar duidelijke, maar kennelijk in de praktijk lastig bevonden) grenzen van de eisen aan toewijzing van verzoeken om een voorlopig getuigenverhoor nog eens scherp voor het voetlicht.
De Grote Kamer van het EU Hof van Justitie heeft onlangs een principiële uitspraak gewezen in het privacyrecht. Twee kwesties komen aan de orde: (1) wetten die verplichten tot het verwerken van persoonsgegevens kunnen zelf worden getoetst aan grondrechten en (2) het begrip 'bijzondere persoonsgegevens' moet ruim worden uitgelegd. Een korte beschouwing.
De Hoge Raad heeft op 15 juli jl. twee hoven teruggefloten naar aanleiding van de afwijzing van een verzoek om een voorlopig getuigenverhoor. De twee hoven (te Den Bosch resp. Amsterdam) hebben volgens de Hoge Raad om uiteenlopende redenen te hoge eisen gesteld aan toewijzing van het verzoek. De Hoge Raad brengt hiermee de (in abstracto schijnbaar duidelijke, maar kennelijk in de praktijk lastig bevonden) grenzen van de eisen aan toewijzing van verzoeken om een voorlopig getuigenverhoor nog eens scherp voor het voetlicht. In deze blog bespreek ik de eerste zaak.
Een dragend beginsel van de Nederlandse rechtstaat is dat de overheid geen eigen belangen heeft. De functie van overheidslichamen is primair faciliterend ten opzichte van de burgers en bedrijven. Van essentieel belang is daarbij dat de overheid naar de individuele burger en bedrijf luistert, kijkt naar wat zij nodig heeft en zich daarbij dienend en responsief opstelt. Veel gemeenten willen graag een responsieve en eerlijke overheid zijn. In de praktijk gaat dit niet altijd goed. Dat kan leiden tot strijd met het beginsel van fair play. De bestuursrechter lijkt daar in toenemende mate ook strenger op toe te zien.
De oorlog in Oekraïne, de coronacrisis, gestegen kosten van vervoer en de grote vraag naar diverse grondstoffen vanuit China. Al deze gebeurtenissen hebben een gemene deler: ze werken kostenverhogend. Steeds vaker doen aannemers dan ook een beroep op kostenverhogende omstandigheden. Zo ook in dit geval. De aannemer dreigde de werkzaamheden neer te leggen totdat opdrachtgeefster het meerdere betaald had. Opdrachtgeefster spande een kort geding aan waarin zij de Raad van Arbitrage voor de Bouw vroeg om aannemer te verplichten de afgesproken werkzaamheden uit te voeren totdat in een bodemprocedure uitspraak is gedaan over de rechtmatigheid van de kostenverhoging. De arbiter wijst die vorderingen toe.
Onlangs is een vonnis gewezen waarin de uitleg van een to follow-clausule centraal stond. Als in de verzekeringsvoorwaarden een to follow-clausule overeengekomen is, geldt in beginsel een volgplicht voor de volgende verzekeraars. Onder omstandigheden kan de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid hier een uitzondering op maken.
De Wet Bibob (voluit: de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur) heeft als doel te voorkomen dat de overheid ongewild criminele activiteiten faciliteert bij het verlenen van beschikkingen, overheidsopdrachten en het aangaan van vastgoedtransacties. Daarom maakt de Wet Bibob het onder meer mogelijk dat bestuursorganen vergunningen weigeren of intrekken als sprake is van een ‘ernstig gevaar’ dat die vergunningen worden misbruikt (artikel 3 Wet Bibob).
Een inschrijver maakt een fout als gevolg van een onduidelijk doorgevoerde wijziging door de aanbestedende dienst. Mag de fout worden hersteld of leidt het transparantiegebrek tot intrekking en heraanbesteden?
Op 27 juli 2022 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State de uitspraak inzake VoetbalTV bekrachtigd. De boete die de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) had opgelegd is daarmee van tafel. De Afdeling staat niet expliciet stil bij de gewraakte normuitleg van de AP. Of wellicht tussen de regels door toch wel?