1. Home
  2. Kennis

Onze kennis Sterker door kennis

Dirkzwager deelt actief kennis met iedereen die juridische of fiscale informatie nodig heeft. Waarom? Om het niveau van onze dienstverlening te verhogen en ons netwerk te vergroten. Kennis delen is kracht. Het geeft de cliënt inzicht en maakt samenwerking en advisering doelgerichter. Kennis delen vormt de basis van alles wat we doen.
4 filter(s) actief

Expertise

Selecteer de gewenste filteritems

  • U heeft geselecteerd:
  • Combineren met:
  • Combinatie niet mogelijk met:

Sector

Selecteer de gewenste filteritems

Thema

Selecteer de gewenste filteritems

  • Combinatie niet mogelijk met:

Auteur

Selecteer de gewenste filteritems

  • Combinatie niet mogelijk met:
Zoekopdracht delen:
Aantal resultaten: 1938

Geen sprake van oplevering, ook al is de woning in gebruik genomen

Het hof Arnhem-Leeuwarden heeft een opvallend arrest gewezen over de oplevering van een woning bij ingebruikname. Waar bij ingebruikname door rechters dikwijls wordt geoordeeld dat sprake is van een oplevering, oordeelde het hof in deze zaak anders. Ondanks het feit dat de sleutels al in ontvangst waren genomen, houdt het hof sterk vast aan de definitie van oplevering zoals overeengekomen in de aannemingsovereenkomst tussen partijen.

Belofte maakt schuld: adviseur moet schade na mislukte inschrijving deels vergoeden

Een ondernemer schakelt een adviseur in om hem te ontzorgen bij meerdere aanbestedingen, waaronder een aanbesteding voor de levering en het onderhoud van werkplekstoelen van de Staat der Nederlanden (“Staat”). De ondernemer is de zittende leverancier van de Staat, dus inhoudelijk al goed bekend met de opdracht. Waar de adviseur – een ervaren ‘Bid Manager’ – een meerwaarde kan leveren voor de ondernemer, is met zijn kennis van aanbestedingen en het doen van (winnende) inschrijvingen. Zoals u mogelijk al aan voelt komen: dat gaat mis.

Afwijking van de tenzij-bepaling uit artikel 6:265 BW is mogelijk

De Hoge Raad heeft antwoord gegeven op de vraag of partijen de tenzij-bepaling van artikel 6:265 lid 1 BW nader kunnen invullen of (zelfs) buiten werking kunnen stellen. De Hoge Raad overweegt dat artikel 6:265 lid 1 BW van aanvullend recht is. Het staat partijen dus in beginsel vrij om hiervan (en dus de tenzij-bepaling) af te wijken in de (huur)overeenkomst.

Didam: geen sprake van een serieuze gegadigde

De rechter van de rechtbank Rotterdam boog zich recent over de vraag of een onderhandse verkoop van woningen van de gemeente Rotterdam aan Lieke B.V. voor de symbolische prijs van € 1,- in strijd was met de Didam-regels. Ook ging de rechter in op de vraag of sprake was van staatssteun / handelen in strijd met het mededingingsrecht.

Het Medisch Specialistisch Bedrijf (MSB) als werkgever

Veel medisch specialisten die werkzaam zijn in een algemeen ziekenhuis of een zelfstandig behandelcentrum (ZBC) zijn als vrij beroepsbeoefenaar georganiseerd in een Medisch Specialistisch Bedrijf (MSB). Het functioneren van het MSB en de relatie met het ziekenhuis/ZBC leidt in de praktijk tot diverse juridische en fiscale vraagstukken. Bijvoorbeeld welke verplichtingen voor het MSB voortvloeien uit sectorspecifieke wet- en regelgeving, vragen over de samenwerking met het ziekenhuis/ZBC en de fiscale toetsing van het MSB door de Belastingdienst. In deze blogreeks gaan wij in op juridische en fiscale aspecten die spelen bij MSB’en. Dit artikel gaat over het MSB als werkgever.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden: geen sprake van een valse verklaring

Deze zaak gaat over de vraag of een zorgaanbieder een valse verklaring heeft afgelegd door bij haar inschrijving niet te vermelden dat zij geen gehoor heeft gegeven aan verzoeken van de toezichthouder. Waar de voorzieningenrechter meent dat sprake is van een valse verklaring, en de inschrijving terecht als ongeldig terzijde gelegd is, ziet het hof dit anders.

Verplichte deelname bedrijfstakpensioenfondsen: het blijft de gemoederen bezig houden...

Wat hebben een vegetarische gehaktbal, een safaritent en verpleegartikelen met elkaar gemeen? Niet veel zou je denken, maar het tegendeel blijkt uit een drietal recente uitspraken van het Gerechtshof en de rechtbank. Omtrent al deze voorwerpen heerste er namelijk onduidelijkheid over de betekenis daarvan. Een ogenschijnlijk klein discussiepunt, maar dan wel met zeer grote gevolgen. De uitkomst van het discussiepunt bepaalt namelijk of de werkgevers wel of niet onder de werkingssfeer van een bepaald bedrijfstakpensioenfonds vallen. Daarmee of de werkgever wel of niet enorme premieclaims (met terugwerkende kracht) aan het bedrijfstakpensioenfonds moet voldoen.

Het Medisch Specialistisch Bedrijf (MSB) en de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza)

Veel medisch specialisten die werkzaam zijn in een algemeen ziekenhuis of een zelfstandig behandelcentrum (ZBC) zijn als vrij beroepsbeoefenaar georganiseerd in een Medisch Specialistisch Bedrijf (MSB). Het functioneren van het MSB en de relatie met het ziekenhuis/ZBC leidt in de praktijk tot diverse juridische en fiscale vraagstukken. Bijvoorbeeld welke verplichtingen voor het MSB voortvloeien uit sectorspecifieke wet- en regelgeving, vragen over de samenwerking met het ziekenhuis en de fiscale toetsing van het MSB door de Belastingdienst. In deze blogreeks gaan wij in op juridische en fiscale aspecten die spelen bij MSB-en. Dit artikel gaat over de verplichtingen die voor een MSB voortvloeien uit de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza).

Onderaannemers van een «lege huls» opgelet!

Op 1 januari 2022 is de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) in werking getreden. De Wtza introduceert onder meer een vergunningplicht voor instellingen die medisch specialistische zorg (doen) verlenen en instellingen die met die met meer dan tien zorgverleners Wlz-zorg of Zvw-zorg (doen). De vergunningplicht geldt niet voor onderaannemers, tenzij de hoofdaannemer een «lege huls» is. In dit blog wordt ingegaan op de vergunningplicht voor onderaannemers van een «lege huls».

De stelplicht en bewijslast bij voortzetting van de huur na overlijden huurder

De Hoge Raad heeft een interessant arrest gewezen over de voortzetting van de huur van woonruimte door een samenwoner na het overlijden van de huurder. De verhuurder stelt dat samenwoner onvoldoende waarborg biedt voor een behoorlijke nakoming van de huur. De Hoge Raad concludeert, kort gezegd, dat de samenwoner de stelling van verhuurder onvoldoende gemotiveerd heeft betwist.

1
...
3 4 5 6 7
...
162