Voorwaarden herroeping van een besluit tot ontbinding van een BV
In dit artikel sta ik stil bij de mogelijkheden tot herroeping van een besluit tot ontbinding van een besloten vennootschap.
In dit artikel sta ik stil bij de mogelijkheden tot herroeping van een besluit tot ontbinding van een besloten vennootschap.
De voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag oordeelt in een recent vonnis dat een aanbesteder die een aanbestedingsprocedure intrekt inhoudelijk moet motiveren waarom hij dat doet, maar dat die motiveringsplicht niet zo ver strekt dat ook al inhoudelijk op de (wijze van) heraanbesteding hoeft te worden ingegaan.
Op 10 november 2021 heeft het Gerecht van de Europese Unie (‘Gerecht’) uitspraak gedaan in de zaak Google Shopping. Kern van het geschil was de vraag of de Europese Commissie in 2017 terecht een boete van EUR 2.42 miljard aan Google en moederbedrijf Alphabet heeft opgelegd.
Op 23 juli 2021 heeft de Europese Commissie een verruiming van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV) gepubliceerd. Lidstaten zijn hierdoor niet langer verplicht staatssteun aan de Commissie te melden wanneer die steun valt onder het toepassingsgebied van Europese investeringsprogramma’s en/of bedoeld is voor verduurzaming en digitalisering.
Het mededingingsrecht wordt regelmatig gebruikt als breekijzer om geschillen te beslechten. Zo ook in twee recente uitspraken van rechters in Nederland en Curaçao. De uitspraken illustreren dat het van belang is om een verweer tegen een creatief beroep op de mededingingsregels zorgvuldig te onderbouwen en stellingen van de wederpartij te betwisten.
De Europese Commissie (‘Commissie’) herziet momenteel de mededingingsregels voor verticale overeenkomsten (zoals distributieovereenkomsten). Met de publicatie van de concepttekst van de herziene Groepsvrijstelling Verticale Overeenkomsten (‘GVO’) op 9 juli 2021 komen de contouren van een nieuwe GVO in zicht. De concepttekst ligt voor ter publieke consultatie tot 17 september 2021.
Wat als een gunningscriterium dat duurzaamheid beoogt te bevorderen een zittende leverancier bevoordeelt waardoor de concurrentie weinig kans maakt de opdracht te verkrijgen. Brengt het level playing field beginsel dan met zich dat dit criterium en dus de duurzaamheidsambitie moet wijken? De Rotterdamse kort gedingrechter oordeelt van wel.
Bij een Europese niet-openbare aanbestedingsprocedure van Rijkswaterstaat moet elke inschrijver twee sleutelfunctionarissen aanbieden. Onderdeel van de inschrijving is dat deze functionarissen over de inschrijving worden geïnterviewd.
Op 25 maart 2021 heeft het Hof van Justitie van de EU (‘Hof’) arrest gewezen in de zaken Slovak-Telekom en Deutsche Telekom. De arresten bevatten interessante overwegingen over de mogelijkheden van een dominante onderneming tot toegangsweigering tot zijn netwerk of platform netwerk.
Op vrijdag 30 april heeft de Europese Commissie aan Apple een mededeling van punten van bezwaar gestuurd. De aanklacht heeft betrekking op de voorwaarden die Apple hanteert voor toegang tot haar Appstore voor muziekstreamingdiensten. In haar mededeling heeft de Commissie het voorlopige oordeel gegeven dat de praktijken inbreuk maken op het verbod op misbruik van machtspositie. Apple riskeert nu een boete van maximaal 10% van de jaaromzet, wat voor Apple neerkomt op ongeveer 27 miljard euro.
De Commissie van Aanbestedingsexperts heeft stevige kritiek geuit op de aanbestedingsmethodiek ‘Rapid Circular Contracting’. De gehanteerde strenge uitleg van het aanbestedingsrecht is mijns inziens onnodig en komt niet tegemoet aan de behoefte in de aanbestedingspraktijk tot meer innovatief aanbesteden.
Het naleven van wet- en regelgeving kost geld en heeft daarmee dus een prijsopdrijvend effect. Het kan dus (ogenschijnlijk) ‘goedkoper’ zijn om je als bedrijf of organisatie niet aan de wet te houden. Betekent dit dan ook dat er sprake van oneerlijke concurrentie wanneer het ene bedrijf zich wel aan de wet houdt en de andere niet? De rechtbank Zeeland West-Brabant heeft recent geoordeeld dat bedrijven zich in dergelijke discussie in ieder geval niet op de Algemene Verordening Gegevensbescherming (de AVG) kunnen beroepen.