Tekort aan arbeidskrachten? Per juli 2023 kunnen pensionado’s dé oplossing bieden!
Per 1 juli 2023 komt een belangrijke fiscale barrière voor pensionado’s die willen herintreden te vervallen.
Per 1 juli 2023 komt een belangrijke fiscale barrière voor pensionado’s die willen herintreden te vervallen.
Veel medisch specialisten die werkzaam zijn in een algemeen ziekenhuis of een zelfstandig behandelcentrum (ZBC) zijn als vrij beroepsbeoefenaar georganiseerd in een Medisch Specialistisch Bedrijf (MSB). Het functioneren van het MSB en de relatie met het ziekenhuis/ZBC leidt in de praktijk tot diverse juridische en fiscale vraagstukken. Bijvoorbeeld welke verplichtingen voor het MSB voortvloeien uit sectorspecifieke wet- en regelgeving, vragen over de samenwerking met het ziekenhuis/ZBC en de fiscale toetsing van het MSB door de Belastingdienst. In deze blogreeks gaan wij in op juridische en fiscale aspecten die spelen bij MSB’en. Dit artikel gaat over het MSB als werkgever.
Wat hebben een vegetarische gehaktbal, een safaritent en verpleegartikelen met elkaar gemeen? Niet veel zou je denken, maar het tegendeel blijkt uit een drietal recente uitspraken van het Gerechtshof en de rechtbank. Omtrent al deze voorwerpen heerste er namelijk onduidelijkheid over de betekenis daarvan. Een ogenschijnlijk klein discussiepunt, maar dan wel met zeer grote gevolgen. De uitkomst van het discussiepunt bepaalt namelijk of de werkgevers wel of niet onder de werkingssfeer van een bepaald bedrijfstakpensioenfonds vallen. Daarmee of de werkgever wel of niet enorme premieclaims (met terugwerkende kracht) aan het bedrijfstakpensioenfonds moet voldoen.
Veel medisch specialisten die werkzaam zijn in een algemeen ziekenhuis of een zelfstandig behandelcentrum (ZBC) zijn als vrij beroepsbeoefenaar georganiseerd in een Medisch Specialistisch Bedrijf (MSB). Het functioneren van het MSB en de relatie met het ziekenhuis/ZBC leidt in de praktijk tot diverse juridische en fiscale vraagstukken. Bijvoorbeeld welke verplichtingen voor het MSB voortvloeien uit sectorspecifieke wet- en regelgeving, vragen over de samenwerking met het ziekenhuis en de fiscale toetsing van het MSB door de Belastingdienst. In deze blogreeks gaan wij in op juridische en fiscale aspecten die spelen bij MSB-en. Dit artikel gaat over de verplichtingen die voor een MSB voortvloeien uit de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza).
Karen Verkerk en Dennis Nijssen publiceerden een artikel over de Mobiliteitsrichtlijn in het USLAW Spring Magazine 2023.
Op 1 januari 2022 is de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) in werking getreden. De Wtza introduceert onder meer een vergunningplicht voor instellingen die medisch specialistische zorg (doen) verlenen en instellingen die met die met meer dan tien zorgverleners Wlz-zorg of Zvw-zorg (doen). De vergunningplicht geldt niet voor onderaannemers, tenzij de hoofdaannemer een «lege huls» is. In dit blog wordt ingegaan op de vergunningplicht voor onderaannemers van een «lege huls».
De Eerste Kamer heeft op 30 mei 2023 met volstrekte meerderheid de Wet toekomst pensioenen aangenomen.
Gisteren (30 mei 2023) heeft de Eerste Kamer met volstrekte meerderheid besloten tot een historische hervorming van het pensioenstelsel. Vóórdat de stemming plaatsvond, zijn verschillende moties ingediend op 22, 23, en 30 mei.
Momenteel vindt de behandeling van het wetsvoorstel Wet toekomst pensioenen plaats in de Eerste Kamer. Ook het wezenpensioen, en het eerder door ons gesignaleerde gemis, komt daarin aan bod.
Op 1 januari 2022 zijn de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza), de Aanpassingswet Toetreding zorgaanbieders (AWtza), het Uitvoeringsbesluit Wtza (UbWtza) en de Uitvoeringsregeling Wtza (UrWtza) in werking getreden. De Wtza introduceert een meldplicht voor nieuwe en bestaande zorgaanbieders, een vernieuwde vergunningenprocedure die de toelatingensystematiek van de WTZi vervangt en stelt eisen aan de bestuursstructuur van vergunningplichtige instellingen (onafhankelijke interne toezichthouder). In dit blog wordt ingegaan op de gevolgen van de Wtza voor pgb-aanbieders.
Per 1 januari 2015 is de Participatiewet (‘PW’) in werking getreden. In een blogreeks van drie blogs gaan wij in op de vraag hoe deze wet zich verhoudt tot de drie stelselwetten: de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (‘Wmo’), de Wet langdurige zorg (‘Wlz’) en de Zorgverzekeringswet (‘Zvw’). Aan de hand van een aantal uitspraken van het afgelopen jaar lichten wij de verhouding tussen de PW en de stelselwetten toe en staan wij stil bij de vraag wanneer een van deze stelselwetten als voorliggende voorziening kwalificeert. In deze eerste blog bespreken wij de verhouding tussen de PW en de Wmo.
Een schuldenaar kan op verzoek van zijn schuldeiser failliet worden verklaard als ‘summierlijk blijkt’ van het vorderingsrecht van de aanvrager en van minimaal twee schulden bij verschillende schuldeisers (waarvan in ieder geval één opeisbaar). Wordt het faillissement uitgesproken, dan staan in beginsel de rechtsmiddelen van verzet, hoger beroep en cassatie open. Maar kan het vonnis ook worden herroepen?