Wijziging Warmtewet per 1 juli 2019
Lees de belangrijkste wijzigingen van de Warmtewet per 1 juli 2019 en de herzieningen die per 1 januari 2020 van kracht worden.
Lees de belangrijkste wijzigingen van de Warmtewet per 1 juli 2019 en de herzieningen die per 1 januari 2020 van kracht worden.
Een zonnepark kan vergund worden op basis van artikel 4, onderdeel 11, van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor). In dat geval wordt een vergunning verleend voor een tijdelijke afwijking van het bestemmingsplan voor een periode van 10 jaar. In een uitspraak van 4 april 2018 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) dit goed gekeurd. Op 19 september 2018 zijn de spelregels voor het verkrijgen van een Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE) aangepast, waardoor een zonnepark dat gerealiseerd wordt met een kruimelvergunning niet (langer) subsidiabel is.
‘Overbelasting van stroomsector brengt digitale koppositie Nederland in gevaar’ kopte het Financiële Dagblad op 3 mei 2018. Netbeheerders kunnen langzamerhand de vraag om aangesloten te worden op het elektriciteitsnet niet meer aan. Het simpelweg verzwaren en uitbreiden van elektriciteitsnetten is niet altijd maatschappelijk efficiënt. Alternatieven worden onderzocht (denk daarbij bijvoorbeeld aan de mogelijkheid van opslag van duurzaam opgewekte energie), maar wetgeving staat soms in de weg. Met een komend besluit wordt de mogelijkheid geboden om van sommige wetgeving (deels en tijdelijk) af te wijken om zo experimenten mogelijk te maken.
Studentencomplexen kunnen straks voor de levering van energie ook kiezen voor een collectieve aansluiting. Dat scheelt de studenten geld en gedoe. Dit wordt geregeld via de wet Voortgang Energietransitie. Deze wet is op 3 april 2018 door de eerste kamer aangenomen.
Voor de kruimelgevallenvergunning voor een tijdelijke afwijking van het bestemmingsplan voor een periode van 10 jaar is uitsluitend vereist dat het feitelijk mogelijk en aannemelijk moet zijn dat de vergunde activiteit zonder onomkeerbare gevolgen kan worden beëindigd. Voor de vraag of op de grondslag van artikel 4, onderdeel 11, van bijlage II van het Bor een kruimelvergunning kon worden verleend is niet van belang of aannemelijk is dat de activiteiten en bouwwerken na 10 jaar ook daadwerkelijk respectievelijk zullen worden beëindigd en verwijderd. Dit uitgangspunt geldt ook voor de aanleg van grote zonneparken waarmee substantiële investeringen zijn gemoeid.