Aanbeveling Europese Commissie ten aanzien van uitgifte vouchers door luchtvaartmaatschappijen
De Europese Commissie heeft op 13 mei jl. een aanbeveling gedaan ten aanzien van de uitgifte van vouchers door (onder andere) luchtvaartmaatschappijen.
De Europese Commissie heeft op 13 mei jl. een aanbeveling gedaan ten aanzien van de uitgifte van vouchers door (onder andere) luchtvaartmaatschappijen.
Recentelijk heeft de Rechtbank Noord-Holland geoordeeld wanneer een staking van eigen personeel van luchtvaartmaatschappijen als een buitengewone omstandigheid in de zin van artikel 5 lid 3 van Verordening (EG) 261/2004 wordt aangemerkt.
De minister van Infrastructuur en Waterstaat geeft opnieuw opheldering over de uitgifte van vouchers in plaats van terugbetaling van vliegtickets door luchtvaartmaatschappijen.
Op 30 april jl. heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof) een prejudiciële beslissing genomen die ziet op de uitleg van de artikelen 4 lid 3, artikel 5 lid 1 onder c en artikel 7 van de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: Verordening).
Gezien de bescherming die consumenten bij pakketreizen of gekoppelde reisarrangementen genieten en de alternatieven die consumenten hebben bij het kopen van een los vliegticket, ziet de minister vooralsnog geen aanleiding om een garantiefonds vliegtickets in Nederland nader te onderzoeken.
In ons eerdere artikel hebben wij al stilgestaan bij de vraag of een staking door eigen personeel van de luchtvaartmaatschappij kan worden gezien als een buitengewone omstandigheid in de zin van artikel 5 lid 3 van Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening). Op grond van dit artikel hoeft een luchtvaartmaatschappij bij annulering of langdurige vertraging van een vlucht geen financiële compensatie te betalen aan de passagiers indien sprake is van een buitengewone omstandigheid en de luchtvaartmaatschappij alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging of annulering te voorkomen dan wel te beperken. Overweging 15 van de considerans van de Verordening benoemt voorbeelden van buitengewone omstandigheden, waaronder een besluit van het luchtverkeersbeheer voor een specifiek vliegtuig op een specifieke dag.
Op grond van de wet ben je als webshopeigenaar verplicht om voorafgaand aan, en na de aankoop van een product, informatie te verstrekken aan de consument over onder andere de prijs van de aangeboden producten, de kenmerken van die producten en de wijze van betaling en levering.
Indien een luchtvaartmaatschappij haar vlucht annuleert, dient zij de passagier een alternatieve vlucht aan te bieden of restitutie van het vliegticket. Als gevolg van de Corona-uitbraak bieden veel luchtvaartmaatschappijen hun passagiers nu een voucher aan die voor een bepaalde periode kunnen worden gebruikt voor de aanschaf van nieuwe vliegtickets. Hoewel dit niet in lijn is met Verordening 261/2004 ,vindt het kabinet het tijdelijk gebruik van vouchers een acceptabel alternatief, omdat een passagiers het recht behoudt op terugbetaling van diens ticket, en er wordt voorkomen dat luchtvaartmaatschappijen in nog grotere financiële nood komen.
Passagiers en luchtvaartmaatschappijen worden momenteel zwaar getroffen door de uitbraak van het Corona-virus. Luchtvaartmaatschappijen kunnen veel vluchten niet uitvoeren en moeten hun vluchten annuleren. Het annuleren van de vluchten heeft weer gevolgen voor de passagiers met een geboekte vlucht. Passagiers zijn benieuwd of ze hun vluchten kunnen omboeken of geld kunnen terugkrijgen. In dit artikel geef ik een samenvatting van de voorwaarden die luchtvaartmaatschappijen momenteel hanteren.
Het gerechtshof Den Haag overweegt op 4 februari 2020 dat een huurovereenkomst en zorgovereenkomst een onlosmakelijk geheel vormen, waarbij de zorgverlening overheerst. Huurder heeft geen recht op huurbescherming.
Zowel werkgevers die wel eens arbeidskrachten ter beschikking stellen (uitlenen) als werkgevers die wel eens een opdracht geven tot ter beschikking stelling (inlenen) moeten bedacht zijn op het nieuwe payrollregime uit de Waadi. Dat regime komt namelijk veel eerder in beeld dan regelmatig gedacht en kent bovendien behoorlijk verstrekkende consequenties.
Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch overweegt op 27 augustus 2019 dat een huurovereenkomst en zorgovereenkomst onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. De poging van de huurder om de zorgovereenkomst afzonderlijk op te zeggen faalt: dat kan alleen als de huurovereenkomst ook wordt opgezegd.