Dirkzwager deelt actief kennis met iedereen die juridische of fiscale informatie nodig heeft. Waarom? Om het niveau van onze dienstverlening te verhogen en ons netwerk te vergroten. Kennis delen is kracht. Het geeft de cliënt inzicht en maakt samenwerking en advisering doelgerichter. Kennis delen vormt de basis van alles wat we doen.
2 filter(s) actief
Expertise
Selecteer de gewenste filteritems
U heeft geselecteerd:
Combineren met:
Combinatie niet mogelijk met:
Sector
Selecteer de gewenste filteritems
Thema
Selecteer de gewenste filteritems
Combinatie niet mogelijk met:
Auteur
Selecteer de gewenste filteritems
Combinatie niet mogelijk met:
Zoekopdracht delen:
Filterprofielen bewaren
Log in of meld u aan
Log in of meld u aan om filterprofielen te kunnen opslaan.
De Hoge Raad heeft geantwoord op de prejudiciële vragen over het beroep op dwaling bij rentederivaten. Het zijn genuanceerde antwoorden die perspectief bieden voor veel lopende zaken over rentederivaten. Hier is een samenvatting van de antwoorden en worden de mogelijkheden voor (lopende) renteswapzaken op een rij gezet.
Op 1 februari jl. heeft de rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak van de Stichting Handhaving Vrije Artsenkeuze tegen de vier grootste zorgverzekeraars van Nederland (VGZ, Menzis, CZ en Zilveren Kruis). de rechtbank oordeelde onder andere dat de zogenaamde vlaktaks (een standaardkorting van 25% bij niet-gecontracteerde zorg) niet toegestaan is. De Advocaat-Generaal bij de Hoge Raad volgt de Rechtbank Gelderland in dit oordeel.
In 2018 heeft de rechtbank Amsterdam besloten om in renteswapzaken prejudiciële vragen te stellen aan de Hoge Raad over het beroep op dwaling. Hiertoe heeft de rechtbank twee voorbeeldzaken geselecteerd, waaronder een zaak van Chantal van den Borne, advocaat bij Dirkzwager. Zij is hierin bijgestaan door cassatieadvocaat en collega Tom van Malssen. Op 8 maart 2019 heeft de Advocaat-Generaal (de A-G) de conclusie ingediend. Nu heeft ook de Hoge Raad geoordeeld. De Hoge Raad ziet af van beantwoording van de vragen omdat de zaak geschikt is. De achtergronden van deze uitspraak zijn echter anders dan de uitspraak doet vermoeden. In deze blog worden mede in het kader van het bredere, maatschappelijke belang, de achtergronden van deze zaak toegelicht.
In een zaak die werd voorgelegd aan het gerechtshof Arnhem-Leeuwaarden stond de vraag centraal of een tuchtklacht gezien kan worden als een schriftelijke stuiting van de lopende verjaringstermijn ex art. 3:317 lid 1 BW.
Wat is de maatstaf voor het kunnen leggen van bewijsbeslag bij gestelde onrechtmatige verkrijging en gebruik van bedrijfsgeheimen, en het inzien van beslagen stukken? Beantwoording van deze vraag is wezenlijk voor iedere onderneming die wenst te vernemen wat er mogelijk is als ex-werknemers, zakenrelaties of concurrenten die aan de haal gaan met know how, recepten of andere bedrijfsvertrouwelijke informatie. De Hoge Raad heeft op 28 september 2018 een aantal belangrijke regels gegeven hierover.
Zilveren Kruis/Achmea heeft hoger beroep ingesteld tegen het voor haar ongunstige vonnis van de Utrechtse voorzieningenrechter van 23 februari 2018. In dit vonnis, dat werd gewezen in een door Stichting Zorgrecht namens een aantal thuiszorgaanbieders aanhangig gemaakt kort geding, was Zilveren Kruis onder andere verboden om bij niet-gecontracteerde wijkverpleegkundige zorg een cessieverbod en een machtigingsvereiste te gebruiken. Zorgverzekeraar VGZ wenste zich in appel aan de zijde van Zilveren Kruis/Achmea te voegen. Het Hof Arnhem-Leeuwarden heeft de hiertoe strekkende vordering van VGZ echter afgewezen in een arrest dat vooral duidelijk maakt dat toewijzing van voegingsvorderingen (toch) niet helemaal slechts een formaliteit is.
Onlangs heeft het Hof Arnhem-Leeuwarden in kort geding een opvallend vergaande strekking toegekend aan wat in de juridische volksmond bekendstaat als de ‘afstemmingsregel’.
Het recht op toegang tot de rechter brengt met zich dat niet of nauwelijks ruimte bestaat voor een volledige proceskostenveroordeling van de verliezende partij in een civiele procedure. De in het gelijk gestelde partij, die vaak tegen haar wil in rechte is betrokken, moet het dan doen met een zogenaamde ‘forfaitaire’ vergoeding, die vaak maar een schijntje bedraagt van de werkelijk gemaakte kosten. Een recent arrest van het Hof Arnhem-Leeuwarden illustreert goed dat rechters maar zelden voor volledige kostenveroordelingen zijn te enthousiasmeren.
Deze website plaatst functionele en analytische cookies, waarmee we onze site gebruiksvriendelijker maken. U blijft anoniem. Cookies van derden plaatsen we niet zonder uw toestemming. Klik op 'voorkeuren instellen' om uw voorkeuren aan te geven.