Compensatie onder de Wet toekomst pensioenen: gevangen in een driedelig keurslijf?
We staan aan de vooravond van een zeer ingrijpende wijziging van het pensioenstelsel.
We staan aan de vooravond van een zeer ingrijpende wijziging van het pensioenstelsel.
De afgelopen maanden een veelgehoord advies: ‘werkgevers doen er verstandig aan alert te zijn op signalen van (seksueel) grensoverschrijdend gedrag binnen de eigen organisatie’. Absoluut. De #metoo is met recht weer actueel, waarbij je de vraag kunt stellen of dit thema geen permanente plaats moeten krijgen op de HR-agenda van iedere organisatie. De vraag stellen, is hem beantwoorden: zonder twijfel moeten werkgevers met regelmaat voldoende aandacht besteden aan het voorkomen van (seksueel) grensoverschrijdend gedrag onder werknemers. Niet pas zodra zich een incident voordoet, maar aan de voorkant, beleidsmatig, transparant en binnen alle lagen van de organisatie. Daarmee is ongewenst gedrag van werknemers niet volledig te voorkomen, maar met de juiste tools en procedures wel te reduceren en beheersbaar te houden.
Op 17 februari 2022 is een uitspraak van de Rechtbank Den Haag gepubliceerd in een pensioenkwestie tussen een werkgever (Itsme) en een pensioenfonds (voor de Nederlandse Groothandel) over de uitleg van een pensioenreglement in relatie tot het Convenant Arbeidsongeschiktheidspensioen. Hoewel het Convenant beoogt het uitloop- en inlooprisico voor arbeidsongeschikte werknemers in geval van een baanwisseling of een einde van de uitvoeringsovereenkomst te dekken, wordt deze doelstelling niet altijd bereikt. Eenvoudigweg omdat het Convenant niet door alle pensioenfondsen geïmplementeerd is of blijkt te zijn.
Bij fusies en overnames in de zorgsector komt veel kijken. Sectorspecifieke regels stellen partijen voor tal van specifieke juridische vraagstukken en uitdagingen. In de blogreeks ‘Aandachtspunten bij fusies en overnames in de zorg’ gaan wij in op specifieke aspecten die spelen bij fusies en overnames in de zorgsector. Dit artikel van de artikelenreeks ‘Aandachtspunten bij fusies en overnames in de zorg’ gaat over de gevolgen van de fusies en overnames voor de betrokken werknemers. Wat gebeurt er met hun arbeidsrechtelijke positie? Welke regels en procedures moeten er gevolgd worden?
In de vorige blogs uit de blogreeks hebben wij in grote lijnen besproken welke pensioenregeling van toepassing is, wordt of blijft na overgang van onderneming. Maar wie gaat deze regeling nu uitvoeren? Moet de koper met de oorspronkelijke pensioenuitvoerder van de verkoper blijven werken of mag hij overstappen? Belangrijke vragen, want het al dan niet gedwongen overstappen naar een andere pensioenuitvoerder kan immers grote gevolgen hebben voor het kostenplaatje. In deze vijfde blog gaan wij hierop in.
Op 12 oktober 2021 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel aangenomen waarin is geregeld dat ouders recht hebben op (deels) betaald ouderschapsverlof voor (kortgezegd) 9 weken. Deze wet zal ingaan per 2 augustus 2022. In dit artikel ga ik in op de voorwaarden en hoogte van de betaling.
Uiterlijk 1 augustus 2022 moet de Europese Richtlijn betreffende transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden in de Europese Unie in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd zijn. Deze richtlijn brengt ingrijpende gevolgen met zich mee. In dit artikel wordt stilgestaan bij de verplichtingen en gevolgen van de richtlijn met betrekking tot (verplichte) scholing.
In de blogreeks pensioen bij overnames gaan wij in op de verschillende pensioenrechtelijke aspecten die aan bod komen bij een fusie of overname. Het wettelijke regime en het belang van boekenonderzoek zijn hierbij al de revue gepasseerd.
Het Hof Amsterdam heeft geoordeeld dat er tussen het digitale platform Helpling en de via hen werkzame schoonmakers een uitzendovereenkomst bestaat. Na Deliveroo en Uber, wordt dus ook Helpling teruggefloten door de rechter. Is de platformwereld nu definitief haar flexibele karakter kwijt? Van speldenprikjes lijken we in ieder geval niet meer te kunnen spreken…
Hoe moet er vanuit concernverband gekeken worden naar een verplichte deelname in een bedrijfstakpensioenfonds?
De Rechtbank Amsterdam heeft vandaag (13 september 2021) geoordeeld dat een Uber-chauffeur op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam is. Daarnaast is de algemeen verbindend verklaarde cao Taxivervoer van toepassing verklaard op de arbeidsverhouding. Een dergelijk oordeel is niet nieuw: ook Deliveroo trok inmiddels al in twee (!) instanties aan het kortste eind. De uitspraak zal dan ook een doorn in het oog zijn voor verschillende platformwerkgevers.
In een eerdere blog heb ik een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant behandeld waarin een werknemer claimde te weinig vakantieloon te hebben ontvangen, aangezien er geen vergoeding voor gemaakte overuren in was verdisconteerd. De werknemer deed daarbij een beroep op een arrest van het HvJ EU, genaamd Hein/Holzkamm. De rechter oordeelde dat de werknemer geen recht had op een hoger vakantieloon en haalde daarbij overigens aan dat een van de voorwaarden uit Hein/Holzkamm verkeerd was vertaald. Een werknemer moest niet ‘op regelmatige basis’ overwerk hebben verricht, maar dit overwerk moest ‘voorzienbaar en gebruikelijk’ zijn. Niet lang na de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant wees dezelfde rechtbank een soortgelijk vonnis. Deze keer is het de beurt aan de Rechtbank Rotterdam, komt zij tot een ander oordeel?