Bestuursorganen opgelet: hoorplicht vóór invordering dwangsommen
Recent heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (“de Afdeling”) een koerswijziging ingezet ten aanzien van dwangsominvordering.
Recent heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (“de Afdeling”) een koerswijziging ingezet ten aanzien van dwangsominvordering.
De Algemene wet bestuursrecht (Awb) kent geen (dwingend) wettelijk kader met betrekking tot de bewijsmiddelen en de bewijslastverdeling. Wel zijn hieruit een aantal regels van het bewijsrecht af te leiden. De onderzoeksplicht rust op het bestuursorgaan ( artikel 3:2 Awb en 7:11 Awb) en op de burger rust een informatieplicht (artikel 4:2 en 6:5 Awb). Vanuit het bewijsrecht bezien hoeft het bevoegde gezag een overtreding slechts aannemelijk te maken. In geval van bestraffende sancties wordt aan het bewijs van een overtreding strenge eisen gesteld. In een uitspraak van 1 augustus 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:2561) is de vraag aan de orde of gegevens van de Belastingdienst door de RDW mogen worden gebruikt om een aan Europcar toegekende erkenning in te trekken.
De Afdeling bestuursrechtspraak van Raad van State past over het algemeen een strakke lijn toe als het gaat om de beginselplicht tot handhaving. Een uitzondering hierop, omdat dit onevenredig zou zijn, komt in de praktijk niet vaak voor. Daarom is het zeer de moeite waard om stil te staan bij een uitspraak van de Afdeling van 25 juli 2018 (ECLI:LNL:RVS:2018:2525) waarin die evenredigheid wél wordt aangenomen op basis van specifieke omstandigheden met betrekking tot onder andere de ontruimingstitel, de ingrijpendheid van het besluit, de mate van concreetheid van de plannen en het belang van eenduidig beleid. De uitspraak bevat voor de handhavingspraktijk nog een andere belangrijke les. Onder omstandigheden kan een gemeente namelijk verplicht zijn om in het weigeringsbesluit kenbaar te maken wanneer wél tot handhaving zal worden overgegaan.
Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag (RTG) heeft voor het eerst sinds de invoering van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Wtl) in 2002 een arts een berispring opgelegd wegens een uitgevoerde euthanasie bij een 74-jarige ernstig dementerende wilsonbekwame patiënte. Daarnaast riskeert de verpleeghuisarts in kwestie ook strafrechtelijke vervolging.
Op grond van artikel 13b van de Opiumwet ("Opw") is de burgemeester bevoegd om een woning voor een bepaalde duur te sluiten als in de woning drugs worden verkocht, afgeleverd of verstrekt, of als hier drugs aanwezig zijn met dit oogmerk. Deze sluitingsbevoegdheid is een vorm van bestuursdwang die tot doel heeft overtredingen van de Opw te beëindigen en te voorkomen.
Op grond van de Gemeentewet is de burgemeester bij ernstige overlast in een woning onder omstandigheden bevoegd om deze woning fysiek te laten sluiten ter handhaving van de openbare orde. Deze bevoegdheid geldt niet alleen voor woningen, maar ook voor lokalen die niet voor het publiek toegankelijk zijn (andere privacygevoelige ruimten, zoals schuren, garages of tuinen) en bijbehorende erven. Voor het gemak spreek ik hierna alleen over woningen.
Wonen vindt in veel gevallen plaats in een woning, maar de definitie van “woning” zegt nog niets over wat nu precies feitelijk onder “wonen” wordt verstaan. Dit werd recentelijk weer duidelijk in een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarbij het onderwerp van de procedure is de huisvesting van arbeidsmigranten. De huisvesting van deze doelgroep leidt in de praktijk met regelmaat tot bestemmingsplandiscussies en daarbij behorende interpretatieperikelen.
Wanneer is een slijterijgedeelte in een supermarkt voor het publiek geopend? En hoe zit het met de aanwezigheid van een leidinggevende? Over deze vragen heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (“de Afdeling”) zich op 18 april 2018 uitgelaten in een handhavingszaak tussen de SlijtersUnie (verzoeker om handhaving) en de burgemeester van Amsterdam, met het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel ("CBL") en supermarkt Vomar als derden-belanghebbenden.
Op 12 april 2018 hebben de ministers Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) en Dekker (Rechtsbescherming) een voorstel tot wijziging van de Wet Bibob (Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur) ter consultatie aangeboden. Met dit wetsvoorstel beogen zij de aanpak van ondermijnende criminaliteit te versterken.
Catawiki exploiteert een veilingwebsite, waarop zij de mogelijkheid biedt sterke drank te verkopen en te kopen. De burgemeester van Assen heeft een door de SlijtersUnie ingediend verzoek om handhavend op te treden wegens overtreding van de Drank- en Horecawet (Dhw) tegen Catawiki afgewezen.
In een uitspraak van 21 maart 2018 zitten twee vermeldenswaardige weetjes op het gebied van bewijsrecht en vergunningvrij bouwen. In de postkamer van een gemeente moet een registratie plaatsvinden van de verzending van een besluit. Daarnaast oordeelt de Afdeling in deze uitspraak dat het vervangen van een houten vloer door een betonnen vloer geen aanpassing van de draagconstructie is, zodat hiervoor geen omgevingsvergunning is vereist.
Recreatiewoningen die voor permanente bewoning worden gebruikt; het is een bekend fenomeen dat veelal strijdig is met het geldende bestemmingsplan. Gemeenten treden hier handhavend tegen op door de eigenaren en/of de bewoners een last onder dwangsom op te leggen.