Schade aan kabels door grondboringen komt niet voor rekening aannemer
Moet een aannemer de door hem veroorzaakte schade aan kabels vergoeden als de informatie over de ligging van de kabels niet volledig was? Het Hof Amsterdam oordeelt van niet.
Moet een aannemer de door hem veroorzaakte schade aan kabels vergoeden als de informatie over de ligging van de kabels niet volledig was? Het Hof Amsterdam oordeelt van niet.
Is het bij een wijziging van de samenstelling van een groep huurders nodig om vooraf expliciet toestemming te vragen aan de verhuurder? Dat hangt van de tekst van een huurcontract af.
Een wettelijke rente over een achterstand alsmede een contractuele boete vorderen is niet mogelijk. Toch gaat dit in de praktijk nog wel eens mis.
Aedes heeft op haar website een nieuw model aannemingsovereenkomst voor woningcorporaties als opdrachtgever vrijgegeven. Het model is geschikt voor nieuwbouwprojecten en grote renovatie- en onderhoudsprojecten.
Op 1 augustus 2011 oordeelde de Raad van Arbitrage voor de Bouw over een kwestie waarbij in het bestek natuursteen voor buitengebruik was voorgeschreven, terwijl dit natuursteen niet geschikt bleek te zijn voor buitengebruik. Opdrachtgever lijdt hierdoor schade.
De Hoge Raad heeft zich gebogen over het vraagstuk of een woonboot onroerend is in de zin van artikel 3:3 BW. Beantwoording van deze vraag is relevant voor de bepaling of een woonboot kan worden betrokken in de heffing van onroerendezaakbelastingen.
Het startmoment van de bouw is een belangrijk moment voor een aannemer en een koper. Zo is dit moment bepalend voor de betalingen waar de aannemer recht heeft, voor het bepalen van de datum van oplevering, maar ook het mogelijk verbeurd zijn van een boete. Op 9 juni 2010 oordeelde de Raad van Arbitrage wat nu eigenlijk onder “het starten van de bouw van een appartementencomplex” moet worden verstaan. Lees hier.In deze zaak stelden de kopers van een nieuwbouwappartement dat de bouw van het app...
Het retentierecht is een machtig wapen voor een aannemer. Zeker in tijden van economische crisis waarin de betalingen van opdrachtgevers onder druk staan.
Brova huurt sinds 1 december 2005 van de Kroonenberg Groep voor de duur van 10 jaar een winkelunit in het winkelcentrum De Barones te Breda. In huurovereenkomst is opgenomen dat de winkelunit uitsluitend zal worden bestemd om “te worden gebruikt als winkelruimte voor de verkoop van damesmode, één en ander in de ruimste zin des woords, conform de “Dutch” formule door Brova B.V.”. De formule blijkt niet levensvatbaar te zijn.
De hoofdregel is dat een verhuurder van 290-bedrijfsruimte (winkelruimte) de huurovereenkomst pas kan opzeggen na een verloop van vijf + vijf jaar, tenzij er sprake is van “dringend eigen gebruik”. In dat geval kan verhuurder de huurovereenkomst opzeggen tegen het einde van de eerste termijn (van vijf jaar). De verhuurder heeft deze mogelijkheid echter niet als hij de nieuwe eigenaar/verhuurder is én de opzegging wordt gedaan binnen drie jaar nadat de rechtsopvolging (schriftelijk) aan de huurder bekend is gemaakt. Dit is de zogenaamde wachttijdregeling voor de nieuwe eigenaar.