Bouwvrijstelling gesneuveld
De Afdeling heeft op 2 november 2022 uitspraak gedaan in het zogenaamde Porthos-project en geoordeeld dat de bouwvrijstelling (artikel 2.9a Wnb) in strijd is met de Habitatrichtlijn.
De Afdeling heeft op 2 november 2022 uitspraak gedaan in het zogenaamde Porthos-project en geoordeeld dat de bouwvrijstelling (artikel 2.9a Wnb) in strijd is met de Habitatrichtlijn.
Projecten die met intern salderen niet leiden tot een toename van stikstofdepositie zijn niet natuurvergunningplichtig. Veel initiatiefnemers kiezen er desondanks voor om toch een aanvraag om een natuurvergunning in te dienen, om zo een positieve weigering op de aanvraag te verkrijgen.
Als een leverancier en winkelier afstemmen welke wederverkoopprijs de winkelier in rekening brengt, levert dat een concurrentiebeperking op die een overtreding van het kartelverbod kan opleveren (zogenaamde ‘verticale prijsbinding’). Op 17 oktober 2022 heeft de Autoriteit Consument & Markt (‘ACM’) de campagne “wie bepaalt de prijs” gestart die handvatten aan leveranciers en afnemers moet bieden om een overtreding in ieder geval te voorkomen.
Voor een zorgvuldige invoering van de Omgevingswet zou meer tijd nodig zijn om te oefenen, te testen en te zorgen voor extra ondersteuning bij bevoegde gezagen. Daarom kiest minister De Jonge voor een beperkt uitstel van de ingangsdatum. Dat wordt 1 juli 2023 in plaats van 1 januari 2023.
Op 29 september 2022 heeft de Europese Commissie (‘Commissie’) richtsnoeren gepubliceerd over het kartelverbod en collectieve onderhandeling door zzp’ers. Het kartelverbod kan de mogelijkheden beperken van zzp’ers om gezamenlijk afspraken te maken over bijvoorbeeld tarieven en arbeidsduur. In de richtsnoeren verduidelijkt de Commissie wanneer bepaalde zzp'ers collectief kunnen onderhandelen over betere arbeidsvoorwaarden zonder de mededingingsregels van de EU te schenden en geeft zij aan in welke gevallen niet handhavend op te zullen treden.
Dat hangt vooralsnog af van het net… Recent heeft de rechtbank Rotterdam het oordeel van de Autoriteit Consument & Markt (‘ACM’) bevestigd dat drinkwaterbedrijven geen ondernemingen zijn de zin van de Mededingingswet (‘Mw’). Het misbruikverbod (artikel 24 Mw) en het kartelverbod (artikel 6 Mw) zijn niet op hen van toepassing. De ACM beschouwt beheerders van regionale elektriciteitsnetten (in zeer voorzichtig geformuleerde bewoordingen) momenteel mogelijk als ondernemingen waarop deze verboden van toepassing zijn.
De voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland heeft op 4 augustus 2022 een uitspraak gedaan waarin de vraag centraal staat of een gemeente onrechtmatig handelt door zonder openbare selectieprocedure de huurovereenkomsten te verlengen. Op basis van het Didam-arrest is een openbare selectieprocedure immers het uitgangspunt. De voorzieningenrechter oordeelt dat de gemeente de zittende huurders als de enige serieuze gegadigden mocht beschouwen en daarom van dat uitgangspunt mocht afwijken. Helaas laat de voorzieningenrechter de kans liggen om toe te lichten of het Didam-arrest op huurovereenkomsten van toepassing is.
Veel gemeenten hebben in hun beleid de uitgangspunten en criteria beschreven die zij hanteren voor de locatiekeuze voor grondgebonden zonneparken. Aan de hand daarvan kan beoordeeld worden of een zonnepark op die locatie ruimtelijk aanvaardbaar is. Een variant daarop is dat zonneparken in het gemeentelijk beleid uitdrukkelijk worden toegestaan of juist worden uitgesloten op bepaalde locaties. Zo ook in de gemeente Schagen.
Een dragend beginsel van de Nederlandse rechtstaat is dat de overheid geen eigen belangen heeft. De functie van overheidslichamen is primair faciliterend ten opzichte van de burgers en bedrijven. Van essentieel belang is daarbij dat de overheid naar de individuele burger en bedrijf luistert, kijkt naar wat zij nodig heeft en zich daarbij dienend en responsief opstelt. Veel gemeenten willen graag een responsieve en eerlijke overheid zijn. In de praktijk gaat dit niet altijd goed. Dat kan leiden tot strijd met het beginsel van fair play. De bestuursrechter lijkt daar in toenemende mate ook strenger op toe te zien.
Op 1 juni 2022 is de nieuwe groepsvrijstellingverordening voor verticale overeenkomsten (met bijbehorende richtsnoeren) van de Europese Commissie in werking getreden. De groepsvrijstellingsverordening zondert bepaalde (distributie)overeenkomsten tussen ondernemingen in verschillende schakels van de keten uit van het Nederlandse en Europese kartelverbod, mits hun gezamenlijk marktaandeel kleiner is dan 30% en de overeenkomst geen hardcore beperking bevat.
Op 13 juli 2022 heeft het Gerecht van de EU een belangrijke uitspraak gedaan over staatssteun bij grondtransacties. De Europese Commissie heeft naar het oordeel van het Gerecht niet aannemelijk gemaakt dat de uitgifte van grond in erfpacht tegen niet-marktconforme voorwaarden had plaatsgevonden. Het Gerecht van de EU geeft in zijn uitspraak onder meer bruikbare handvatten om de marktwaarde van de bij een transactie betrokken grond vast te stellen, althans voldoende aannemelijk te maken. Daarmee is de uitspraak ook van belang voor de Nederlandse vastgoedpraktijk.
Op 21 juni 2022 heeft de directeur van de Autoriteit Consument en Markt, Martijn Snoep, een toespraak gegeven op het mededingingscongres ‘New Frontiers of Antitrust’ in Parijs. Uit de toespraak maken wij op dat de ACM afspraken over de inkoop van arbeid als ernstige beperking/bedreiging van de concurrentie aanmerkt. Zij lijkt voornemens de handhavingsactiviteit op het terrein van de arbeidsmarkt te vergroten.