Dirkzwager deelt actief kennis met iedereen die juridische of fiscale informatie nodig heeft. Waarom? Om het niveau van onze dienstverlening te verhogen en ons netwerk te vergroten. Kennis delen is kracht. Het geeft de cliënt inzicht en maakt samenwerking en advisering doelgerichter. Kennis delen vormt de basis van alles wat we doen.
5 filter(s) actief
Expertise
Selecteer de gewenste filteritems
U heeft geselecteerd:
Combineren met:
Combinatie niet mogelijk met:
Sector
Selecteer de gewenste filteritems
U heeft geselecteerd:
Combineren met:
Thema
Selecteer de gewenste filteritems
U heeft geselecteerd:
Combineren met:
Combinatie niet mogelijk met:
Auteur
Selecteer de gewenste filteritems
Combinatie niet mogelijk met:
Zoekopdracht delen:
Filterprofielen bewaren
Log in of meld u aan
Log in of meld u aan om filterprofielen te kunnen opslaan.
Op 25 juli 2018 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) een belangrijke uitspraak gedaan over (toekenning van) de proceskostenvergoeding in het bestuurs- en omgevingsrecht.
Op 17 juli 2018 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden arrest gewezen in een procedure tussen Varkenshandel Dijk, hierna: “Varkenshandel”, en een eigenaar van een zeugfokbedrijf en varkenshouderij, hierna: “Boer X”. Partijen hebben langere tijd zaken met elkaar gedaan en hebben daarbij afspraken gemaakt over het financieren van een zeugenstapel voor het zeugfokbedrijf. Tussen partijen is discussie ontstaan over de te betalen prijs voor geleverde biggen, een eigendomsvoorbehoud en in het verlengde daarvan de rechtmatigheid van een gelegd beslag.
Rondom de fosfaatrechten heeft een voorzieningenrechter geoordeeld dat door een onvoorziene situatie een inschaarder een aanzienlijk voordeel heeft genoten, terwijl het houderschap van de dieren slechts 12 weken heeft geduurd. Bovendien dat een herverdeling van de fosfaatrechten op grond van de Meststoffenwet tot de mogelijkheden behoorde. De voorzieningenrechter komt aldus tot het voorlopig oordeel dat een redelijke toepassing van de in-/uitscharingsovereenkomst met zich meebrengt dat de fosfaatrechten conform de perioden van houderschap in diezelfde verhouding tussen partijen dienen te worden verdeeld.
Op 20 juli jl. was het dan zover: de Handleiding nadeelcompensatie bij infrastructurele maatregelen (kortweg: de Handleiding) werd door de Ministers Dekker en Ollongren aangeboden aan de Tweede Kamer. De Handleiding is tot stand gekomen onder leiding van prof. mr. Michiel Scheltema en is opgesteld door een breed samengestelde werkgroep waarin (vertegenwoordigers van) overheden, bedrijfsleven en deskundigen zijn vertegenwoordigd.
In een procedure bij de rechtbank Oost-Brabant is een oudvaderlands voorpootrecht aan de orde. De gedaagde in die procedure stelt dat ondanks de titelzuiverende werking van de ruilverkaveling het oudvaderlands voorpootrecht in stand is gebleven. De rechtbank oordeelt dat een voorpootrecht bij ruilverkaveling gelet op de titelzuiverende werking teniet gaat, tenzij het voorpootrecht in de akte van toedeling wordt vermeld.
Op 11 juli 2018 heeft de Afdeling een interessante uitspraak gedaan over een verzoek om vergoeding van planschade als gevolg van een bestemmingsplan, waarin een onroerende zaak een uit te werken bestemming voor een woongebied heeft gekregen.
De Onteigeningswet verplicht tot een schadeloosstelling in geld. Omdat onteigening een uiterste middel is stelt de Kroon niettemin de eis dat de onteigenende partij de voorkeur van de eigenaar voor een andere oplossing dan "een zak geld" wel serieus onderzoekt. Het KB Stompwijk-Verbindingsweg is daar een mooi voorbeeld van.
Op 29 juni 2018 heeft de ministerraad groen licht gegeven voor de wetsvoorstellen voor de Invoeringswet Omgevingswet en de Aanvullingswet natuur Omgevingswet. Voornoemde wetsvoorstellen zijn inmiddels ook ingediend bij de Tweede Kamer. Bekend is dat de Omgevingswet tot een grootschalige wijziging van het omgevingsrecht zal leiden. Maar wat betekent deze wet concreet voor de regelingen met betrekking tot nadeelcompensatie en schadevergoeding bij gedoogplichten?
Wanneer kan financiële compensatie het evidente karakter van de privaatrechtelijke belemmering wegnemen? Over die vraag oordeelde de voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg in zijn vonnis van 13 juli jl.
De feiten in deze zaak zijn als volgt.
Dat een goede lezing van het bestemmingsplan geen ‘klein bier’ is, heeft een ambachtelijke bierbrouwer in spe ondervonden in een omgevingsvergunningprocedure tegen de gemeente Heemskerk.
Het komt in de praktijk vaak voor dat de planwetgever er voor kiest om in de gebruiksregels van een bepaalde bestemming expliciet te bepalen dat de betreffende gronden ook zijn bestemd voor “parkeren”. In de rechtspraak komt met enige regelmaat de vraag op of parkeren binnen bijvoorbeeld een bestemming “Wonen” is toegestaan als in de gebruiksregels niet is opgenomen dat de gronden tevens mogen worden gebruikt voor “parkeren”. Over deze vraag werd onlangs bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State gediscussieerd tussen het college van b&w van de gemeente Sittard Geleen en een omwonende die opkomt tegen een verleende omgevingsvergunning voor de realisatie van een studentenwoning.
Een exploitant van reclamemasten verzoekt om planschade omdat een geluidscherm het zicht vanaf de A7 op haar mast volledig wegneemt. De rechtbank oordeelt in beroep dat de planologische verandering in 2009 voorzienbaar was op grond van het Actieplan omgevingslawaai gemeente Zaanstad, waarvoor het ontwerp in april-juni 2008 ter inzage heeft gelegen. Wat vindt de Afdeling bestuursrechtspraak?
Deze website plaatst functionele en analytische cookies, waarmee we onze site gebruiksvriendelijker maken. U blijft anoniem. Cookies van derden plaatsen we niet zonder uw toestemming. Klik op 'voorkeuren instellen' om uw voorkeuren aan te geven.