Voor ambtenaren geldt (bij ontslag) een hogere integriteitsnorm
De rechtbank Gelderland overwoog in een recente ontslaguitspraak expliciet dat voor ambtenaren een hogere integriteitsmaatstaf geldt.
De rechtbank Gelderland overwoog in een recente ontslaguitspraak expliciet dat voor ambtenaren een hogere integriteitsmaatstaf geldt.
Uit de rechtspraak blijkt dat gemeenten steeds meer ruimte nemen en krijgen op fraude met declaraties aan te pakken. Wij spreken drie recente uitspraken die in dit kader aandacht verdienen.
In een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 23 juni 2020 wordt geoordeeld over de verhouding tussen door de Ondernemingskamer vastgesteld wanbeleid en bestuurdersaansprakelijkheid. Het oordeel van de Ondernemingskamer dat sprake is geweest van wanbeleid brengt niet zonder meer mee dat het bestuur aansprakelijk is of dat dit voorshands moet worden aangenomen. Het oordeel van de Ondernemingskamer dient bij de aansprakelijkheidsprocedure in aanmerking te worden genomen en kan bewijsrechtelijke betekenis hebben.
Soms is een algemene voorwaarde een illusie: een bepaling die in de algemene voorwaarden (c.q. polisvoorwaarden) staat is niet altijd een algemene voorwaarde. Andersom is ook waar: soms is een bepaling in het lichaam van een overeenkomst of polisblad een algemene voorwaarde. Een onjuiste kwalificatie kan tot gevolg hebben dat onbedoeld dekking moet worden verleend. Aan de hand van recente jurisprudentie en literatuur zet ik uiteen hoe het zit en waarom e.e.a. van belang is en geef ik verzekeraars tips hoe de problematiek kan worden voorkomen.
De partij die door dreiging met executie van een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis de wederpartij heeft gedwongen tot nakoming van dat vonnis voordat dit in kracht van gewijsde is gegaan, handelt in beginsel onrechtmatig en is schadeplichtig wanneer het vonnis in hoger beroep wordt vernietigd. Als sprake is van frustratie van verhaal, dan kan de bestuurder aansprakelijk zijn. Dit wordt bevestigd in een recent arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
Ook al nam de bestuurder in hoger beroep geen memorie van antwoord, zijn stellingen uit eerste aanleg hadden toch betrokken moeten worden bij de beoordeling of sprake was van bestuurdersaansprakelijkheid. Door dit niet te doen, miskent het hof de devolutieve werking van het hoger beroep, zo volgt uit een recent arrest van de Hoge Raad.
Recentelijk heeft de Rechtbank Noord-Holland geoordeeld wanneer een staking van eigen personeel van luchtvaartmaatschappijen als een buitengewone omstandigheid in de zin van artikel 5 lid 3 van Verordening (EG) 261/2004 wordt aangemerkt.
Uit een recente uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland volgt dat het uitkeren van een managementvergoeding, terwijl de onderneming in financieel zwaar weer verkeert, niet per definitie tot aansprakelijkheid van een bestuurder/feitelijk beleidsbepaler leidt.
Civielrechtelijke aansprakelijkheid vloeit niet per definitie voort uit een tuchtrechtelijke veroordeling. Het tuchtrecht en het civiele recht kennen een verschillend beoordelingskader. Het is aan degene die de beroepsbeoefenaar een verwijt maakt om gemotiveerd te stellen dat en waarom sprake is van civielrechtelijke onzorgvuldigheid. Het enkele gegeven dat een tuchtrechtelijke veroordeling is uitgesproken is daarvoor onvoldoende.
Is sprake van een ontoelaatbare wijziging van partijhoedanigheid indien een stichting eerst optreedt als vertegenwoordiger van slachtoffers en na eiswijziging in hoedanigheid van claimstichting in de zin van art. 3:305a (oud) BW? In een recent arrest van de Hoge Raad wordt de deformaliseringstrend bevestigd.
Op 8 april is het wetsvoorstel ‘Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid’ ingediend bij de Tweede Kamer. In dit blog bespreken wij de relevante aspecten voor de algemene vergaderingen van rechtspersonen. De tijdelijke wet is in werking getreden op 24 april 2020.
Het Gerechtshof Amsterdam heeft onlangs uitspraak gedaan in een verzekeringsrechtelijk geschil tussen de commissarissen van het failliete Imtech en CNA, de first excess layer verzekeraar op de Directors & Officers (D&O) verzekering van Imtech. Het hof oordeelt dat CNA door de commissarissen niet kan worden aangesproken voor vergoeding van door hen gemaakte verweerkosten. Dit is erin gelegen dat de primary layer, die een dekking biedt voor EUR 25 miljoen, nog niet is uitgeput, zodat dekking onder de excess layer niet aan de orde is.