Planschade Midden-Groningen: het erf en de bomen
Gronden met een agrarische bestemming zijn geen onderdeel van het erf van een woning. Door toepasselijkheid Boswet verliest grond agrarische waarde.
Gronden met een agrarische bestemming zijn geen onderdeel van het erf van een woning. Door toepasselijkheid Boswet verliest grond agrarische waarde.
Beleidsvoornemen uit Streekplan niet verlaten dus aanleg buitenring voorzienbaar.
Geen planologisch nadeel De eigenaren van twee woningen verzochten om een tegemoetkoming in planschade vanwege de bouw van een 6 m hoog geluidscherm tegenover hun woningen. De geraadpleegde deskundige en de rechtbank oordeelden dat de plaatsing van de schermen ook al mogelijk was op grond van het oude bestemmingsplan. Deze schade was dus geen gevolg van het nieuwe bestemmingsplan. De Afdeling was het daarmee eens.
Vrijdag 17 september heeft de Hoge Raad een tweetal arresten gewezen over het begrip ‘materiële onderneming’ bij de exploitatie van onroerende zaken door een Vastgoed-BV. In de arresten ging het om de zogenoemde toepassing van de geruisloze terugkeerfaciliteit en bedrijfsopvolgingsfaciliteit. De Hoge Raad oordeelde dat een Vastgoed-BV met een omvangrijke vastgoedportefeuille geen onderneming dreef. In deze blog gaan wij in op de arresten en de impact op de andere belastingheffingen, zoals bij de belastingheffing bij vastgoedexploitanten in privé ten aanzien van de kwalificatie box 1 (onderneming / werkzaamheid) en box 3 (belegging).
Een aanvraag om nadeelcompensatie wordt op grondslag van de aanvraag beoordeeld; een te late aanvulling of wijziging van betekenis hoeft niet te worden behandeld. De schade wordt beoordeeld op basis van de vergunde aantallen dieren en niet op de hogere aantallen dieren die in strijd met de vergunning worden gehouden.
Het beleid van de Staat dat privaatrechtelijke toestemming nodig is voor het gebruik van zijn verzorgingsplaatsen naast snelwegen, kwalificeert als een vergunningenstelsel in de zin van de Dienstenrichtlijn. Daarbij kan het weigeren van toestemming na vergunningverlening misbruik van bevoegdheid opleveren. Deze twee conclusies – met mogelijk verregaande gevolgen - volgen uit een recent vonnis van de rechtbank Den Haag.
De Omgevingswet verplicht overheden nieuwe kerninstrumenten te gebruiken voor het beheren, gebruiken en ontwikkelen van de fysieke leefomgeving. In een reeks korte en praktische artikelen gaan wij nader in op elk van deze zes instrumenten. In dit eerste artikel bespreken wij de omgevingsvisie.
Een weg die eenmaal openbaar is geworden, kan niet zomaar aan de openbaarheid worden onttrokken. Daarvoor is een besluit van de gemeenteraad nodig. De raad komt daarbij veel beleidsruimte toe, zo blijkt maar weer eens uit een uitspraak van de rechtbank Den Haag van eerder dit jaar.
Op 7 juli jl. is de Tweede Kamer geïnformeerd over de meest recente stand van zaken met betrekking tot de invoering van de Omgevingswet. In dit artikel bespreken wij de voortgangsbrief van juli en de daarin benoemde ontwikkelingen.
De verlaagde geuremissiefactoren die gelden bij het vergunnen van veehouderijen met combiluchtwassers blijven voorlopig (gewoon) van toepassing. Dat volgt uit een recente uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Het opstellen van een geurbeheersplan kan als ‘best beschikbare techniek’ (BBT) worden verplicht om geurhinder van veehouderijen te voorkomen en/of te beperken. In dit artikel wordt besproken wanneer een geurbeheersplan moet worden opgesteld, en hoe toepassing van deze BBT zich verhoudt tot de Wgv als exclusief toetsingskader voor geurhinder.
Bij elkaar in tijd opvolgende streekplannen wordt de voorzienbaarheid van planschade beoordeeld aan de hand van het meest recent gepubliceerde streekplan.