Inwerkingtreding Omgevingswet op 1 januari 2024 nu écht definitief
De inwerkingtreding van de Omgevingswet is inmiddels al vijf keer uitgesteld, maar vandaag is het hoge woord er eindelijk uit: de Omgevingswet gaat in op 1 januari 2024.
De inwerkingtreding van de Omgevingswet is inmiddels al vijf keer uitgesteld, maar vandaag is het hoge woord er eindelijk uit: de Omgevingswet gaat in op 1 januari 2024.
De uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State inzake het Programma Aanpak Stikstof (2019) en de Porthos-uitspraak (2022) hebben grote gevolgen voor infrastructurele en bouwprojecten. Projecten lopen vertraging op of komen in de knel. Een op zichzelf positief effect is dat deze uitspraken geleid hebben tot meer oog voor duurzaamheid en zoveel mogelijk emissieloos bouwen.
De Raad van State heeft op 2 november jl. geoordeeld dat de bouwvrijstelling (artikel 2.9a Wnb) in strijd is met de Habitatrichtlijn. Wat betekent dit voor uw project?
De Afdeling heeft op 2 november 2022 uitspraak gedaan in het zogenaamde Porthos-project en geoordeeld dat de bouwvrijstelling (artikel 2.9a Wnb) in strijd is met de Habitatrichtlijn.
Heeft de Nederlandse Arbeidsinspectie u een boete opgelegd wegens overtreding van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav)? Controleer dat boetebesluit dan aandachtig. De Afdeling heeft namelijk recent een streep gezet door de Beleidsregel boeteoplegging Wet arbeid vreemdelingen, omdat in de Beleidsregel geen onderscheid is gemaakt in de hoogte van de boete tussen een werkgever die opzettelijk de wet overtrad en een werkgever die per abuis de wet had overtreden. De Afdeling overweegt dat als geen sprake is van opzet of grove schuld 50% van het boetenormbedrag een passend uitgangspunt is. In deze blog gaan wij in op deze uitspraak en het belang van deze uitspraak voor de praktijk.
Veel gemeenten hebben in hun beleid de uitgangspunten en criteria beschreven die zij hanteren voor de locatiekeuze voor grondgebonden zonneparken. Aan de hand daarvan kan beoordeeld worden of een zonnepark op die locatie ruimtelijk aanvaardbaar is. Een variant daarop is dat zonneparken in het gemeentelijk beleid uitdrukkelijk worden toegestaan of juist worden uitgesloten op bepaalde locaties. Zo ook in de gemeente Schagen.
Een dragend beginsel van de Nederlandse rechtstaat is dat de overheid geen eigen belangen heeft. De functie van overheidslichamen is primair faciliterend ten opzichte van de burgers en bedrijven. Van essentieel belang is daarbij dat de overheid naar de individuele burger en bedrijf luistert, kijkt naar wat zij nodig heeft en zich daarbij dienend en responsief opstelt. Veel gemeenten willen graag een responsieve en eerlijke overheid zijn. In de praktijk gaat dit niet altijd goed. Dat kan leiden tot strijd met het beginsel van fair play. De bestuursrechter lijkt daar in toenemende mate ook strenger op toe te zien.
Inmiddels twee jaar geleden schreven we in eerder blogartikel op onze website al over de uitspraak van de rechtbank Den Haag waarin geoordeeld werd dat de pakjes met voetballers (zgn. packs) in de populaire voetbalgame FIFA kwalificeerden als verboden kansspel. In hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (‘de Afdeling’) is die uitspraak vernietigd.
Minister De Jonge laat weten dat de inwerkingtredingsdatum van de Omgevingswet wordt bepaald op 1 januari 2023. Dat is geen verrassing, want 1 juli 2022 leek op voorhand al geen haalbare kaart vanwege de DSO-perikelen.
Een tendens van de afgelopen jaren is dat steeds meer gemeenten beleid hebben vastgesteld voor de beoordeling van initiatieven om zonneparken te realiseren. Dat beleid kan grote consequenties hebben voor op dat moment al lopende aanvragen. Ook heeft dit beleid in de praktijk vaak tot gevolg dat meerdere initiatieven met elkaar moeten concurreren. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 16 februari 2022 twee uitspraken gedaan over het fair play beginsel en de procedure voor vergunningverlening van zonneparken in de gemeente Drimmelen. De Afdeling is van oordeel dat niet alle aanvragen objectief en op een gelijke wijze zijn beoordeeld.
Afgelopen vrijdag oordeelde de Hoge Raad dat overheidslichamen op grond van het gelijkheidsbeginsel gehouden zijn om bij gronduitgifte mededingingsruimte te bieden als er meerdere (potentiële) gegadigden zijn. Het arrest is zonder meer verstrekkend, maar roept vooral ook veel vragen op.
Voor het berekenen van stikstofdepositie gaat een vaste afstandsgrens van 25 kilometer gelden. Voor woningbouw, landbouw en industrie/energie gelden nu geen afstandsgrenzen. Voor infrastructurele projecten wordt rekening gehouden met de stikstofdepositie tot 5 kilometer van de weg. Een vaste afstandsgrens voor alle emissiebronnen leidt tot meer duidelijkheid en een gelijkwaardige behandeling van vergunningaanvragen.