Hoge Raad geeft helderheid over vrije artsenkeuze
In een drietal arresten van 9 december 2022 heeft de Hoge Raad helderheid geboden over het hinderpaalcriterium dat centraal staat bij de aanhoudende discussie over de vrije artsenkeuze.
In een drietal arresten van 9 december 2022 heeft de Hoge Raad helderheid geboden over het hinderpaalcriterium dat centraal staat bij de aanhoudende discussie over de vrije artsenkeuze.
De Hoge Raad heeft op 11 november jongstleden een tweetal uitspraken gewezen waarin zij de reikwijdte van de Xella-plicht heeft verduidelijkt. Een nieuw hoofdstuk voor (semi-)diepslapers?
Bij overnames -in de praktijk veelal aandelentransacties- speelt medezeggenschap van de ondernemingsraad (OR) een belangrijke rol. Voor ondernemingen of organisaties met 50 of meer medewerkers is de instelling van een OR verplicht. Waarover heeft de OR iets te zeggen? Een overname zal -specifiek de voorwaarden waaronder de transactie plaatsvindt en wordt vastgelegd in de transactiedocumentatie- aan het adviesrecht van de OR onderworpen zijn. Echter, een hieraan voorafgaand besluit tot inschakeling van een externe deskundige, zoals een corporate finance adviseur, zal tevens ter voorgaande advisering aan de OR moeten worden voorgelegd.
Op 1 november 2022 treedt het Nederlandse UBO-register voor trusts en soortgelijke juridische constructies (hierna te noemen: het “Trustregister”) in werking. In het Trustregister worden bepaalde persoonlijke gegevens opgenomen van de uiteindelijke belanghebbenden (UBO(s)) van de trusts en soortgelijke juridische constructies, waaronder Nederlandse open en besloten fondsen voor gemene rekening (FGRs). In deze blog zal kort stil worden gestaan bij de belangrijkste gevolgen van de inwerkingtreding van het Trustregister voor de praktijk.
Dit artikel van de artikelenreeks ‘Aandachtspunten bij samenwerkingsverbanden in de zorg’ gaat over de medezeggenschap patiënten/cliënten bij het aangaan van samenwerkingsverbanden en de besluitvorming door samenwerkingsverbanden.
Deze procedure betreft een geschil tussen twee aandeelhouders van een vennootschap. Een van de aandeelhouders heeft eerder een deel van zijn aandelen in het kapitaal van de vennootschap verkocht aan de andere aandeelhouder en daarbij is uitgestelde betaling van een deel van de koopsom voor de aandelen overeengekomen. Centraal staat de vraag of het uitgestelde deel van de koopsom betaald moet worden door de kopende aandeelhouder aan de verkopende aandeelhouder of dat conform de gemaakte afspraken dat deel bij wijze van kapitaalinjectie in de vennootschap gestort mag worden.
Het WOB-verzoek van de Stichting Handhaving Vrije Artsenkeuze over artikel 13 Zorgverzekeringswet (Zvw) heeft aan het licht gebracht dat VWS erkent dat een generiek kortingspercentage in strijd is met de wet.
Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) is in de definitieve versie van het Integraal Zorgakkoord (IZA) deels teruggekomen van het plan om de vrije artsenkeuze in te perken. Een eerder uitgelekt plan met die strekking kon op veel kritiek rekenen. Het ministerie van VWS lijkt nu naar een deel van die kritiek geluisterd te hebben en heeft het IZA op dit punt aangepast. Er blijven genoeg kritiekpunten over.
De vertrouwelijkheid van mediation (de geheimhouding) waarborgt dat de deelnemende partijen al wat daartoe nodig is aan de orde kunnen stellen. Zonder dat hierop buiten de mediation (ook niet bij de rechter) een beroep kan worden gedaan. Geen van de partijen kan worden geconfronteerd met informatie die verkregen is in het kader van de mediation gesprekken. Vaak wordt voor mediation gekozen om te de-escaleren in een open gesprek aan de hand van behoeften, zorgen en wensen in plaats van (juridische) argumenten. Het komt ook voor dat de arbeidsrelatie tijdens de mediation juist verder escaleert en zelfs onherstelbaar onder druk komt te staan. Is het dan mogelijk dat de werkgever of werknemer zich beroept op wat tijdens de mediation is gezegd of voorgevallen? De kantonrechter in Gouda beantwoordde deze vraag recent afwijzend.
De vertrouwelijkheid van mediation (de geheimhouding) waarborgt dat de deelnemende partijen al wat daartoe nodig is aan de orde kunnen stellen. Zonder dat hierop buiten de mediation (ook niet bij de rechter) een beroep kan worden gedaan. Geen van de partijen kan worden geconfronteerd met informatie die verkregen is in het kader van de mediation gesprekken. Vaak wordt voor mediation gekozen om te de-escaleren in een open gesprek aan de hand van behoeften, zorgen en wensen in plaats van (juridische) argumenten. Het komt ook voor dat de arbeidsrelatie tijdens de mediation juist verder escaleert en zelfs onherstelbaar onder druk komt te staan. Is het dan mogelijk dat de werkgever of werknemer zich beroept op wat tijdens de mediation is gezegd of voorgevallen? De kantonrechter in Gouda beantwoordde deze vraag recent afwijzend.
In de vorige blogs uit deze reeks ‘integriteit op de werkvloer’ is uitgebreid stilgestaan bij het belang van preventief integriteitsbeleid en wat werkgevers zoal kunnen doen ter voorkoming van ongewenst gedrag. Althans, zo veel mogelijk. Want vroeg of laat zal vrijwel iedere werkgever er mee te maken krijgen. Situaties waarin een werknemer het minder nauw neemt met de gedragsregels. Wat nu wanneer collega’s of anderen hiervan het slachtoffer worden? En wellicht nog belangrijker: hoe zorg je ervoor dat zij zich durven uit te spreken en weten waar zij met hun verhaal terecht kunnen?
In de voorgaande blogs is vanuit verschillende (arbeidsrechtelijke) invalshoeken stilgestaan bij het belang van een geïntegreerd integriteitsbeleid en de gedragscode als onmisbaar onderdeel daarvan. Werkgevers die beschikken over kenbare en op schrift gestelde gedragsregels hebben een betere uitgangspositie bij het omgaan met risico’s rond niet-integer handelen van personeel. Dit roept de vraag op hoe werkgevers kunnen zorgen voor een succesvolle implementatie van de gedragscode binnen de organisatie. En minstens even belangrijk: hoe houd je de inhoud van de gedragscode “levend”?