Compensatie onder de Wet toekomst pensioenen: gevangen in een driedelig keurslijf?
We staan aan de vooravond van een zeer ingrijpende wijziging van het pensioenstelsel.
We staan aan de vooravond van een zeer ingrijpende wijziging van het pensioenstelsel.
Op 17 februari 2022 is een uitspraak van de Rechtbank Den Haag gepubliceerd in een pensioenkwestie tussen een werkgever (Itsme) en een pensioenfonds (voor de Nederlandse Groothandel) over de uitleg van een pensioenreglement in relatie tot het Convenant Arbeidsongeschiktheidspensioen. Hoewel het Convenant beoogt het uitloop- en inlooprisico voor arbeidsongeschikte werknemers in geval van een baanwisseling of een einde van de uitvoeringsovereenkomst te dekken, wordt deze doelstelling niet altijd bereikt. Eenvoudigweg omdat het Convenant niet door alle pensioenfondsen geïmplementeerd is of blijkt te zijn.
Bij fusies en overnames in de zorgsector komt veel kijken. Sectorspecifieke regels stellen partijen voor tal van specifieke juridische vraagstukken en uitdagingen. In de blogreeks ‘Aandachtspunten bij fusies en overnames in de zorg’ gaan wij in op specifieke aspecten die spelen bij fusies en overnames in de zorgsector. Dit artikel van de artikelenreeks ‘Aandachtspunten bij fusies en overnames in de zorg’ gaat over de gevolgen van de fusies en overnames voor de betrokken werknemers. Wat gebeurt er met hun arbeidsrechtelijke positie? Welke regels en procedures moeten er gevolgd worden?
In de vorige blogs uit de blogreeks hebben wij in grote lijnen besproken welke pensioenregeling van toepassing is, wordt of blijft na overgang van onderneming. Maar wie gaat deze regeling nu uitvoeren? Moet de koper met de oorspronkelijke pensioenuitvoerder van de verkoper blijven werken of mag hij overstappen? Belangrijke vragen, want het al dan niet gedwongen overstappen naar een andere pensioenuitvoerder kan immers grote gevolgen hebben voor het kostenplaatje. In deze vijfde blog gaan wij hierop in.
In de blogreeks pensioen bij overnames gaan wij in op de verschillende pensioenrechtelijke aspecten die aan bod komen bij een fusie of overname. Het wettelijke regime en het belang van boekenonderzoek zijn hierbij al de revue gepasseerd.
Hoe moet er vanuit concernverband gekeken worden naar een verplichte deelname in een bedrijfstakpensioenfonds?
De RVU-drempelvrijstellingsregeling heeft ten doel om werkgevers meer mogelijkheden te geven om oudere werknemers. Hoewel de regeling een generieke insteek kent valt op dat cao-partijen aan de regeling een vooralsnog uitermate beperkte insteek toekennen. Een analyse van inzetten voor het cao-overleg en een recent gesloten onderhandelaarsakkoord binnen de zorgsector volgt in dit blog.
Op 1 januari 2021 is de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) in werking getreden. Met de WHOA kan een dwangakkoord buiten surseance of faillissement worden bewerkstelligd. Dat akkoord kan door de schuldenaar of een daartoe aangewezen herstructureringsdeskundige worden aangeboden aan de vermogensverschaffers van de schuldenaar. Het akkoord kan inhouden dat rechten van die vermogensverschaffers worden gewijzigd. Degenen aan wie het akkoord wordt aangeboden en wiens rechten worden gewijzigd, stemmen over het akkoord. Dit gebeurt in klassen. Vervolgens is het aan de rechter om het akkoord te homologeren, dat wil zeggen: goed te keuren. Onder bepaalde voorwaarden kan de rechter het akkoord ook opleggen aan klassen die niet met het akkoord hebben ingestemd. Vandaar dat in die context ook wel de term ‘dwangakkoord’ wordt gebruikt.
Een belangrijk onderdeel van de WHOA-procedure is de klassenindeling en de stemming. Hoe maak je die klassenindeling? Waar moet rekening mee gehouden worden? Welke regels er voor de stemming en hoe verloopt dit praktisch gezien?
Op 12 januari van dit jaar heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel “Bedrag ineens, regeling vervroegde uittreding (hierna: RVU) en verlofsparen” zonder nadere stemming aanvaard. Deze wet is een gevolg van het pensioenakkoord dat is gesloten tussen het kabinet, werkgevers- en werknemersorganisaties. Een van de drie onderdelen van deze wet is de introductie van een RVU-drempelvrijstelling. Concreet wordt met deze vrijstelling beoogd mogelijk te maken dat werkgevers in de 36 maanden voor het bereiken van de AOW-leeftijd aan werknemers een bedrag kunnen meegeven, zonder dat hierover RVU-heffing verschuldigd is. De RVU-heffing is, naast de normale inhoudingen, verschuldigd door de werkgever en bedraagt 52% van de uitkering aan de werknemer. In dit artikel bespreken wij enkele aandachtspunten met betrekking tot de nieuwe drempelvrijstelling.
Op 24 november 2020 is het procesreglement gepubliceerd voor WHOA-zaken die vanaf 1 januari 2021 kunnen worden aangebracht bij de rechtbanken.
De Autoriteit Consument en Markt stelt 5 vuistregels voor het maken van reclame voor duurzame energieproducten en -diensten. De energietransitie wordt nu dus ook vanuit reclamerechtelijk perspectief bezien.