Advies aan Hoge Raad over huurkorting en corona
Bij conclusie van 30 september 2021 adviseert procureur-generaal Wissink de Hoge Raad over beantwoording van de prejudiciële vragen over Corona en Huur.
Bij conclusie van 30 september 2021 adviseert procureur-generaal Wissink de Hoge Raad over beantwoording van de prejudiciële vragen over Corona en Huur.
Het hof Amsterdam heeft in zijn arrest van 14 september 2021 bevestigd dat de berekening die door de rechtbank Amsterdam (en andere rechtbanken) is gehanteerd voor de vaststelling van huurkorting als gevolg van corona onjuist is.
In dit artikel wil ik nader ingaan op de wijze waarop rechtbanken omgaan met de berekening van de huurprijsvermindering en de rol die tegemoetkomingen vanuit de overheid (met name TVL) daarbij spelen.
In een arrest van 7 september 2021 heeft het Hof Arnhem-Leeuwarden prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad betreffende de verhuiskostenvergoeding bij volledig ingerichte en gestoffeerde wisselwoningen.
Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft de reikwijdte van het welbekende Zonhofje I-arrest uitgebreid: hoofdhuurovereenkomsten van woonruimte in de vrije sector die in de sociale sector worden onderverhuurd, volgen het huurrechtregime voor sociale huurovereenkomsten met ver(der)gaande huurbescherming!
In zijn arrest van 16 juli 2021 heeft de Hoge Raad uitgelegd hoe de wettelijke bepaling over ‘niet redelijk voordeel’ (art. 7:264 lid 1 BW) moet worden uitgelegd. Eerst moet gekeken worden of de bedongen prestatie uitsluitend of voornamelijk het belang van de verhuurder dient. Als dat niet zo is, moet de omvang van het voordeel voor de huurder worden bepaald en afgewogen tegen de kosten die de verhuurder rekent.
Per 1 april 2021 is de Wet Tijdelijke Huurkorting in werking getreden. Wat houdt deze wet nu eigenlijk in? In dit artikel vertellen we u hier meer over.
In het april nummer van het vakblad Vastgoedrecht (VGR 2021/2/pag.66-68) gaan advocaten Robert Rijpstra en Coen van Schaijk in op het wetsvoorstel opkoopbescherming en tijdelijke verhuur. Het wetsvoorstel kan grote gevolgen hebben voor vastgoedbeleggers.
In haar uitspraak van 31 maart 2021 heeft de rechtbank Limburg prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad over diverse vraagstukken met betrekking tot Corona en Huur. We vatten de vragen van de rechtbank even kort samen.
De WHOA voorziet in twee procedures waarbinnen een onderhands akkoord tot stand kan komen: i) een besloten akkoordprocedure buiten faillissement ii) een openbare akkoordprocedure buiten faillissement Wat is het verschil tussen deze twee procedures? Hoe zit het met de rechtsmacht en internationale erkenning van deze twee procedures? En wanneer dient de keuze voor een van deze procedures te worden gemaakt?
Met de WHOA worden twee nieuwe insolventiefunctionarissen geïntroduceerd: de observator en de herstructureringsdeskundige. Wanneer wordt een observator benoemd? Wat is zijn/haar rol en positie? En wie betaalt de kosten van de observator?
De homologatie (goedkeuring) van het akkoord vormt het sluitstuk van de WHOA-procedure. Hoe gaat dit in zijn werk? Wanneer is homologatie mogelijk? Wanneer wijst de rechtbank een observator aan? Wat zijn de gronden om de homologatie af te wijzen? En wat zijn de gevolgen van een gehomologeerd akkoord?