Wetsvoorstel hervorming concurrentiebeding bekend: wat moet uw onderneming weten en doen?
De voorgestelde wijzigingen voor de hervorming van het concurrentiebeding zijn in een wetsvoorstel uitgewerkt.
De voorgestelde wijzigingen voor de hervorming van het concurrentiebeding zijn in een wetsvoorstel uitgewerkt.
Vanaf vandaag hebben klokkenluiders recht op kosteloze juridische bijstand of mediation. De (subsidie)regeling wordt uitgevoerd door de Raad voor Rechtsbijstand, in samenwerking met het Huis voor Klokkenluiders.
In de uitspraak van 20 juli 2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:4629 wijst de rechtbank Amsterdam het door het Openbaar Ministerie op grond van art. 2:298 BW gevorderde ontslag van de bestuurder van een stichting (een zorgorganisatie) toe. In dit blog bespreken wij het algemene kader voor ontslag van stichtingsbestuurders op de voet van art. 2:298 BW en gaan wij in op deze uitspraak.
Op 15 augustus 2023 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (ECLI:NL:GHARL:2023:6866) uitspraak gedaan in een zaak over het verhaal door zorgverzekeraar VGZ op de bestuurder van een zorgaanbieder van aan zorgbudgethouders verstrekte PGB-gelden. In dit blog gaan wij in op de belangrijkste bevindingen.
De vakgroep Integriteit plaatst elke maand een overzicht van de jurisprudentie op het gebied van integriteit op de werkvloer, in de breedste zin van het woord. Deze bijdrage bevat de jurisprudentie die in de maand september 2023 op www.rechtspraak.nl is gepubliceerd in het rechtsgebied ‘Arbeidsrecht’.
De vakgroep Integriteit plaatst elke maand een overzicht van de jurisprudentie op het gebied van integriteit op de werkvloer, in de breedste zin van het woord. Deze bijdrage bevat de jurisprudentie die in de maand augustus 2023 op www.rechtspraak.nl is gepubliceerd in het rechtsgebied ‘Arbeidsrecht’.
Steeds meer ondernemingen doen een beroep op de WHOA. De WHOA kan ook gevolgen hebben voor verhuurders en de wijze waarop voorafgaand aan het sluiten van een huurovereenkomst zekerheid wordt gesteld. Vaak gebeurt dit door middel van een bankgarantie. Uit een uitspraak van de Rechtbank Amsterdam volgt dat de WHOA voor die praktijk niet zonder gevolgen is.
Het hof ’s-Hertogenbosch oordeelde op 14 augustus 2023 dat een topfunctionaris bovenop een contractuele beëindigingsvergoeding van € 75.000 aanspraak heeft op de wettelijke transitievergoeding en een gefixeerde schadevergoeding van circa € 101.000. Verder stelt het hof vast dat in dit geval geen sprake is geweest van een afspraak/opzetje tussen partijen om te komen tot een hogere beëindigingsvergoeding dan de WNT toestaat.
Verrekening is een praktische rechtsfiguur. Als je een wederpartij een geldbedrag verschuldigd bent, terwijl je van diezelfde partij zelf ook nog geld tegoed hebt, dan kunnen de schuld en de vordering tot hun gezamenlijke beloop tegen elkaar worden weggestreept, als gevolg waarvan er slechts nog eventueel een restvordering of -schuld resteert. Maar mag het ook altijd?
Per 1 januari 2015 is de Participatiewet (‘PW’) in werking getreden. In een blogreeks van drie blogs gaan wij in op de vraag hoe deze wet zich verhoudt tot de drie stelselwetten: de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (‘Wmo’), de Wet langdurige zorg (‘Wlz’) en de Zorgverzekeringswet (‘Zvw’). Aan de hand van een aantal uitspraken van het afgelopen jaar lichten wij de verhouding tussen de PW en de stelselwetten toe en staan wij stil bij de vraag wanneer een van deze stelselwetten als voorliggende voorziening kwalificeert. In de eerste blog van onze blogreeks zijn wij ingegaan op de verhouding tussen de PW en de Wmo. In deze blog bespreken wij de verhouding tussen de PW en de Wlz.
In een beschikking van de Rechtbank Den Haag van 18 april 2023 is geoordeeld dat de gevorderde buitengerechtelijke kosten niet in verhouding staan tot de schade en is de vordering tot vergoeding van deze kosten daarom afgewezen. De werkzaamheden van de gemachtigde van de verzoeker hielden volgens de rechtbank met name verband met het incasseren van voorschotten op de buitengerechtelijke kosten en niet met de afwikkeling van de schade van zijn cliënt. Daarnaast is het door de gemachtigde gehanteerde uurtarief van € 220,00 – gelet op zijn ervaring – onredelijk hoog.