Auteursrechtinbreuk door afbouwen bouwwerk met een ander dan de ontwerper
Het afbouwen van een bouwwerk met een ander dan de ontwerper of rechthebbende, levert in de hier besproken rechtszaak auteursrechtinbreuk op. Wij bespreken waarom.
Het afbouwen van een bouwwerk met een ander dan de ontwerper of rechthebbende, levert in de hier besproken rechtszaak auteursrechtinbreuk op. Wij bespreken waarom.
Het kabinet heeft een groot aantal maatregelen ingevoerd om bij ondernemingen en instellingen tegemoet te komen tijdens de corona-crisis. In een afzonderlijke blog zijn concrete actie- en aandachtspunten genoemd om liquiditeiten zoveel mogelijk binnen de organisatie te houden. Dit artikel behandelt enkele belangrijke overige fiscale maatregelen en tegemoetkomingen.
Een exoneratie van een aannemer voor schade veroorzaakt door gebreken aan een door een derde te plaatsen fundering laat onverlet dat de aannemer nog steeds aansprakelijk kan zijn bij schending van zijn waarschuwingsplicht met betrekking tot die fundering.
De doelstelling van de Spoedwet aanpak stikstof is om de huidige stikstofbelasting verder terug te brengen en het intensiveren van het natuurherstel. Het wetsvoorstel is zowel door de Tweede als Eerste Kamer aangenomen, en met ingang van 1 januari 2020 in werking getreden.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft zich in uitspraken van 27 februari 2019 (casus 1) en 28 augustus 2019 (casus 2) gebogen over de vraag of een omgevingsvergunning kan worden verleend voor de vestiging van een supermarkt op gronden bestemd voor 'Detailhandel' met de nadere (functie)aanduiding 'tuincentrum'. In beide uitspraken komt de Afdeling tot een andere conclusie.
Procespartijen in het bestuursrecht kunnen slechts opkomen tegen normschendingen die hun eigen belang raken. Dat is de kern van het relativiteitsvereiste uit artikel 8:69a Awb. Dat betekent dat een partij bijvoorbeeld niet met succes kan opkomen tegen de komst van een bedrijf met het betoog dat het bedrijf voorgeschreven afstanden tot woningen van derden niet in acht neemt. Dat kunnen namelijk alleen die derden.
Op 6 november 2018 heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden ("hof") zijn langverwachte arrest gewezen in het hoger beroep over het (staats)steungeschil tussen de gemeente Harlingen ("gemeente") en Spaansen Holding B.V. ("Spaansen"). De gevolgen zijn verstrekkend voor (decentrale) overheden en hun contractspartijen. Omdat de gemeente door middel van een koopovereenkomst onrechtmatige staatssteun heeft verleend, is de gehele koopovereenkomst nietig. Deze wordt daardoor geacht niet te zijn gesloten.
Het Nederlandse kabinet heeft op 15 oktober 2018 aangekondigd het pakket vestigingsklimaat als onderdeel van het pakket Belastingplan 2019 te wijzigen. Het kabinet heeft hierbij de beslissing genomen om de dividendbelasting in stand te houden. Naar aanleiding van het vervallen van het voorstel om de dividendbelasting af te schaffen, heeft het kabinet besloten de vrijgekomen middelen aan te wenden voor andere maatregelen om het vestigingsklimaat te verbeteren.
De Haagse Voorzieningenrechter oordeelde dat geen sprake is van rechtsverwerking als inschrijver een vraag heeft gesteld over het onderwerp waarover in kort geding wordt geklaagd. Hiermee wordt het belang voor een goede rechtsverwerkingsclausule in de aanbestedingsstukken onderstreept.
De coördinatieregeling als bedoeld in artikel 3.30 van de Wro maakt het mogelijk dat een bestemmingsplan en daarop gebaseerde omgevingsvergunning voor de activiteit ‘bouwen’ tegelijkertijd worden voorbereid en bekendgemaakt. Daarmee kan een ruimtelijke ontwikkeling aanzienlijk worden versneld. In een uitspraak van de Afdeling van 29 augustus 2018 wordt nog eens bevestigd dat dit argument – snelheid – een legitiem argument is om de coördinatieregeling toe te passen.
Op 15 augustus 2018 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State nog eens herhaald in welke gevallen degene die verzoekt om een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk als belanghebbende bij de beslissing op dat verzoek kan worden aangemerkt.
Bij branchebeschermingsafspraken komt een vastgoedeigenaar met zijn koper (of huurder) van winkelruimte overeen dat hij in een winkelcentrum geen ruimten zal verhuren of verkopen aan een met de koper (huurder) concurrerende onderneming. Branchebeschermingsovereenkomsten kunnen in strijd zijn met het kartelverbod, zoals Lidl betoogt in een nog lopende zaak bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.