Inwerkingtreding Omgevingswet op 1 januari 2024 nu écht definitief
De inwerkingtreding van de Omgevingswet is inmiddels al vijf keer uitgesteld, maar vandaag is het hoge woord er eindelijk uit: de Omgevingswet gaat in op 1 januari 2024.
De inwerkingtreding van de Omgevingswet is inmiddels al vijf keer uitgesteld, maar vandaag is het hoge woord er eindelijk uit: de Omgevingswet gaat in op 1 januari 2024.
Minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) heeft gisteren bij de Eerste en Tweede Kamer het “nieuwe” Koninklijk Besluit in procedure gebracht dat de invoering van de Omgevingswet per 1 januari 2024 regelt. Daarmee is de vorige streefdatum van een invoering per 1 juli a.s. niet meer aan de orde. Er is dus weer meer tijd om ons voor te bereiden op de inwerkingtreding van de wet.
Voor een zorgvuldige invoering van de Omgevingswet zou meer tijd nodig zijn om te oefenen, te testen en te zorgen voor extra ondersteuning bij bevoegde gezagen. Daarom kiest minister De Jonge voor een beperkt uitstel van de ingangsdatum. Dat wordt 1 juli 2023 in plaats van 1 januari 2023.
Onder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) bestaat de mogelijkheid om een omgevingsvergunning te verlenen voor afwijking van het bestemmingsplan voor de lijst van gevallen zoals aangewezen in het Besluit omgevingsrecht (Bor). Onderdeel 9, artikel 4, van bijlage II van het Bor maakt het mogelijk om strijdig gebruik te vergunnen. Dit is een relatief makkelijke en snelle manier om in afwijking van het bestemmingsplan een bepaald gebruik toe te staan.
De Wet Bibob (voluit: de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur) heeft als doel te voorkomen dat de overheid ongewild criminele activiteiten faciliteert bij het verlenen van beschikkingen, overheidsopdrachten en het aangaan van vastgoedtransacties. Daarom maakt de Wet Bibob het onder meer mogelijk dat bestuursorganen vergunningen weigeren of intrekken als sprake is van een ‘ernstig gevaar’ dat die vergunningen worden misbruikt (artikel 3 Wet Bibob).
In een recente uitspraak bevestigt de Afdeling bestuursrechtspraak dat de uitvoerbaarheid van een voorgenomen bestemmingsplan, en dus de geldigheid ervan, niet afhankelijk is van de vraag of de uitgifte van de betreffende grond in strijd is met het Didam-arrest.
Op dinsdag 7 juni jl. vond er een commissievergadering plaats in de Eerste Kamer waarin werd besloten het voorbehoud bij de plenaire behandeling van het ontwerp-KB over de inwerkingtreding van de Omgevingswet niet te laten vallen.
De eerste Kamer is voornemens het ontwerp van het Koninklijk Besluit over de inwerkingtreding van de Omgevingswet in juni te behandelen. De Minister is verzocht om een nadere specificatie en motivering wat de laatst mogelijke datum is dat met het ontwerp-KB moet zijn ingestemd om de wet per 1 januari 2023 te kunnen laten ingaan.
De kersverse Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Hugo de Jonge heeft laten weten dat de invoeringsdatum van de Omgevingswet op 1 juli 2022 niet verantwoord is. Opnieuw wordt de inwerkingtreding van de wet uitgesteld; vooralsnog tot 1 oktober 2022 of 1 januari 2023.
Met de kerstdagen en de jaarwisseling voor de deur laat Minister Ollongren aan de Eerste en de Twee Kamer weten dat er nog veel moet gebeuren, maar dat zij en de bestuurlijke partners de uitgestippelde route naar een inwerkingtreding per 1 juli 2022 zowel haalbaar als wenselijk achten.
Op 26 november 2021 is het besluit tot wijziging van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 gepubliceerd in de Staatscourant. De wijziging van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting (BTIV) hangt samen met de herziening van de Woningwet. Het gewijzigd BTIV maakt een einde aan de complexe, starre en niet altijd logische verkoopregels voor woningcorporaties.
Op 1 november jl. heeft de Minister een update gegeven over de meest recente stand van zaken van de voorbereiding op de invoering van de Omgevingswet. In de betreffende Kamerbrief gaat de Minister in op een viertal onderwerpen: het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO), de uitkomsten van de Monitor Invoering Omgevingswet, het instellen van een onafhankelijke evaluatiecommissie en de wet- en regelgeving.