Dirkzwager deelt actief kennis met iedereen die juridische of fiscale informatie nodig heeft. Waarom? Om het niveau van onze dienstverlening te verhogen en ons netwerk te vergroten. Kennis delen is kracht. Het geeft de cliënt inzicht en maakt samenwerking en advisering doelgerichter. Kennis delen vormt de basis van alles wat we doen.
8 filter(s) actief
Expertise
Selecteer de gewenste filteritems
Combinatie niet mogelijk met:
Sector
Selecteer de gewenste filteritems
U heeft geselecteerd:
Combineren met:
Thema
Selecteer de gewenste filteritems
U heeft geselecteerd:
Combineren met:
Combinatie niet mogelijk met:
Auteur
Selecteer de gewenste filteritems
Combinatie niet mogelijk met:
Zoekopdracht delen:
Filterprofielen bewaren
Log in of meld u aan
Log in of meld u aan om filterprofielen te kunnen opslaan.
Op 15 augustus 2018 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State nog eens herhaald in welke gevallen degene die verzoekt om een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk als belanghebbende bij de beslissing op dat verzoek kan worden aangemerkt.
De Afdeling bestuursrechtspraak van Raad van State past over het algemeen een strakke lijn toe als het gaat om de beginselplicht tot handhaving. Een uitzondering hierop, omdat dit onevenredig zou zijn, komt in de praktijk niet vaak voor. Daarom is het zeer de moeite waard om stil te staan bij een uitspraak van de Afdeling van 25 juli 2018 (ECLI:LNL:RVS:2018:2525) waarin die evenredigheid wél wordt aangenomen op basis van specifieke omstandigheden met betrekking tot onder andere de ontruimingstitel, de ingrijpendheid van het besluit, de mate van concreetheid van de plannen en het belang van eenduidig beleid. De uitspraak bevat voor de handhavingspraktijk nog een andere belangrijke les. Onder omstandigheden kan een gemeente namelijk verplicht zijn om in het weigeringsbesluit kenbaar te maken wanneer wél tot handhaving zal worden overgegaan.
In een procedure bij de rechtbank Oost-Brabant is een oudvaderlands voorpootrecht aan de orde. De gedaagde in die procedure stelt dat ondanks de titelzuiverende werking van de ruilverkaveling het oudvaderlands voorpootrecht in stand is gebleven. De rechtbank oordeelt dat een voorpootrecht bij ruilverkaveling gelet op de titelzuiverende werking teniet gaat, tenzij het voorpootrecht in de akte van toedeling wordt vermeld.
De Onteigeningswet verplicht tot een schadeloosstelling in geld. Omdat onteigening een uiterste middel is stelt de Kroon niettemin de eis dat de onteigenende partij de voorkeur van de eigenaar voor een andere oplossing dan "een zak geld" wel serieus onderzoekt. Het KB Stompwijk-Verbindingsweg is daar een mooi voorbeeld van.
Op 29 juni 2018 heeft de ministerraad groen licht gegeven voor de wetsvoorstellen voor de Invoeringswet Omgevingswet en de Aanvullingswet natuur Omgevingswet. Voornoemde wetsvoorstellen zijn inmiddels ook ingediend bij de Tweede Kamer. Bekend is dat de Omgevingswet tot een grootschalige wijziging van het omgevingsrecht zal leiden. Maar wat betekent deze wet concreet voor de regelingen met betrekking tot nadeelcompensatie en schadevergoeding bij gedoogplichten?
Een exploitant van reclamemasten verzoekt om planschade omdat een geluidscherm het zicht vanaf de A7 op haar mast volledig wegneemt. De rechtbank oordeelt in beroep dat de planologische verandering in 2009 voorzienbaar was op grond van het Actieplan omgevingslawaai gemeente Zaanstad, waarvoor het ontwerp in april-juni 2008 ter inzage heeft gelegen. Wat vindt de Afdeling bestuursrechtspraak?
Als gevolg van de bestemming "groen" in een nieuw bestemmingsplan zijn de bebouwingsmogelijkheden van het perceel van Allibre komen te vervallen. In hoger beroep gaat het om de vraag of aan Allibre passieve risicoaanvaarding kan worden tegengeworpen. Eigenaar Allibre voerde aan dat de voorheen bestaande bouwmogelijkheden feitelijk niet konden worden gerealiseerd omdat het perceel sinds 2008 volledig door bebouwing is ingesloten, waardoor het perceel geen toereikende ontsluiting meer had.
Sinds 9 september 2015 is met de inwerkingtreding van het Besluit tot aanvulling van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet en van de bijlagen I en II bij de Crisis- en herstelwet (tiende tranche) en tot wijziging (zie Stb. 2015, 323) van het Besluit omgevingsrecht (Bor) de reikwijdte van de kruimelgevallenregeling van artikel 4 onderdeel 9 Bijlage II Bor aanzienlijk verruimd. Het college van burgemeester en wethouders van Roermond heeft handig gebruikt gemaakt van die regeling om een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen en gebruiken van een gebouw ten behoeve van het oprichten van een Decathlon. De vergunning voorziet ten behoeve van de verkoop van sportartikelen in de vestiging van de Decathlon winkel in een deel van een bestaand gebouw in het Outdoor Center te Roermond en op de verbouwing van een gedeelte van het gebouw.
Deze website plaatst functionele en analytische cookies, waarmee we onze site gebruiksvriendelijker maken. U blijft anoniem. Cookies van derden plaatsen we niet zonder uw toestemming. Klik op 'voorkeuren instellen' om uw voorkeuren aan te geven.