Scheiden van wonen en zorg
In het tijdschrift Vastgoedrecht is begin mei 2013 een artikel van Robert Rijpstra en Eric Janssen gepubliceerd. Beiden zijn als advocaat werkzaam bij Dirkzwager advocaten & notarissen.
In het tijdschrift Vastgoedrecht is begin mei 2013 een artikel van Robert Rijpstra en Eric Janssen gepubliceerd. Beiden zijn als advocaat werkzaam bij Dirkzwager advocaten & notarissen.
Bij het renoveren van een winkelcentrum komt het nog wel eens voor dat er asbest wordt aangetroffen of zelfs vrijkomt. Tussen huurder en verhuurder wordt er dan vaak over en weer schadevergoeding gevorderd. De vragen die daarbij aan de orde zijn, is of er sprake is van een gebrek en of de verhuurder zich kan beroepen op een exoneratie voor schade.
Als variant op De Nieuwe Regeling (DNR 2011) hebben Aedes en NEPROM, brancheorganisaties van woningcorporaties en projectontwikkelaars, het model basisopdracht adviseurs ontwikkeld. In dit model zijn de belangrijkste afwijkingen op de DNR 2011 die in de praktijk voorkomen samengebracht.
Het kenniscentrum wonen-zorg van Aedes-Actiz heeft een nieuw model huurovereenkomst voor zorgvastgoed beschikbaar gesteld. Het vorige model dateerde uit april 2004 en was aan herziening toe. Onder meer het scheiden van wonen en zorg per 1 januari 2013 is aanleiding geweest voor de actualisatie.
Op 27 maart 2013 heeft Bouwend Nederland de Algemene Voorwaarden voor Aanneming van werk 2013 vastgesteld (hierna: AVA 2013). De vorige voorwaarden, AVA 1992, waren nodig aan vervanging toe.De vijf belangrijkste wijzigingen in de AVA 2013 ten opzichte van de AVA 1992 zijn volgens Bouwend Nederland: Meerwerk kan deels vooraf worden gefactureerd; De opleverprocedure is vereenvoudigd; Bij oplevering moeten de openstaande facturen betaald zijnNota bene: consument-opdrachtgevers kunnen aanspraak...
Kan een huurovereenkomst van een onbebouwde onroerende zaak worden opgezegd rekening houdend met een opzegtermijn van tenminste één maand als deze huurovereenkomst voor onbepaalde tijd is aangegaan?
De Rechtbank Oost-Nederland heeft recentelijk geoordeeld dat een verkopend makelaar aansprakelijk is voor de schade die een koper heeft geleden doordat de informatie over de grootte van de tuin niet klopte.
De gemeente heeft voor de uitvoering van een project aan de eigenaar van het belendende erf gevraagd om zijn perceel te mogen betreden om er een bouwhek te plaatsen. De eigenaar van dit perceel (hierna: X) weigert deze toestemming. De gemeente vraagt in een kort geding aan de voorzieningenrechter van de Rechtbank ’s-Gravenhage om deze toestemming alsnog te verlenen en doet daarbij een beroep op het zogenaamde ‘ladderrecht’. De rechter wijst de vordering toe omdat X geen gewichtige redenen hee...
De kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam heeft op 6 december 2012 een huurder niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek aan de rechtbank om een deskundige te benoemen voor advies over het opnieuw vaststellen van de huurprijs. Aan het verzoek aan de rechtbank is namelijk geen overleg tussen huurder en verhuurder voorafgegaan. Daarnaast is de kantonrechter van mening dat de wettelijke procedure voor huurders een beschermend karakter heeft en dat daarvan in de overeenkomst alleen kan worden...
Het Hof Amsterdam heeft geoordeeld dat een boetebeding in een huurovereenkomst van € 4.500,- indien de huurder overgaat tot (onbevoegde) onderverhuur niet oneerlijk of onredelijk is. Voor matiging is ook geen reden. Het hof volgt de woningcorporatie in haar standpunt dat de boete een afschrikwekkend effect moet hebben om de leefbaarheid in de buurten te kunnen bevorderen. De zaakHuurder huurt van een woningcorporatie een woning. Op de huurovereenkomst zijn de Algemene Voorwaarden voor woonrui...
Moet een aannemer de door hem veroorzaakte schade aan kabels vergoeden als de informatie over de ligging van de kabels niet volledig was? Het Hof Amsterdam oordeelt van niet.
Het Gerechtshof Arnhem heeft een aanslag gemeentelijke leges fors verminderd, omdat de gemeente onvoldoende bewijs kon leveren voor de heffingsgrondslag. De hoogte van de bouwleges wordt vastgesteld op basis van de niet op gewoononderhoud betrekking hebbende bouwkosten, terwijl de ambtenaar van de gemeente verdedigde dat de geraamde bouwkosten uitgangspunt moesten zijn.