Dirkzwager deelt actief kennis met iedereen die juridische of fiscale informatie nodig heeft. Waarom? Om het niveau van onze dienstverlening te verhogen en ons netwerk te vergroten. Kennis delen is kracht. Het geeft de cliënt inzicht en maakt samenwerking en advisering doelgerichter. Kennis delen vormt de basis van alles wat we doen.
4 filter(s) actief
Expertise
Selecteer de gewenste filteritems
U heeft geselecteerd:
Combineren met:
Combinatie niet mogelijk met:
Sector
Selecteer de gewenste filteritems
Thema
Selecteer de gewenste filteritems
Combinatie niet mogelijk met:
Auteur
Selecteer de gewenste filteritems
Combinatie niet mogelijk met:
Zoekopdracht delen:
Filterprofielen bewaren
Log in of meld u aan
Log in of meld u aan om filterprofielen te kunnen opslaan.
De Hoge Raad heeft antwoord gegeven op de vraag of partijen de tenzij-bepaling van artikel 6:265 lid 1 BW nader kunnen invullen of (zelfs) buiten werking kunnen stellen. De Hoge Raad overweegt dat artikel 6:265 lid 1 BW van aanvullend recht is. Het staat partijen dus in beginsel vrij om hiervan (en dus de tenzij-bepaling) af te wijken in de (huur)overeenkomst.
Op 1 januari 2022 zijn de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza), de Aanpassingswet Toetreding zorgaanbieders (AWtza), het Uitvoeringsbesluit Wtza (UbWtza) en de Uitvoeringsregeling Wtza (UrWtza) in werking getreden. De Wtza introduceert een meldplicht voor nieuwe en bestaande zorgaanbieders, een vernieuwde vergunningenprocedure die de toelatingensystematiek van de WTZi vervangt en stelt eisen aan de bestuursstructuur van vergunningplichtige instellingen (onafhankelijke interne toezichthouder). In dit blog wordt ingegaan op de gevolgen van de Wtza voor justitiële inrichtingen en instellingen voor forensische zorg.
Het recente arrest over Meta (o.a. Facebook) is verplichte kost voor iedereen die zich met privacyrecht bezighoudt. Het Hof hakt een paar belangrijke knopen door en geeft duidelijke vuistregels voor de praktijk. Toch roept de kwestie ook wel weer vervolgvragen op. Een korte beschouwing.
De rechter van de rechtbank Rotterdam boog zich recent over de vraag of een onderhandse verkoop van woningen van de gemeente Rotterdam aan Lieke B.V. voor de symbolische prijs van € 1,- in strijd was met de Didam-regels. Ook ging de rechter in op de vraag of sprake was van staatssteun / handelen in strijd met het mededingingsrecht.
Aangezien het inzagerecht bedoeld is om te kunnen controleren of persoonsgegevens rechtmatig worden verwerkt, heeft de betrokkene volgens het Hof van Justitie ook het recht te weten wanneer en waarom de gegevens zijn geraadpleegd. Er bestaat niet per se een recht om ook te weten wie er in de gegevens heeft gekeken, tenzij die extra informatie echt nodig is om de rechtmatigheid te kunnen beoordelen. Dit geldt ook voor het verleden. Een flinke uitdaging voor organisaties, want er zal nu waarschijnlijk nog veel meer moeten worden gelogd.
Veel medisch specialisten die werkzaam zijn in een algemeen ziekenhuis of een zelfstandig behandelcentrum (ZBC) zijn als vrij beroepsbeoefenaar georganiseerd in een Medisch Specialistisch Bedrijf (MSB). Het functioneren van het MSB en de relatie met het ziekenhuis/ZBC leidt in de praktijk tot diverse juridische en fiscale vraagstukken. Bijvoorbeeld welke verplichtingen voor het MSB voortvloeien uit sectorspecifieke wet- en regelgeving, vragen over de samenwerking met het ziekenhuis/ZBC en de fiscale toetsing van het MSB door de Belastingdienst. In deze blogreeks gaan wij in op juridische en fiscale aspecten die spelen bij MSB’en. Dit artikel gaat over het MSB als werkgever.
Deze zaak gaat over de vraag of een zorgaanbieder een valse verklaring heeft afgelegd door bij haar inschrijving niet te vermelden dat zij geen gehoor heeft gegeven aan verzoeken van de toezichthouder. Waar de voorzieningenrechter meent dat sprake is van een valse verklaring, en de inschrijving terecht als ongeldig terzijde gelegd is, ziet het hof dit anders.
Veel medisch specialisten die werkzaam zijn in een algemeen ziekenhuis of een zelfstandig behandelcentrum (ZBC) zijn als vrij beroepsbeoefenaar georganiseerd in een Medisch Specialistisch Bedrijf (MSB). Het functioneren van het MSB en de relatie met het ziekenhuis/ZBC leidt in de praktijk tot diverse juridische en fiscale vraagstukken. Bijvoorbeeld welke verplichtingen voor het MSB voortvloeien uit sectorspecifieke wet- en regelgeving, vragen over de samenwerking met het ziekenhuis en de fiscale toetsing van het MSB door de Belastingdienst. In deze blogreeks gaan wij in op juridische en fiscale aspecten die spelen bij MSB-en. Dit artikel gaat over de verplichtingen die voor een MSB voortvloeien uit de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza).
Organisaties hebben in toenemende te maken met ‘belangenverstrengeling’ bij het nemen van besluiten en de voorbereiding/uitvoering daarvan. Niet alleen vanuit geldende wet- en regelgeving (inclusief branche- en beroepscodes), maar ook omdat we met z’n allen, als maatschappij, hoge verwachtingen hebben van integer handelen van organisaties en personen. Belangenverstrengeling kan een bedreiging zijn voor de integriteit van organisaties en hun leidinggevenden, zowel in het bedrijfsleven als in de (semi)publieke sector. Het is een lastig onderwerp waarbij het vertrouwen in de organisatie en degenen die daar werken op het spel staat. Voortdurend botsen verschillende belangen, wanneer is sprake van ongewenste belangenverstrengeling of de schijn hiervan? In deze blog schets ik de (arbeidsrechtelijke) kaders van belangenverstrengeling.
Op 1 januari 2022 is de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) in werking getreden. De Wtza introduceert onder meer een vergunningplicht voor instellingen die medisch specialistische zorg (doen) verlenen en instellingen die met die met meer dan tien zorgverleners Wlz-zorg of Zvw-zorg (doen). De vergunningplicht geldt niet voor onderaannemers, tenzij de hoofdaannemer een «lege huls» is. In dit blog wordt ingegaan op de vergunningplicht voor onderaannemers van een «lege huls».
De Hoge Raad heeft een interessant arrest gewezen over de voortzetting van de huur van woonruimte door een samenwoner na het overlijden van de huurder. De verhuurder stelt dat samenwoner onvoldoende waarborg biedt voor een behoorlijke nakoming van de huur. De Hoge Raad concludeert, kort gezegd, dat de samenwoner de stelling van verhuurder onvoldoende gemotiveerd heeft betwist.
Op 1 januari 2022 zijn de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza), de Aanpassingswet Toetreding zorgaanbieders (AWtza), het Uitvoeringsbesluit Wtza (UbWtza) en de Uitvoeringsregeling Wtza (UrWtza) in werking getreden. De Wtza introduceert een meldplicht voor nieuwe en bestaande zorgaanbieders, een vernieuwde vergunningenprocedure die de toelatingensystematiek van de WTZi vervangt en stelt eisen aan de bestuursstructuur van vergunningplichtige instellingen (onafhankelijke interne toezichthouder). In dit blog wordt ingegaan op de gevolgen van de Wtza voor pgb-aanbieders.
Deze website plaatst functionele en analytische cookies, waarmee we onze site gebruiksvriendelijker maken. U blijft anoniem. Cookies van derden plaatsen we niet zonder uw toestemming. Klik op 'voorkeuren instellen' om uw voorkeuren aan te geven.