Dirkzwager deelt actief kennis met iedereen die juridische of fiscale informatie nodig heeft. Waarom? Om het niveau van onze dienstverlening te verhogen en ons netwerk te vergroten. Kennis delen is kracht. Het geeft de cliënt inzicht en maakt samenwerking en advisering doelgerichter. Kennis delen vormt de basis van alles wat we doen.
1 filter(s) actief
Expertise
Selecteer de gewenste filteritems
Combinatie niet mogelijk met:
Sector
Selecteer de gewenste filteritems
Thema
Selecteer de gewenste filteritems
U heeft geselecteerd:
Combineren met:
Combinatie niet mogelijk met:
Auteur
Selecteer de gewenste filteritems
Combinatie niet mogelijk met:
Zoekopdracht delen:
Filterprofielen bewaren
Log in of meld u aan
Log in of meld u aan om filterprofielen te kunnen opslaan.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft vandaag een stroomschema gepubliceerd met het recht dat van toepassing is op vervolgbesluiten die na 1 januari 2024 zijn genomen na de vernietiging van een ruimtelijk plan.
Dirkzwager biedt gemeenten en andere overheden hoogwaardige juridische advisering en begeleiding over kwesties aangaande de Wegenwet en Wegenverkeerswet. In dit artikel leest u welke ondersteuning wij uw organisatie kunnen bieden.
Op 10 mei 2023 deed de Afdeling een interessante uitspraak over de aanvraagtermijn die bestuursorganen moeten hanteren bij de verdeling van schaarse vergunningen en de toetsing van algemeen verbindende voorschriften aan het motiveringsbeginsel.
Een bouwplan kan in sommige gevallen worden gesplitst in een omgevingsvergunningplichtig en een omgevingsvergunningvrij deel. Is dat verstandig om te doen? En wat dient er dan precies in de aanvraag om een omgevingsvergunning te worden opgenomen?
Het komt met enige regelmaat voor dat een initiatiefnemer een bouwplan wenst te wijzigen nadat de omgevingsvergunningsaanvraag is gedaan, nadat de omgevingsvergunning is verleend of nadat de omgevingsvergunning onherroepelijk is geworden. Wanneer kunnen wijzigingen nog worden meegenomen als onderdeel van het ingediende of reeds vergunde bouwplan en wanneer is een geheel nieuwe omgevingsvergunning nodig?
De raad van de gemeente Staphorst heeft in 2020 geweigerd een bestemmingsplan vast te stellen. Aan de weigering lagen een gebrek aan maatschappelijk draagvlak, een afwijkende stedenbouwkundige opzet en onvoldoende parkeergelegenheid ten grondslag. De Afdeling heeft de raad om een tussenuitspraak van 28 december 2022 opgedragen gebreken in het besluit te herstellen.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 22 februari 2022 tweemaal een conclusie gevraagd aan respectievelijk A-G Widdershoven en Snijders over de vraag of en zo ja, welke mogelijkheden de bestuursrechter heeft om beleidsregels en wetten in formele zin te toetsen aan het evenredigheidsbeginsel.
Nadat de staatsraden A-G Wattel en Widdershoven vorig jaar een conclusie hebben genomen over de rechterlijke toetsing bij bestuurlijke maatregelen en de rol die het evenredigheidsbeginsel daarbij moet spelen, spreekt nu ook de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (‘ABRvS’) zich uit over de evenredigheidstoets in het bestuursrecht.
Een bestemmingsplan kan ten opzichte van het ontwerp dat ter inzage is gelegd gewijzigd worden vastgesteld door de raad. Ook kan zich de situatie voordoen dat nádat het bestemmingsplan is vastgesteld, hangende de beroepsprocedure de raad een nieuw besluit tot wijziging van het plan neemt (ook wel: herstelbesluit). In beginsel dient de raad bij het doorvoeren van deze wijzigingen de bestemmingsplanprocedure opnieuw te doorlopen. Daarop zijn echter enkele uitzonderingen mogelijk.
De Afdeling bestuursrechtspraak legt uit dat het in het kader van een goede ruimtelijke ordening nodig kan zijn om bestaand gebruik aan banden te leggen met voorwaardelijke verplichtingen.
Bij de vaststelling van een wijzigingsplan dient in beginsel de aanvaardbaarheid van alle nieuwe planologische mogelijkheden te worden beoordeeld, niet alleen die van de ontwikkeling ten aanzien waarvan om een wijziging is verzocht. Dat blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 15 september 2021.
Gebiedsfonds, omgevingsfonds, duurzaamheidsfonds… allerlei benamingen voor fondsen waarvoor de gemeente in een anterieure overeenkomst een financiële bijdrage kan vragen. Het overeenkomen van een financiële bijdrage in een anterieure overeenkomst geschiedt in principe op vrijwillige basis. Onder omstandigheden mag planologische medewerking echter worden geweigerd wanneer initiatiefnemers weigeren een anterieure overeenkomst te tekenen die strekt tot betaling van een financiële bijdrage. Doorslaggevend is of er bij weigering van betaling sprake is van strijd met een goede ruimtelijke ordening, zo volgt ook uit een uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 26 augustus 2021.
Deze website plaatst functionele en analytische cookies, waarmee we onze site gebruiksvriendelijker maken. U blijft anoniem. Cookies van derden plaatsen we niet zonder uw toestemming. Klik op 'voorkeuren instellen' om uw voorkeuren aan te geven.