Onderzoeksplicht bij verkoop aandelen?
Schending van de onderzoeksplicht kan onder omstandigheden leiden tot aansprakelijkheid van de verkopende aandeelhouder-bestuurder. Benieuwd hoe dat in de praktijk werkt?
Schending van de onderzoeksplicht kan onder omstandigheden leiden tot aansprakelijkheid van de verkopende aandeelhouder-bestuurder. Benieuwd hoe dat in de praktijk werkt?
“Kwart grootste familiebedrijven nog niet in anti-witwasregister”, kopte NOS vanmorgen. Om vervolgens in de tekst aan te geven dat een deel van de (familie)bedrijven zich “verschuilen” achter een pseudo-UBO. De vraag is: kan dat?
In deze bijdrage bespreekt de auteur het recent gepubliceerde voorstel van de Europese Commissie voor een richtlijn over passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven op het gebied van duurzaamheid / corporate sustainability due diligence in hoofdlijnen.
Schuldeisers vorderen betaling van de (indirect) bestuurders van een bv die aandelen van hen heeft overgenomen. Zij baseren hun vordering op onrechtmatige daad (externe bestuurdersaansprakelijkheid). Evenals eerder de rechtbank wijst het hof de vorderingen tegen de bestuurders af. Het hof overweegt dat een SPA-bepaling niet gelezen moet worden als een garantie, maar als een inspanningsverbintenis en dat de (indirect) bestuurder van de koper geen persoonlijk ernstig verwijt gemaakt kan worden.
Het ingroeiquotum en de wettelijke streefcijfers zijn recent ingevoerd in Boek 2 BW ten behoeve van het bereiken van meer genderdiversiteit aan de top van het Nederlandse bedrijfsleven. In deze publicatie, verschenen in het tijdschrift Bedrijfsjuridische Berichten, gaat onze specialist Charlotte Perquin-Deelen nader in op deze nieuwe wet.
Indien een vennootschap ten onrechte wordt geturboliquideerd, heeft er feitelijk geen turboliquidatie plaatsgevonden. Bestaat in dit geval de noodzaak tot heropening van de vereffening, of kan eenvoudigweg worden aangenomen dat de vennootschap nog altijd bestaat en in liquidatie verkeert?
Voor veel bedrijven zijn niet de tastbare goederen, maar juist de vorderingen op handelsrelaties een belangrijk vermogensbestanddeel. Voor schuldeisers is het daarom interessant om beslag te leggen op vorderingen die een schuldenaar op zijn beurt heeft op zijn debiteuren of op de bank. Omdat het gaat om een lucratieve verhaalsmogelijkheid worden regelmatig de grenzen opgezocht. Zo heeft de Hoge Raad zich moeten buigen over de vraag of beslag kan worden gelegd op negatieve kredietruimte (roodstand) bij de bank of op de mogelijkheid van een vennoot om privé-opnames te doen bij zijn VOF.
oktober 2021 - Samenwerken is voor (lokale) overheden aan de orde van de dag. Gemeenten, waterschappen en provincies hebben zich verbonden in vele, soms tientallen samenwerkingen. Ze hebben te maken met meerdere gemeenschappelijke regelingen en netwerkorganisaties met eigen regels en bijbehorende samenwerkingspartners.
In een recente WHOA-zaak werd verzwegen dat sprake was van een procedure uit hoofde van kennelijk onbehoorlijk bestuur. Welke gevolgen had dat voor het WHOA-traject?
De Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen (“WBTR”) treedt per 1 juli 2021 in werking en is van toepassing op alle verenigingen en stichtingen. De WBTR geeft regels die het bestuurlijke proces van een stichting of vereniging professionaliseren. In dit artikel bespreken wij de belangrijkste gevolgen van de WBTR voor (bestuurders van) stichtingen en verenigingen.
Het Europees Parlement heeft op 24 november 2020 ingestemd met een nieuwe richtlijn voor massaschadeclaims (richtlijn 2018/0089). De nieuwe regels stellen EU-consumenten in staat om samen binnenlandse en grensoverschrijdende massaschadeclaims in te stellen.
In een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 23 juni 2020 wordt geoordeeld over de verhouding tussen door de Ondernemingskamer vastgesteld wanbeleid en bestuurdersaansprakelijkheid. Het oordeel van de Ondernemingskamer dat sprake is geweest van wanbeleid brengt niet zonder meer mee dat het bestuur aansprakelijk is of dat dit voorshands moet worden aangenomen. Het oordeel van de Ondernemingskamer dient bij de aansprakelijkheidsprocedure in aanmerking te worden genomen en kan bewijsrechtelijke betekenis hebben.