ROZ-model Winkelruimte 2022 bevat nadelige omissie voor verhuurders
In het nieuwe ROZ-model voor Winkelruimte 2022 ontbreekt een voor verhuurders belangrijke bepaling die eerder wel in de modellen van de ROZ was opgenomen.
In het nieuwe ROZ-model voor Winkelruimte 2022 ontbreekt een voor verhuurders belangrijke bepaling die eerder wel in de modellen van de ROZ was opgenomen.
De gemeente Amsterdam heeft de geschiktheidseis gesteld dat er ervaring moet zijn met één werk van tenminste € 1.000.000,-. Een aannemer legt als referentie over een RAW-raamovereenkomst op grond waarvan diverse vergelijkbare deelopdrachten zijn uitgevoerd waarvan de waarde in totaliteit (wél) het bedrag van € 1.000.000,- overstijgt. De gemeente meent dat daardoor niet aan de geschiktheidseis wordt voldaan en legt de inschrijving terzijde. Aan de Amsterdamse voorzieningenrechter ligt vervolgens de vraag voor of aan de eis van ‘één werk’ kan worden voldaan met (diverse deelopdrachten onder) een RAW-raamovereenkomst.
De Raad voor Onroerende Zaken (ROZ) heeft een nieuw modelcontract met bijbehorende algemene bepalingen gepresenteerd dat gebruikt kan worden bij de verhuur van 290-bedrijfsruimte.
Met de aanpassing van de “Beleidsregel vervreemding onroerende zaken” beoogt de wetgever het zorgvastgoed beter te behouden voor wonen en zorg.
Een nieuwe klimaatregel, afgesproken in het in 2019 gesloten Klimaatakkoord, eist van bepaalde werkgevers (met meer dan 100 werknemers) dat zij de CO2-uitstoot meten van de reizen die haar werknemers maken. Het doel is om grotere duurzame mobiliteit te creëren en daarbij dus minder broeikassen in het verkeer. De CO2-winst die daarmee wordt gehaald is noodzakelijk voor het behalen van de klimaatdoelen. Wat betekent dit voor de inrichting van de bedrijfspanden van deze werkgevers?
Den Haag is voornemens meer huur(prijs)bescherming voor huurders van woonruimte te creëren. In dat kader zijn twee wetsvoorstellen en een ingrijpend plan van Minister Hugo de Jonge voor het zogenoemde ‘middensegment’ verschenen. Hieronder treft u – in het kort – een toelichting op deze ontwikkelingen.
In het vakblad Vastgoedrecht (VGR 2022/5) gaan advocaten Kristel Verkleij en Rutger Fabritius in op de vraag wanneer een verhuurder een alternatief moet benutten en zich (bij opzegging van 290-bedrijfsruimte) niet op dringend eigen gebruik kan beroepen.
Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft in maart 2021 een arrest gewezen dat 1 november 2022 pas is gepubliceerd. In dat arrest past het hof een specifieke variant van de afstemmingsregel uit het Zonshofje I-arrest toe. Een koers die wat mij betreft is toe te juichen.
Zoals ik u eerder schreef komt de Label C-verplichting voor kantoorgebouwen per 1 januari 2023 snel naderbij. Inmiddels heeft de overheid richtlijnen gepubliceerd voor de handhaving van de Label-C verplichting door de gemeenten.
Per 1 januari 2023 moet veel van de kantoorruimte in Nederland voldoen aan de zogenoemde Label C-verplichting. Als het kantoorpand niet over een energielabel C of beter beschikt, mag het niet als kantoor gebruikt worden. Zowel voor eigenaren (verhuurders) als voor gebruikers (huurders) is deze verplichting van groot belang.
In een opvallende uitspraak heeft de rechtbank Den Haag op 12 januari jl. (publicatie 19 augustus jl.) de vorderingen van de verhuurder om de huurder te veroordelen bepaalde investeringen uit te voeren afgewezen wegens gebrek aan belang (artikel 3:303 BW). Deze uitspraak is opvallend, aangezien een dergelijke afwijzing in de praktijk weinig voorkomt.
Op 1 januari 2022 is de Wet opkoopbescherming in werking getreden. Deze wet geeft gemeenten (tijdelijk) de bevoegdheid om in hun huisvestingsverordening gebieden aan te wijzen waarin het verhuren van goedkope en middeldure koopwoningen. Doel is om koopstarters en de middeninkomens meer kans te geven op een betaalbare koopwoning of om extra druk op de leefbaarheid als gevolg van de opkoop van woningen voor verhuur te beperken (buy-to-let). Gemeenten mogen deze bevoegdheid dan ook alleen aanwenden indien zij dat noodzakelijk en geschikt achten voor het bestrijden van schaarste aan goedkope en middeldure koopwoningen of voor het behoud van de leefbaarheid van de woonomgeving. In dit artikel staan we stil bij de gevolgen van deze nieuwe wet voor verhuurders.