Niet-zelfbewoningsclausule onder omstandigheden onredelijk bezwarend
De rechter toetst ambtshalve aan de (on)eerlijkheid van de veelgebruikte niet-zelfbewoningsclausule in een koopovereenkomst van een woning.
De rechter toetst ambtshalve aan de (on)eerlijkheid van de veelgebruikte niet-zelfbewoningsclausule in een koopovereenkomst van een woning.
De energieleidingen in een appartementencomplex zijn doorgaans aan te merken als een net. Daardoor is rechtstreekse levering van elektriciteit door een verhuurder (bijvoorbeeld opgewekt met zonnepanelen) aan huurders van een appartementencomplex niet toegestaan zonder een ontheffing voor het beheer van een privaat net. Omdat huurders van een appartementencomplex doorgaans huishoudelijke afnemers zijn, komt een verhuurder voor die ontheffing niet in aanmerking. Ook heeft een verhuurder een vergunning nodig voor de energielevering aan kleinverbruikers. Het wetsvoorstel voor de nieuwe Energiewet lijkt een opening te bieden voor de all-in verhuurconstructie.
De Hoge Raad heeft antwoord gegeven op de vraag of partijen de tenzij-bepaling van artikel 6:265 lid 1 BW nader kunnen invullen of (zelfs) buiten werking kunnen stellen. De Hoge Raad overweegt dat artikel 6:265 lid 1 BW van aanvullend recht is. Het staat partijen dus in beginsel vrij om hiervan (en dus de tenzij-bepaling) af te wijken in de (huur)overeenkomst.
Uit de praktijk blijkt dat steeds meer verhuurders van woonruimte de waarborgsommen zien als een verdienmodel. In het aangenomen amendement van het lid Van Baarle bij het Wetsvoorstel Goed Verhuurderschap wordt een wettelijk maximum gesteld op de waarborgsom. Met het amendement wordt beoogd huurders bescherming te bieden tegen het verdienmodel van de verhuurder.
Op 26 november 2021 is het Besluit tot wijziging van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 gepubliceerd in de Staatscourant. Dit besluit moet een einde maken aan de complexe, starre en niet altijd logische verkoopregels voor woningcorporaties. In deze serie worden de belangrijkste wijzigingen in de verkoopregels voor woningcorporaties per categorie vastgoed besproken. In dit zesde en laatste deel worden de verkoopregels van de zogenoemde restcategorie besproken en wordt afgesloten met een conclusie van deze serie.
Op 26 november 2021 is het Besluit tot wijziging van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 gepubliceerd in de Staatscourant. Dit besluit moet een einde maken aan de complexe, starre en niet altijd logische verkoopregels voor woningcorporaties. In deze serie worden de belangrijkste wijzigingen in de verkoopregels voor woningcorporaties per categorie vastgoed besproken. In dit vijfde deel worden de nieuwe verkoopregels voor maatschappelijk onroerend goed (MOG) besproken.
Op 26 november 2021 is het Besluit tot wijziging van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 in gepubliceerd in de Staatscourant. Dit besluit moet een einde maken aan de complexe, starre en niet altijd logische verkoopregels voor woningcorporaties. In deze serie worden de belangrijkste wijzigingen in de verkoopregels voor woningcorporaties per categorie vastgoed besproken. In dit vierde deel worden de nieuwe verkoopregels voor niet-DAEB-woongelegenheden en -complexen besproken.
Op 26 november 2021 is het Besluit tot wijziging van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 gepubliceerd in de Staatscourant. Dit besluit moet een einde maken aan de complexe, starre en niet altijd logische verkoopregels voor woningcorporaties. In deze serie worden de belangrijkste wijzigingen in de verkoopregels voor woningcorporaties per categorie vastgoed besproken. In dit derde deel worden de nieuwe verkoopregels voor potentieel te liberaliseren DAEB-woongelegenheden en -complexen besproken.
Op 26 november 2021 is het Besluit tot wijziging van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 gepubliceerd in de Staatscourant. Dit besluit moet een einde maken aan de complexe, starre en niet altijd logische verkoopregels voor woningcorporaties. In deze serie worden de belangrijkste wijzigingen in de verkoopregels voor woningcorporaties per categorie vastgoed besproken. In dit tweede deel worden de nieuwe verkoopregels voor blijvend gereguleerde DAEB- woongelegenheden en -complexen besproken.
Op 26 november 2021 is het Besluit tot wijziging van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 gepubliceerd in de Staatscourant. Dit besluit zal een einde maken aan de complexe, starre en niet altijd logische verkoopregels voor woningcorporaties. In deze serie worden de belangrijkste wijzigingen in de verkoopregels voor woningcorporaties per categorie vastgoed besproken. In dit eerste deel wordt een inleiding gegeven op het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 (BTIV) en de wijzigingen daarvan.
De WHOA voorziet in twee procedures waarbinnen een onderhands akkoord tot stand kan komen: i) een besloten akkoordprocedure buiten faillissement ii) een openbare akkoordprocedure buiten faillissement Wat is het verschil tussen deze twee procedures? Hoe zit het met de rechtsmacht en internationale erkenning van deze twee procedures? En wanneer dient de keuze voor een van deze procedures te worden gemaakt?
Met de WHOA worden twee nieuwe insolventiefunctionarissen geïntroduceerd: de observator en de herstructureringsdeskundige. Wanneer wordt een observator benoemd? Wat is zijn/haar rol en positie? En wie betaalt de kosten van de observator?