Niet-zelfbewoningsclausule onder omstandigheden onredelijk bezwarend
De rechter toetst ambtshalve aan de (on)eerlijkheid van de veelgebruikte niet-zelfbewoningsclausule in een koopovereenkomst van een woning.
De rechter toetst ambtshalve aan de (on)eerlijkheid van de veelgebruikte niet-zelfbewoningsclausule in een koopovereenkomst van een woning.
Intellectual property rights (IP) play an important and pivotal role in fostering collaborations between parties engaged in research, development and exploitation of products/services. However, drafting effective IP agreements that comprehensively cover the IP involved comes with its challenges. In this article we will provide some valuable insights that can elevate IP contracts, providing a robust foundation for seamless business collaborations.
De energieleidingen in een appartementencomplex zijn doorgaans aan te merken als een net. Daardoor is rechtstreekse levering van elektriciteit door een verhuurder (bijvoorbeeld opgewekt met zonnepanelen) aan huurders van een appartementencomplex niet toegestaan zonder een ontheffing voor het beheer van een privaat net. Omdat huurders van een appartementencomplex doorgaans huishoudelijke afnemers zijn, komt een verhuurder voor die ontheffing niet in aanmerking. Ook heeft een verhuurder een vergunning nodig voor de energielevering aan kleinverbruikers. Het wetsvoorstel voor de nieuwe Energiewet lijkt een opening te bieden voor de all-in verhuurconstructie.
Op een aannemer rust een waarschuwingsplicht. Maar wat houdt dat nu eigenlijk in? En betekent dit dat een opdrachtgever wegkomt met een gemaakte fout als een aannemer een waarschuwingsplicht heeft geschonden? In dit artikel zoom ik in op de waarschuwingsplicht onder de UAV 2012.
Het hof ‘s-Hertogenbosch heeft op 25 juli 2023 een arrest gewezen over de ontbinding van een dienstverleningsovereenkomst wegens onvoorziene omstandigheden in de vorm van de coronapandemie. In veel jurisprudentie die tot op heden over de coronacrisis is gewezen was sprake van de ontbinding van (of huurprijsvermindering in) huurovereenkomsten. Aangezien het hier ging om een dienstverleningsovereenkomst verdient dit arrest nadere bespreking.
Het hof Arnhem-Leeuwarden heeft een opvallend arrest gewezen over de oplevering van een woning bij ingebruikname. Waar bij ingebruikname door rechters dikwijls wordt geoordeeld dat sprake is van een oplevering, oordeelde het hof in deze zaak anders. Ondanks het feit dat de sleutels al in ontvangst waren genomen, houdt het hof sterk vast aan de definitie van oplevering zoals overeengekomen in de aannemingsovereenkomst tussen partijen.
De Hoge Raad heeft antwoord gegeven op de vraag of partijen de tenzij-bepaling van artikel 6:265 lid 1 BW nader kunnen invullen of (zelfs) buiten werking kunnen stellen. De Hoge Raad overweegt dat artikel 6:265 lid 1 BW van aanvullend recht is. Het staat partijen dus in beginsel vrij om hiervan (en dus de tenzij-bepaling) af te wijken in de (huur)overeenkomst.
In het vakblad Vastgoedrecht (VGR 2023/2) gaan advocaat Lotte Blum en belastingadviseur Jondalar van Heugten in op het Wetsvoorstel Betaalbare Huur, de aanpassing van het box 3-regime en de impact voor de vastgoedexploitant.
Uit de praktijk blijkt dat steeds meer verhuurders van woonruimte de waarborgsommen zien als een verdienmodel. In het aangenomen amendement van het lid Van Baarle bij het Wetsvoorstel Goed Verhuurderschap wordt een wettelijk maximum gesteld op de waarborgsom. Met het amendement wordt beoogd huurders bescherming te bieden tegen het verdienmodel van de verhuurder.
In een recente uitspraak bevestigt de Afdeling bestuursrechtspraak dat de uitvoerbaarheid van een voorgenomen bestemmingsplan, en dus de geldigheid ervan, niet afhankelijk is van de vraag of de uitgifte van de betreffende grond in strijd is met het Didam-arrest.
Inmiddels twee jaar geleden schreven we in eerder blogartikel op onze website al over de uitspraak van de rechtbank Den Haag waarin geoordeeld werd dat de pakjes met voetballers (zgn. packs) in de populaire voetbalgame FIFA kwalificeerden als verboden kansspel. In hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (‘de Afdeling’) is die uitspraak vernietigd.
Vanaf de dag van surseance van betaling of een faillissement is de huurprijs een boedelschuld. Op 24 december 2021 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat wettelijke of contractuele vertragingsrente over de als boedelschuld verschuldigde huurprijs ook als boedelschuld moet worden aangemerkt. In onderstaand artikel wordt ingegaan op wat boedelschulden zijn, hoe de Hoge Raad tot dit oordeel is gekomen en op contractuele rentebedingen in huurovereenkomsten