Auteursrechtelijk bescherming van behandelmethodes
Komen behandelmethodes voor auteursrechtelijk bescherming in aanmerking? Zo ja, hoe ver strekt dit auteursrecht? Met name bij samenwerking kunnen deze vragen opkomen.
Komen behandelmethodes voor auteursrechtelijk bescherming in aanmerking? Zo ja, hoe ver strekt dit auteursrecht? Met name bij samenwerking kunnen deze vragen opkomen.
De homologatie (goedkeuring) van het akkoord vormt het sluitstuk van de WHOA-procedure. Hoe gaat dit in zijn werk? Wanneer is homologatie mogelijk? Wanneer wijst de rechtbank een observator aan? Wat zijn de gronden om de homologatie af te wijzen? En wat zijn de gevolgen van een gehomologeerd akkoord?
De WHOA maakt het voor de schuldenaar mogelijk om, behalve schulden, ook lopende overeenkomsten te herstructureren. Te denken valt bijvoorbeeld aan een huurovereenkomst die als een molensteen om de nek van een onderneming hangt. Hoe gaat dit precies in zijn werk?
Met de inwerkingtreding van de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) kunnen leveranciers en andere contractspartijen geconfronteerd worden met een wederpartij die op enig moment een WHOA-procedure start. De kans is groot dat u als leverancier op dat moment al lange tijd onbetaald bent gelaten. Wat zijn de gevolgen voor u als leverancier?
Op 1 januari 2021 is de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) in werking getreden. Met de WHOA kan een dwangakkoord buiten surseance of faillissement worden bewerkstelligd. Dat akkoord kan door de schuldenaar of een daartoe aangewezen herstructureringsdeskundige worden aangeboden aan de vermogensverschaffers van de schuldenaar. Het akkoord kan inhouden dat rechten van die vermogensverschaffers worden gewijzigd. Degenen aan wie het akkoord wordt aangeboden en wiens rechten worden gewijzigd, stemmen over het akkoord. Dit gebeurt in klassen. Vervolgens is het aan de rechter om het akkoord te homologeren, dat wil zeggen: goed te keuren. Onder bepaalde voorwaarden kan de rechter het akkoord ook opleggen aan klassen die niet met het akkoord hebben ingestemd. Vandaar dat in die context ook wel de term ‘dwangakkoord’ wordt gebruikt.
Een belangrijk onderdeel van de WHOA-procedure is de klassenindeling en de stemming. Hoe maak je die klassenindeling? Waar moet rekening mee gehouden worden? Welke regels er voor de stemming en hoe verloopt dit praktisch gezien?
Op 21 januari jl. heeft de rechtbank Den Haag de huurprijs van een bedrijfsruimte waarin een horecabedrijf werd geëxploiteerd verminderd, aangezien er door de Coronacrisis en de bijpassende overheidsmaatregelen sprake was van onvoorziene omstandigheden en van een gebrek aan het gehuurde.
Where fashion meets gaming. Steeds meer modehuizen zien de mogelijkheid om hun ontwerpen ook virtueel in de gamewereld te promoten en te gebruiken. Waar moeten zij in dat geval rekening mee houden?
De planregels en de op de plankaart vermelde bestemming zijn beslissend voor het antwoord op de vraag of er sprake is van strijd met het bestemmingsplan. Een planregel moet letterlijk worden uitgelegd omwille van de rechtszekerheid. Bij het ontbreken van een definitie van een bepaling in de planregels kan aansluiting worden gezocht bij de definities van het begrip in andere wet- en regelgeving, dan wel het normale spraakgebruik. Bij het bepalen van het normale spraakgebruik zoekt de Raad van State aansluiting bij het Van Dale Groot Woordenboek van de Nederlandse taal. Deze systematiek kan in de praktijk tot uiteenlopende uitkomsten leiden onder meer bij woonvormen waarbij sprake is van een combinatie van wonen en zorg.
Bij inbreuk op intellectueel eigendomsrecht wordt vaak een sommatiebrief met onthoudingsverklaring verstuurd, of ontvangen. Hoe gaat u hier mee om?
Mag een vertegenwoordiger, agent of distributeur van merkproducten op eigen naam een merkregistratie verrichten, zonder toestemming van houder van dat merk?
In een uitspraak van de Voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam van 30 september 2020 was de vraag aan de orde of een ex-werknemer in strijd heeft gehandeld met zijn arbeidsovereenkomst en onrechtmatig heeft gehandeld jegens zijn ex-werkgever door een product te ontwikkelen dat in grote mate leek op een product dat door zijn ex-werkgever in de markt werd gezet. De voorzieningenrechter oordeelde dat dit het geval was en heeft een verbod aan de ex-werknemer opgelegd.