Voorwaardelijk civielrechtelijk bestuursverbod / annotatie JOR
Verschenen in JOR 2023/61: annotatie betreffende de (on)mogelijkheid om een civielrechtelijk bestuursverbod voorwaardelijk op te leggen, geschreven door onze specialist Daan Baas.
Verschenen in JOR 2023/61: annotatie betreffende de (on)mogelijkheid om een civielrechtelijk bestuursverbod voorwaardelijk op te leggen, geschreven door onze specialist Daan Baas.
Aansprakelijkheid van exploitant voor schade door val in trampolinehal blijft ondanks geschonden instructieverplichting (zorgvuldigheidsnorm), omdat de schade ook was ontstaan indien de instructieverplichting wél was nagekomen (causaal verband ontbreekt). Eveneens kwalificeert een product niet als ‘gebrekkig’, indien het voldoet aan de functie die het behoort te hebben. Dat volgt uit de beschikking van de Rechtbank Rotterdam van 24 januari 2023.
In een recent vonnis van de Rechtbank Overijssel van 30 november 2022 wordt nog eens bevestigd dat de zogenoemde 50%-regel (anders dan de billijkheidscorrectie) niet doorwerkt in de regresverhouding tussen verzekeraars. In de in deze uitspraak aan de orde zijnde kwestie leidt dit ertoe dat het verkeersslachtoffer uiteindelijk (door de toepasselijkheid van de 50%-regel en een billijkheidscorrectie) een vergoeding ontvangt voor 75% van haar schade, terwijl haar ziektekostenverzekeraar (doordat zij zich wel op de billijkheidscorrectie, maar niet op de 50%-regel kan beroepen) aanspraak kan maken op ‘slechts’ 50% van de door haar gemaakte kosten.
De kantonrechter van de rechtbank Amsterdam heeft in een recente uitspraak geoordeeld dat Picnic inbreuk heeft gemaakt op het portretrecht van een oud-werknemer. Door op grote schaal gebruik te maken van haar portret zonder dat de oud-werknemer daarvoor expliciet toestemming heeft gegeven, heeft Picnic naar het oordeel van de kantonrechter onrechtmatig gehandeld. Picnic dient de oud-werknemer € 10.000,-- te betalen aan immateriële schadevergoeding.
De afgelopen jaren werkt de Europese Unie (EU) aan wet- en regelgeving om de ontwikkeling van artificial intelligence (AI) in goede banen te leiden. AI-systemen kunnen namelijk de nodige risico’s opleveren, maar bieden ook mooie mogelijkheden voor bijvoorbeeld de gezondheidszorg, vervoer en automatisering. In dit blog bespreek ik twee recente voorstellen van de EU: de AI Act en de Richtlijn AI-aansprakelijkheid.
In een deelgeschil kan een persoon die een ander aansprakelijk houdt voor zijn letselschade een deel van het geschil aan de rechter voorleggen. De gedachte is dat dit gebeurt wanneer partijen vastlopen gedurende de buitengerechtelijke onderhandelingsfase. Van een vastgelopen onderhandeling is bij de ontvangst van een 'onacceptabel schikkingsvoorstel' nog niet direct sprake. Dit laatste komt duidelijk naar voren in een beschikking van de Rechtbank Rotterdam van 30 september 2022, waarin de kantonrechter oordeelde dat de verzoeker in kwestie niet ontvankelijk was in zijn verzoek.
Met het uitlekken van het concept Integraal Zorgakkoord (IZA) lijkt de vrije artsenkeuze opnieuw op de politieke agenda te komen. De Volkskrant meldt vanochtend dat het kabinet voornemens is de keuzevrijheid voor patiënten in te perken. Wanneer zij zich wenden tot een ongecontracteerde zorgaanbieder, zullen zij een substantieel deel van de kosten zelf moeten ophoesten.
Schending van de onderzoeksplicht kan onder omstandigheden leiden tot aansprakelijkheid van de verkopende aandeelhouder-bestuurder. Benieuwd hoe dat in de praktijk werkt?
Met enige regelmaat wordt door advocatenkantoren grootschalig feitenonderzoek verricht dat leidt tot een rapport met onderzoeksbevindingen. Dat is toegestaan, maar niet zonder rekenschap te geven van de benodigde randvoorwaarden.
Een merkhouder is jegens de consument aansprakelijk voor een gebrekkig product indien het product zijn merk draagt, zo overweegt het Hof van Justitie in een prejudiciële beslissing van 7 juli 2022.
Het al geruime tijd op de markt brengen van een succesvol product zonder door derden te worden aangesproken kan onvoldoende zijn om als auteursrechthebbende te kunnen worden aangemerkt, zo volgt uit een uitspraak van de voorzieningenrechter te Amsterdam.
Connexxion heeft via het Europese Hof van Justitie en tot en met de Hoge Raad geprocedeerd over een aanbestedingsfout van het ministerie van VWS. Uiteindelijk met succes. Voor de jarenlange inspanningen wordt zij vooralsnog echter niet beloond: naar het oordeel van de rechtbank Den Haag is Connexxion er niet in geslaagd aan te tonen dat zij door die fout ook daadwerkelijk schade heeft geleden. De zaak toont maar weer eens aan dat het gelijk van de teleurgestelde inschrijver niet zonder meer tot schadevergoeding leidt.