1. Home
  2. Kennis

Onze kennis Sterker door kennis

Dirkzwager deelt actief kennis met iedereen die juridische of fiscale informatie nodig heeft. Waarom? Om het niveau van onze dienstverlening te verhogen en ons netwerk te vergroten. Kennis delen is kracht. Het geeft de cliënt inzicht en maakt samenwerking en advisering doelgerichter. Kennis delen vormt de basis van alles wat we doen.

Expertise

Selecteer de gewenste filteritems

Sector

Selecteer de gewenste filteritems

Thema

Selecteer de gewenste filteritems

Auteur

Selecteer de gewenste filteritems

Zoekopdracht delen:
Aantal resultaten: 20

Onrechtmatige beëindiging duurovereenkomst

In drie eerdere artikelen schreef mijn collega Selma van Ramele al over de duurovereenkomst en de (on)mogelijkheid tot opzegging van een dergelijke overeenkomst. In dit artikel staat de uitspraak van rechtbank Midden-Nederland van 1 maart 2023 centraal, waarin de rechter oordeelde dat de opzegging van een duurovereenkomst door Zuivelcoöperatie FrieslandCampina in strijd is met de redelijkheid en billijkheid.

De WBTR treedt per 1 juli 2021 in werking: waar moeten bestuurders van stichtingen en verenigingen op letten?

De Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen (“WBTR”) treedt per 1 juli 2021 in werking en is van toepassing op alle verenigingen en stichtingen. De WBTR geeft regels die het bestuurlijke proces van een stichting of vereniging professionaliseren. In dit artikel bespreken wij de belangrijkste gevolgen van de WBTR voor (bestuurders van) stichtingen en verenigingen.

Is een partij schadeplichtig indien hij de onderhandelingen over een overeenkomst afbreekt?

Als partijen in de regel een overeenkomst met elkaar willen sluiten, doet de ene partij een aanbod en aanvaardt de andere partij dit aanbod. Uiteraard komt het ook voor dat partijen niet gelijk tot een overeenkomst komen en over de voorwaarden onderhandelen. In de praktijk komt het voor dat een partij zich tijdens de onderhandelingen terugtrekt en deze afbreekt. Is deze partij dan eigenlijk schadeplichtig ten opzichte van de andere partij? Ik beantwoord deze vraag aan de hand van een recente uitspraak van de Rechtbank Amsterdam.

D&O-verzekering: verhouding primaire & excedentverzekeraar en uitputting

Het Gerechtshof Amsterdam heeft onlangs uitspraak gedaan in een verzekeringsrechtelijk geschil tussen de commissarissen van het failliete Imtech en CNA, de first excess layer verzekeraar op de Directors & Officers (D&O) verzekering van Imtech. Het hof oordeelt dat CNA door de commissarissen niet kan worden aangesproken voor vergoeding van door hen gemaakte verweerkosten. Dit is erin gelegen dat de primary layer, die een dekking biedt voor EUR 25 miljoen, nog niet is uitgeput, zodat dekking onder de excess layer niet aan de orde is.

Is er sprake van Buitengewone omstandigheden?

Een bird strike – vogel in de motor – of een achtergelaten briefje dat op terreurdreiging kan wijzen; vliegtuigmaatschappijen zijn niet altijd schuldig aan een vertraging of annulering van een vlucht. In geval van buitengewone omstandigheden hoeven zij passagiers geen schade te vergoeden. Juristen van Ondernemingsrecht staan een grote Europese luchtvaartmaatschappij bij in dit soort zaken.

Bestuurdersaansprakelijkheid: selectieve betaling is (soms) toegestaan

Het staat een bestuurder in beginsel vrij op grond van een eigen afweging te bepalen wanneer welke schuldeisers worden voldaan. Zelfs preferente schulden hoeven niet altijd met voorrang te worden voldaan. Selectieve betaling is dus niet altijd onrechtmatig en leidt niet altijd tot aansprakelijkheid van de bestuurder. De vrijheid is beperkter als de activiteiten van een vennootschap beëindigd gaan worden en de vennootschap over onvoldoende middelen beschikt om al haar schuldeisers te voldoen. Datzelfde geldt als een gelieerde partij met voorrang wordt voldaan dan wel de bestuurder bij de voldoening een persoonlijk belang heeft.

Bestuurder stichting derdengelden advocatuur: opgelet!

Een bestuurder van een stichting derdengelden advocatuur heeft een controleplicht ter voorkoming van ongeoorloofde betalingen. Indien hem een ernstig persoonlijk verwijt kan worden gemaakt, kan hij persoonlijk aansprakelijk zijn. In de zaak die resulteerde in een recent arrest van het hof Amsterdam, leidde de afwezigheid van controle niet tot bestuurdersaansprakelijkheid.

Bestuurders Steve Jobs-school aansprakelijk vanwege onbehoorlijk bestuur

Door ondanks het ontbreken van financiering toch te besluiten om met de school van start te gaan en de daarvoor noodzakelijke financiële verplichtingen aan te gaan, heeft het bestuur naar het oordeel van het hof een onverantwoord groot risico genomen dat de stichting deze financiële verplichtingen niet zou kunnen nakomen. Het hof oordeelt dat sprake was van onbehoorlijk bestuur waarvan de bestuurders en de feitelijk beleidsbepaler een ernstig persoonlijk verwijt kan worden gemaakt. Zodoende zijn zij aansprakelijk voor de schade die de stichting daardoor heeft geleden.

Bestuurdersaansprakelijkheid vanwege aanvragen faillissement vennootschap?

De Hoge Raad wees onlangs een belangrijk arrest waarin de vraag centraal staat of de bestuurder van een failliet verklaarde vennootschap zijn taak kennelijk onbehoorlijk heeft vervuld en aansprakelijk is jegens de boedel wegens het doen van aangifte tot faillietverklaring van de vennootschap. Bestuurders van een vennootschap in zwaar weer moeten goed opletten dat zij tijdig, onder de juiste omstandigheden en met inachtneming van de voorgeschreven regels, een faillissementsaanvraag doen. Gaat dit mis, dan ligt bestuurdersaansprakelijkheid op de loer. In dit artikel worden de rechtsregels voor eventuele bestuurdersaansprakelijkheid op een rij gezet.

Negatief eigen vermogen en verlies leidt niet zonder meer tot bestuurdersaansprakelijkheid

Uit een recent arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden blijkt dat de drempel voor bestuurdersaansprakelijkheid nog altijd hoog is: “Het bestaan van een negatief eigen vermogen en het lijden van verlies wil nog niet zeggen dat het punt bereikt is waarop het onverantwoord is de onderneming te continueren en nog verdere verbintenissen met derden aan te gaan.”

1 2